Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Ik zet mij in de etalage’

In februari 2011 werd Mary Looman waarnemend burgemeester van de gemeente Skarsterlân. Die gemeente houdt per 1 januari 2014 op te bestaan.

20 december 2013
Mary-Looman-voor-achtergrond.jpg

Skarsterlân gaat over ruim een week op in de nieuwe fusiegemeente De Friese Meren. Burgemeester Mary Looman (PvdA) keert met hartzeer terug naar Drenthe. ‘Misschien ben ik te weinig zakelijk en trek ik mij dingen te veel aan.’ 

De halve inboedel van haar huurhuis in Joure staat op Marktplaats. ‘Als je zegt: gratis af te halen, dan is het zo weg’, lacht Mary Looman (60), nog even burgemeester van het Friese Skarsterlân. De rest van de spullen gaat naar de kinderen of mee naar Smilde in Drenthe. Net voor de kerst hoopt Looman over te zijn.

En daarmee is Joure voor Looman geschiedenis. Vanaf 1 januari is het gemeentehuis in die ‘vlecke’ namelijk het hoofdkwartier van de nieuwe fusiegemeente De Friese Meren, vanaf 2015 en voor vier ton omgedoopt tot De Fryske Marren. De drie fuserende gemeenten Skarsterlân, Gaasterlân-Sleat en Lemsterland zijn tegen die tijd voorgoed verdwenen in de geschiedenis.

Mooi dat de integratie van de drie Friese gemeenten voorspoedig is verlopen, spijtig dat er een einde is gekomen aan Skarsterlân, zegt Looman bitterzoet: ‘Ik heb een dubbel gevoel over de fusie. Ik wist waaraan ik begon toen ik in 2011 in Joure waarnemend burgemeester werd, maar je raakt toch enorm gehecht aan zo’n plek. We voelen ons hier thuis. Toch blijven we niet. Je kunt alleen iets kopen als je verkocht hebt. Als je niets leuks terugvindt, heb je een probleem. Dat hele proces zou veel te veel onrust geven. Mijn man is kwetsbaar [oud-gedeputeerde in Drenthe Huub Looman werd in 2008 getroffen door een acute aanval van leukemie en had schimmels in zijn hersenen, waardoor medische complicaties ontstonden, red.]. We hebben in Drenthe een prachtig huis waar we zo in kunnen.’

Sinds het feitelijke wegsturen door de Assense gemeenteraad dit voorjaar van de Fries Sicko Heldoorn, klinkt in Fryslân het geluid dat de Drenten, in tegenstelling tot de Friezen, nooit zeggen waar het écht op staat. Heldoorn kwam er in Drenthe niet tussen, kwam de Drentse Looman in Joure wel tussen de Friezen?

Looman: ‘De taal verschilt, maar het verbaasde mij hoezeer de cultuur en de sfeer overeenkomen. Skarsterlân is een plattelandsgemeente, en ik kom uit een plattelandsgemeente. Friezen zijn wel openhartiger dan Drenten. Je kent de anekdote van de burgemeester in Drenthe, die alles had afgestemd met de raad? “Joa, joa”, hadden ze gezegd. Voor elkaar dus, dacht de burgemeester, totdat iedereen in de raad tegenstemde. “Jullie hadden toch joa, joa gezegd? Ja, burgemeester, dat betekent dat we er nog niet uit zijn.”’

Voorbeeld
Skarsterlân, Gaasterlân-Sleat en Lemsterland zouden begin dit jaar al fuseren, maar door de opdeling van Boarnsterhim werd de fusie verschoven naar 1 januari 2014. ‘Omdat wij al klaar waren, besloten we om de ambtelijke organisaties dit jaar te laten fuseren. Alle ambtenaren uit Lemmer en Balk zijn hiernaartoe gekomen. Niemand heeft zijn oude werkplek gehouden, maar niemand klaagt. Niemand die roept: ja, maar vroeger kon ik tussen de middag bij mijn vrouw warm eten en kon ik op mijn fiets naar het werk. Ik heb veel bewondering voor de ambtenaren, bestuurders en raadsleden. We zijn een voorbeeld voor andere gemeenten, die hier hun licht komen opsteken. Ik had op ellende en frustratie gerekend, maar iedereen gelooft in De Friese Meren.’

Ook de bestuurders van Skarsterlân, Gaasterlân-Sleat en Lemsterland werden op één hoop gegooid. Looman: ‘Ik heb dit jaar met de twee andere burgemeesters op één kamer gezeten. Voor hetzelfde geld was dat fout gelopen, maar dat is niet gebeurd. We konden elkaar zeggen wat we wilden. We zijn verschillende mensen. Het leek een beetje op een huwelijk. Dat ga ik ongelofelijk missen. We vergaderden elke dinsdagochtend als gezamenlijk B&W, toch met zo’n vijftien man, en daarna nog even tien minuutjes met het eigen college over de plaatselijke zaken. We hebben voor de grap gezegd: “We gaan gewoon door met z’n drieën.”’

