Bestuurders met ballen gevraagd
Aan het woord is Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy bij de Nyenrode Business Universiteit en bij de Universiteit Leiden en veelvuldig lid van onderzoekscommissies.

Bestuurders ontberen financiële kennis en laten zich keer op keer inpakken door het bedrijfsleven, constateert hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer. ‘Je moet het spel hard spelen en je niet overgeven aan de terreur van juristen.’
Beangstigend dat zo veel bestuurders zo weinig verstand hebben van geld. Aan het woord is Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy bij de Nyenrode Business Universiteit en bij de Universiteit Leiden en veelvuldig lid van onderzoekscommissies. ‘De financiële kennis mag lokaal, provinciaal en landelijk weleens wat beter worden, want aan bijna iedere beslissing hangt een financiële paragraaf, of het nu over zorg of sport gaat. Welke risico’s zijn er, hoe realistisch is de post onvoorzien, had er moeten worden aanbesteed? Daar gaat het te vaak mis.’
Het lerend vermogen van de politiek is gering, aldus hoogleraar Pheijffer, (mede)auteur van talloze bestuurlijke onderzoeksrapporten. ‘Bestuurders trekken te weinig lessen uit onderzoeksrapporten. Het is verbazingwekkend dat in nieuwe projectplannen voor infrastructuur of automatisering onvoldoende rekening wordt gehouden met onvoorziene uitgaven, terwijl wereldwijd de ervaring is dat grote projecten structureel enorme overschrijdingen hebben. Het risico is dat je een Mercedes wilt en eindigt met een Dafje, of dat je wel een Mercedes krijgt, maar geen cent hebt om erin te rijden. Het openbaar bestuur blijft in die valkuil trappen.’ Waarom? ‘Politici kijken vier, hooguit acht jaar vooruit. Ze zijn uiteindelijk vaak niet afrekenbaar op hun daden.’
Hoogleraar Pheijffer constateert niet alleen dat veel bestuurders onvoldoende financiële kennis in huis hebben, hij constateert vervolgens dat de overheid zich keer op keer laat inpakken door het bedrijfsleven. ‘Je ziet het ook bij grote automatiseringsprojecten en in de farmaceutische sector: de overheid is niet slim genoeg. Je moet guts en ballen hebben om het spel hard te spelen en je niet over te geven aan de terreur van juristen. Het is te gemakkelijk van bestuurders, zoals burgemeester Cohen indertijd deed bij de gemeentelijke enquête naar de Noord-Zuidlijn om te zeggen dat “we uiteindelijk allemaal amateurs zijn”. Je bent wel beleidsverantwoordelijk voor de duurzame inrichting van je ambtelijke organisatie. Ik zie te vaak dat politici van alles naar zich toe trekken en te weinig aan het ambtelijk apparaat overlaten, waarop ze ook nog eens bezuinigen. Dan word je dus uitgespeeld door sluwe en slimme ondernemers.’
Twee walletjes
Nu heb je ook bestuurders die dat spel schijnbaar wél slim spelen, maar in werkelijkheid van twee walletjes eten. Zo’n type was gedeputeerde Ton Hooijmaijers, tussen 2005 en 2009 VVD-gedeputeerde voor ruimtelijke ordening en financiën in Noord-Holland. Hij werd eind vorig jaar door de rechtbank in Haarlem tot drie jaar onvoorwaardelijk veroordeeld voor omkoping, witwassen en valsheid in geschrifte (Hooijmaijers en het Openbaar Ministerie zijn in beroep gegaan).
Hoogleraar Pheijffer onderzocht in 2012 op verzoek van de provincie Noord-Holland de bestuurscultuur waarin Hooijmaijers’ corruptie kon floreren. Pheijffer komt terug op zijn eerdere opmerking over het belang van een duurzame ambtelijke organisatie, als hij uitlegt waarom Hooijmaijers zijn gang kon gaan: ‘Niet omdat het bij de provincie een beerput was, maar omdat hij zijn ambtenaren buitenspel zette.’ Dat lieten de ambtenaren (en bestuurders en fracties in de Staten) in Haarlem wel gebeuren, terwijl er toch volop signalen waren dat het fout zat met de ritselaar Hooijmaijers.
Hoogleraar Pheijffer: ‘Als er een affaire naar buiten komt, zeggen mensen: “We wisten het wel, hij gedroeg zich als een Zonnekoning.” Maar had je dan niet kunnen en móeten ingrijpen? Dit soort types heeft tegenwicht nodig, in dit geval van collega-gedeputeerden en van de commissaris van de koning. Die laatste moet en kan meer zijn dan een technisch voorzitter. Hij kan vinden, zoals toenmalig commissaris van de koningin Borghouts kennelijk deed, dat hij beperkte middelen had, maar hij heeft wel degelijk de bevoegdheden. En daarmee ook de verplichting om corrigerend op te treden. Dat geldt trouwens ook voor burgemeesters ten opzichte van al te ondernemende wethouders.’
