Bestuurders, ambtenaren en het grote publiek weten te weinig van de figuren die een standbeeld hebben, aldus de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) op basis van eigen onderzoek. Ook hebben genoemde groepen ‘gebrekkige kennis’ over de veranderingen die zich in de loop der tijd voordeden in de kijk op mensen en gebeurtenissen uit het verleden, stelt de Akademie vast in het rapport Wankele Sokkels.
Ambtenaren en bestuurders weten weinig van monumenten
Vooral gemeenten hebben vaak onvoldoende zicht op de historische achtergrond van monumenten en standbeelden binnen hun eigen grenzen.

Registratie niet op orde
En met name gemeenten hebben vaak ook nog eens onvoldoende zicht op monumenten en standbeelden binnen hun eigen grenzen. Ook op nationaal niveau is de registratie van dergelijk erfgoed niet goed genoeg op orde, zegt de Akademie. Door al deze oorzaken wordt veelal ‘ad hoc’ gereageerd op discussies over de monumenten. Men is er niet goed op voorbereid.
Koloniaal verleden
De organisatie keek onder meer naar monumenten die, soms nogal verschillend, een verband hebben met ons koloniale verleden. Daaronder zijn dat in Hoorn van J.P. Coen (die hardhandig de Nederlandse belangen in Indië behartigde) en dat in Tilburg van Peerke Donders, de voor lepralijders zorgende missionaris die daar staat afgebeeld met een hulpeloos en nederig ogende donkere man aan zijn voeten.
Gebrek aan communicatie en informatie
‘Hou rekening met de geschiedenis van het monument zelf, waarom wie of wat wanneer is afgebeeld en hoe generaties daar vroeger over dachten’, raadt de Akademie aan. ‘Veel weerstand ontstaat uit gebrek aan communicatie en informatie’, waarschuwt het geleerde gezelschap verder. ‘Het is de verantwoordelijkheid van bestuurders om gesprekken te voeren waarbij alle partijen (omwonenden, nabestaanden, actiegroepen) serieus betrokken worden.’
Gemeenten moeten ook nagaan welke standbeelden en monumenten er zijn en welke mogelijk ontbreken. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kan meer ondersteuning bieden met een goed onderhouden landelijk monumentenregister, oordeelt de KNAW.
Nieuwe betekenis
Omstreden monumenten kunnen weliswaar worden voorzien van bordjes met nadere info over de afgebeelde figuur of gebeurtenis, maar dat werkt volgens de KNAW maar beperkt. ‘Verplaatsen van monumenten naar een museum is een mogelijkheid’, overweegt de Akademie, maar een echt veelbelovende aanpak is volgens het gezelschap ‘conceptuele vernieuwing’, waarbij het monument een nieuwe context krijgt met bijvoorbeeld een ‘tegenbeeld’. Vernietiging ‘leidt tot uitwissen van een stuk geschiedenis’.
De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme spreekt in een reactie van een ‘beperkt, achterhaald en eenzijdig koloniaal perspectief op ons verleden’ in ons straatbeeld. Rabin Baldewsingh noemt het ‘nu zaak dat het kabinet maar zeker ook gemeente- en provinciebesturen de aanbevelingen uit het rapport ter harte nemen’.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Bestaande monumenten vertolken vaak een lange historie/geschiedenis. Een goede omschrijving op een informatiebord (liefst meertalig) is over het algemeen voldoende. Monumenten (=kunst) weghalen is daarom helemaal niet nodig. Geschiedenis (ook de minder fraaie geschiedenis) moet je daarom niet weg te moffelen in (de opslagplaatsen van) musea.
Met goede lokale registratie, informatieverstrekking via bebording en last but not least in het algemeen beter onderhoud van alle kunstwerken (inclusief monumenten) is al héél veel gewonnen. Maak het niet moeilijker dan het is!