Niets ervan. Niemand gaat door in De Friese Meren. De waarnemend burgemeester komt van buiten: Arie Aalberts, tot 1 januari nog burgemeester van Dantumadiel. Commissaris van de koning Jorritsma en de nieuwe gemeenteraad van De Friese Meren wilden iemand zonder binding met de oude gemeenten. Mary Looman begrijpt dat wel. ‘Een nieuwe start voor een nieuwe gemeente met een nieuwe raad en met een onafhankelijke waarnemer. Niemand die wijst en roept: ja, maar hij is van…!’

Enorm lastig
De eerste door de Kroon benoemde burgemeester van De Friese Meren kan straks heel goed een Brabander zijn, vindt Mary Looman. ‘Als je maar Fries verstaat. Doe je dat niet, dan kun je hier niet functioneren. Ik raad hem of haar daarom aan om veel naar Omrop Fryslân te kijken.’

Spreken is een ander chapiter. ‘Het is lastig hoor. Waar de n staat mag je hem niet uitspreken, waar hij niet staat moet je hem uitspreken. Als je daaraan gaat denken, durf je helemaal niets meer. Beter geen Fries spreken, dan er een rommeltje van maken. In Skarsterlân sprak tweederde van de gemeenteraad Fries. Twee wethouders van de Fryske Nasjonale Partij spraken Fries, net als de gemeentesecretaris. Dat was in het begin enorm lastig, want ik moest alles in mijn hoofd vertalen. Daar was ik tijdens een raadsvergadering nog mee bezig terwijl het raadslid al klaar was. En dan gebeurde het dat ik de verkeerde Hoekstra het woord gaf. Dat werd mij wél kwalijk genomen.’

Mary Looman keert dus terug naar Drenthe. Lekker tuinieren en op de kleinkinderen passen? Het zou zomaar kunnen, maar ze hoopt dat er nog een waarnemerschap voorbij komt. Looman: ‘Ik word niet diep ongelukkig als het niet gebeurt, maar het zou wel erg leuk zijn. Ik zet mij hierbij in de etalage. Ik heb ervaring met herindeling en verkiezingen. Het burgemeesterschap is prachtig. Je maakt zo veel mee. Ik vind het geweldig om op bezoek te gaan bij een echtpaar dat zestig jaar is getrouwd; gisteren ging ik langs bij een honderdjarige. Een kwieke dame. Daar kan ik echt van genieten. Maar ook voor­lezen op school. Contacten met ondernemers en kijken achter deuren waar je anders nooit komt. Meekijken in de keuken van het OM en de politie. Net voordat we elkaar hier op het Douwe Egbertsplein zouden treffen, werd ik gebeld door de politie met een dringend bericht. Het is de veelzijdigste baan die je je kunt voorstellen.’

Graag nog een waarnemerschap, maar geen door de Kroon benoemd burgemeesterschap. En geen gedoe meer met twee huizen (‘tenzij het een waarnemerschap op één van de eilanden is!’). ‘Ik word in maart 61. Om je op die leeftijd nog voor minstens zes jaar te verbinden, vind ik te lang. We hebben geleerd bij de dag te leven.’

Mary Looman vraagt zich hardop af of ze kans maakt op een waarnemerschap. ‘Ik zie ook wel dat waarnemers uit een bepaald hout zijn gesneden. Kijk naar Dick de Cloe of Jannie Vlietstra, die mijn man opvolgde als gedeputeerde toen hij ziek werd en die nu in Haren waarnemer is. Misschien ben ik te weinig zakelijk en trek ik mij dingen soms te veel aan. Aan de andere kant is die betrokkenheid ook wel iets wat een commissaris van de koning aantrekkelijk kan vinden in een waarnemer.’

Als Looman ergens in het noorden des lands waarnemer wordt, weet ze wel wat ze anders zou doen dan in Skarsterlân. Mary Looman: ‘Om te beginnen moet je op je strepen staan. Als je komt als waarnemer, verzet iedereen namelijk onmiddellijk zijn piketpalen. Dat geldt voor raadsleden, maar ook voor collegeleden. De eerste dag kwam de toenmalige gemeentesecretaris langs om te vertellen dat de burgemeester rechts en de secretaris links op het briefpapier tekende. Dat was haar in de voorgaande acht jaar bij mijn voorganger niet gelukt; die stond erop om links te staan. Maakt op zich niets uit, maar je moet als waarnemend burgemeester goed oppassen dat mensen geen loopje met je nemen.’

Juk
Daar kwam bij dat Looman in de voetsporen trad van CDA’er Bert Kuiper, die meer dan twintig jaar burgemeester van Skarsterlân was geweest. ‘Hij had alle raadsleden zien komen en leidde ze op. Als ik de zaken iets anders wilde aanpakken, was de reactie steevast: “Bert deed het zus en zo, wat is daar mis mee?” Als ik weer waarnemer word, zal ik er alles aan doen om snel onder het juk uit te komen van: hij deed het nooit zo.’