Tegenwicht
Bestuurders van het soort Hooijmaijers moeten ook tegenwicht krijgen van hun ambtenaren. Hoogleraar Marcel Pheijffer: ‘Zij zijn geen suffe dienders of marionetten. Ze hebben in het systeem een wezenlijke functie; zij zijn de checks & balances van de politiek en het institutioneel en collectief geheugen. Er mag daarom ook wel meer respect in het openbaar bestuur zijn voor de ambtelijke diensten. Er wordt te vaak met dedain gesproken over ambtenaren. De andere kant van het verhaal is dat ambtenaren de plicht hebben om in dat systeem hun mond open te doen. Dat ze hun rug niet altijd rechten, verklaar ik uit hun hypotheekgedrag: te vaak zijn ze bang om hun baan te verliezen.’
Gedeputeerde Hooijmaijers was als ex-ondernemer met de portefeuilles ruimtelijke ordening en financiën (een onwenselijke combinatie van geld beheren en geld uitgeven, meent Pheijffer) geboren voor het ondernemend bestuur waarop de provincie prat ging. Dat ging dus faliekant mis, maar daarmee heeft het ondernemend bestuur niet afgedaan, aldus Pheijffer.
‘Dergelijk bestuur is an sich geen risico, het móet zelfs om tegenwicht te bieden aan het bedrijfsleven, maar het vereist evenwicht en transparantie en de wil om verantwoording af te leggen. Colleges moeten de collectieve verantwoordelijkheid willen dragen. Stel vragen aan elkaar, wees kritisch. We moeten na incidenten niet vervallen in nog meer regels en controle. Transparantie, verslaglegging en dossiervorming zijn geen bureaucratische ballast, maar horen gewoon bij het ambt. Als je daar niet aan wilt, dan moet je iets anders gaan doen.’
Het vermakelijke, of verbijsterende, is dat Hooijmaijers ook na zijn veroordeling de vermoorde onschuld speelde. ‘Corruptie en criminaliteit zijn mij vreemd’, zei hij op de laatste zittingsdag. Pheijffer heeft wel een verklaring voor dat gedrag: ‘Hij gelooft in zijn constructie van de werkelijkheid, net zoals Rijkman Groenink, Cees van der Hoeven, Dirk Scheringa en Joep van den Nieuwenhuyzen deden en doen. Hun zelfbeeld is ontluisterend en heeft soms psychopathische trekjes. Van der Hoeven is veroordeeld, loopt de rechtszaal uit en zegt: “Ik heb een schoonheidsfoutje gemaakt.” Dat is zijn werkelijkheid. En de rechter, die begrijpt er in hun ogen natuurlijk niets van. Maar begrijpen ze het zelf wel? De juridische normen zijn vrij helder. Bij twijfel word je bovendien niet veroordeeld.’
Onder druk
De onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip, die de bestuurscultuur in Noord-Holland onderzocht, bestond uit louter academici. Geen commerciële onderzoekers en politici, en dat was maar goed ook, vindt Pheijffer. ‘Commerciële onderzoekers laten zich nog weleens door de opdrachtgever onder druk zetten.’
Zo’n commerciële onderzoeker is BING (Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten), dat te pas en te onpas door gemeenten wordt ingehuurd om duurbetaalde integriteitsonderzoeken te doen. Veel gehoord verwijt is dat de gemeente vraagt en BING draait. Pheijffer kiest zijn woorden zorgvuldig, want BING is er als de kippen bij om critici te beschuldigen van laster en smaad.
De hoogleraar uit Nyenrode: ‘BING heeft niet mijn voorkeur. Je hoort mij niet zeggen dat alle onderzoeken van BING waardeloos zijn en dat het alleen maar draait om wat de opdrachtgever wil horen, maar de nuchtere constatering is wel dat er diverse tuchtzaken tegen BING-medewerkers lopen. Kijk bijvoorbeeld naar het BING-onderzoek naar de seksrel in Wassenaar. Moet een accountant als Jaap ten Wolde, die tot voor kort directeur was van BING en zich inmiddels heeft uitgeschreven als accountant, zich daarvoor lenen? Nee. Dat is helemaal geen opdracht voor een accountant.’
Hoogleraar Pheijffer is ook geen groot liefhebber van politici in bestuursonderzoeken. Politieke commissieleden laten zich volgens hem te vaak leiden door de eigen politieke normen en waarden en zijn niet altijd ‘met de beste onderzoeksvaardigheden en kennis uitgerust’. Voorbeelden daarvan zijn het werk van de commissies Sorgdrager (2012, onderzoek Van Rey in Roermond) en Halsema (2013, het opstellen van een gedragscode voor behoorlijk openbaar bestuur).
Marcel Pheijffer: ‘Het is goed dat er onderzoek wordt gedaan en dat de normen worden genoemd en bevestigd. Maar er verschijnen te veel rapporten die meer gaan over meningen en interpretaties dan over de feiten en omstandigheden. Winnie Sorgdrager heeft in Roermond een rapport afgeleverd waarin staat dat een paar feiten die betrekking hadden op de schijn van belangenverstrengeling ‘geringe politieke betekenis’ hadden. Als het gaat om de schijn van belangenverstrengeling, dan vind ik niets van geringe betekenis.’
Pheijffer hekelt ook het ‘obligate en oppervlakkige’ rapport van de commissie Behoorlijk Bestuur, voorgezeten door voormalig GroenLinks-politica Femke Halsema: Pheijffer: ‘Die commissie aanvaardt de opdracht om een gedragscode te maken. Het rapport zegt: wij maken geen gedragscode en dat motiveren ze. Ik ben het op zich eens met de motivering dat we al te veel gedragscodes hebben, maar dat punt moet je maken bij aanvaarding van je opdracht en niet in je eindrapport. Ze hadden moeten aansturen op de vraag: is het zinvol om een code te stellen, en zo ja, hoe luidt die? Ze hebben zich niet aan de opdracht gehouden en hebben politiek bedreven. Ze wilden kennelijk een statement maken.’
CV
Marcel Pheijffer (Rotterdam, 1967) is hoogleraar Accountancy aan de Nyenrode Business Universiteit en hoogleraar Forensische Accountancy aan Universiteit Leiden. Pheijffer was lid van de commissie Operatie Schoon Schip, die integriteitsschendingen in Noord-Holland moest opsporen. In 2002 was hij secretaris van de parlementaire enquêtecommissie bouwnijverheid. In 2004 was Pheijffer lid van de commissie Schutte die de hbo-fraude onderzocht. Pheijffer is tevens raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof in Den Haag en lid van de licentiecommissie van de KNVB.
‘Ik heb wat met de voetballerij’
Rechter
Ik ben sinds medio 2012 raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof in Den Haag. Ik houd van zaken waarin het juridische en het financiële wordt gecombineerd. Het mes snijdt aan twee kanten: de rechtspraak kan mijn financiële kennis gebruiken, en ik heb veel aan het bijhouden van mijn juridische kennis voor de deskundigenonderzoeken en rapportages die ik moet schrijven. Ik doe regelmatig onderzoek naar onregelmatigheden. Is er nu sprake van gebruik van de regels, oneigenlijk gebruik, misbruik of frauduleus gebruik? Die afbakening is belangrijk als je iemand of een handeling in een hokje gaat stoppen. Mijn werk als raadsheer-plaatsvervanger helpt mij om daarin heel secuur te zijn.
Favoriete stad en land (niet Nederland)
Londen, Barcelona, New York en Sydney. In Londen heb ik het gevoel dat ik twintig jaar terugga in de tijd. De taxi’s, het kroegleven, de sfeer. De Engelse humor. In New York kom ik ook ontzettend graag. Sydney is net als Londen gevoelsmatig een stap terug in de tijd. De stad is niet exemplarisch voor andere Australische steden. Daar ga je weer wat té ver terug in de tijd. Sydney is stads en westers, maar niet té. De verkeerde kanten zitten er nog niet aan. Barcelona: dat is het mooie weer, de tapas, de sfeer, het leven. De charme en de luxe van het Westen, met meer beleving en gemoedelijkheid dan in Nederland. Nederland is mij soms te veel een oppervlakkig flitsland.
Weg bij Nyenrode, wat dan?
Wat ik nu doe, maar dan voor mijzelf, mogelijk in combinatie met de advocatuur. Ik word al regelmatig via Nyenrode ingehuurd door advocaten in bijvoorbeeld tuchtzaken tegen accountants. Als een voetbalclub, bijvoorbeeld AZ in Alkmaar, lekker dichtbij huis, mij zou willen hebben als financieel directeur, zou ik dat zeker overwegen. Ik heb wat met de voetballerij. Er gelden aparte wetten, maar ik merk als lid van de licentiecommissie van de KNVB dat er ook ontzettend veel opportunisme schuilt in de voetbalwereld. Ik zou het wel leuk vinden om wat meer nuchterheid in te brengen en tegengas te geven.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.