De belangrijkste les die Mary Looman heeft geleerd in Skarsterlân, is dat een burgemeester veel moet investeren in de gemeenteraad. ‘Ik had mij, achteraf gezien, meer moeten richten op de raad. Politiek is mensenwerk. Misschien was ik te veel gericht op de fusie van de drie gemeenten en op de samenwerking binnen het college. Toen ik aantrad, heb ik alle fracties uitgenodigd om mij mee te nemen naar de mooiste of de lelijkste plek van de gemeente. Door elkaar zo te leren kennen, spreek je mensen later gemakkelijker aan. Een paar partijen reageerden direct op mijn uitnodiging. De Fryske Nasjonale Partij, het CDA en de PvdA namen mij op sleeptouw; andere partijen lieten het erbij zitten. Met die laatste partijen had ik in het begin ook het minste contact. Ik heb ze in de wandelgangen nog weleens herinnerd aan mijn invitatie, maar ben niet ferm genoeg geweest. Ik ben niet van: en zo doen we het!’


CV
Mary Looman (Vlaardingen, 1953) gaf les aan de Hanzehogeschool in Groningen. Voordat Looman in de politiek belandde, gaf ze supervisie en had ze een bureau dat mensen trainde in conflictbeheersing. Tussen 1999 en 2002 zat ze voor de PvdA in de Provinciale Staten van Drenthe en in het waterschap Reest en Wieden. Van 2002 tot 2010 was Looman wethouder in de gemeente Midden-Drenthe. In februari 2011 werd Mary Looman waarnemend burgemeester van de gemeente Skarsterlân. Die gemeente houdt per 1 januari 2014 op te bestaan.


Premier, en dan?
Waar ik mij dood aan erger, is dat de nivellering van de kinderbijslag is teruggedraaid. Ik zag laatst een mevrouw die bij Jort Kelder vertelde dat het toch wel meeviel, 380 euro voor een flesje wijn. Zij gebruikt de kinderbijslag dus voor één flesje wijn, terwijl er mensen zijn die dat geld nodig hebben om schoenen te kunnen kopen. Geef dat geld aan mensen die het echt nodig hebben. Ik zou verder de kinderopvang betaalbaar maken, want nu verdwijnen jonge werkende en gestudeerde moeders van de arbeidsmarkt. Zij gaan het straks erg moeilijk krijgen om aansluiting te vinden op de veranderde arbeidsmarkt. Door te werken blijf je werken.

In een tijdmachine, waar naartoe?
Terug naar 1918. Niet vanwege het einde van de Eerste Wereldoorlog, maar omdat mijn opa en oma in dat jaar op het eilandje Simeulue voor de kust van Sumatra belandden. De broer van mijn opa handelde er in ijzerhout. Diens vrouw was vergiftigd door het personeel en mijn oma zorgde voor hun kinderen. Het lijkt Couperus wel. Twee kleine kinderen van mijn grootouders zijn daar in 1920 vermoord door een koppensneller. Mijn moeder was net geboren en mijn oma was met de twee kleintjes van 3 en 5 naar de markt. Ze raakte zelf zwaar gewond omdat ze haar kinderen wilde beschermen. Ze had een haal van anderhalve meter over haar hele lijf en heeft negen maanden in het ziekenhuis gelegen, of wat daarvoor moest doorgaan. Mijn opa en oma zijn in shock teruggekeerd. Over wat er was gebeurd op Simeulue werd niet gepraat; dat was taboe.

Net voordat mijn man ziek werd, zijn we daar geweest. Een streng islamitisch eiland. Dat bezoek heeft zo veel vragen bij mij opgeroepen. Hoe hebben ze hier geleefd? Wat is er gebeurd? Ik ben begonnen met een boek, maar ja, er zijn vier miljoen Nederlanders die een boek schrijven, hè? Toch zou ik dolgraag die familiegeschiedenis optekenen, zoals Judith Koelemeijer heeft gedaan in Het zwijgen van Maria Zachea.

Favoriete stad en land (niet Nederland).
Rome. Je hebt er alles, cultuur, de oudheid en het leven van nu. Prachtige winkels, uitgaansgebieden, restaurants. Het is er zo fijn. Bangkok is ook helemaal geweldig, maar ja, ik moet een keuze maken. Ik houd wel van rommelige steden. Ik vind Thailand echt geweldig. De mentaliteit en hoe mensen zich er bewegen. Op iedere hoek van de straat kun je eten en je laten masseren. Het openbaar vervoer is zo’n geweldige ervaring. Hup op de boot naar het andere deel van Bangkok, de rivier af en naar Laos. Mag ik ook Andalusië noemen? Nou ja, als je door Oostenrijk rijdt, is het toch ook ah en oh!?

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie