Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Besturen 2.0 in Coevorden

De behoeften van inwoners centraal stellen en zowel zeggenschap als geld beter verdelen over dorpen en wijken. Om dat voor elkaar te krijgen introduceerde Coevorden een nieuwe bestuursstijl. ‘Vraag mensen te doen waar zij goed in zijn.’

05 april 2019

Sterkere rol voor inwoners

Toch maar mooi 11.500 euro aan arbeidsloon bespaard, glunderen inwoners van het dorp Erm. Zij bestraatten zelf de bermen in een lange steeg, deden het grondwerk, snoeiden het groen, vernieuwden een prullenbak en plaatsten een bankje. 8.250 euro legde Coevorden bij voor het werk, dat in de ogen van de gemeente geen hoge prioriteit had. Maar voor dorpelingen waren de kapotgereden bermen een terugkerende ergernis. ‘Een ploeg inwoners heeft de zaak met groot enthousiasme aangepakt’, vertelt John de Vegt, een van de gebiedscoördinatoren van de gemeente, die behalve het vestingstadje 28 dorpen telt.

Het buitengebied kwam er soms bekaaid vanaf, was het gevoel in de dorpen van Coevorden. ‘De afgelopen decennia is flink geïnvesteerd in het centrum’, verklaart De Vegt het gevoel van achterstelling. ‘Die aandacht was echt nodig, om de stad aantrekkelijk te houden. Zo is misschien het beeld ontstaan dat in de stad Coevorden veel kon, maar er weinig aandacht was voor het buitengebied.’

Dorpse leven
De voorgenomen intrekking van de subsidie van een zwembad in het dorp Zweeloo was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Tijdens een dorpsbarbecue werd het ongenoegen omgezet in een voornemen. Om de afstand tussen burgers en bestuur te verkleinen was nieuw elan nodig in de lokale politiek, vonden sommige dorpelingen. De impuls daartoe kon het best komen van een nieuw op te richten partij. Die deed enkele maanden later, in 2014, meteen mee aan de verkiezingen. Onder de naam Belangen Buitengebied Coevorden (BBC) behaalde de nieuwkomer een klinkende overwinning, met zes zetels, en in de volgende bestuursperiode zelfs negen van de 25 zetels in de raad.

Eerdere pogingen om meer gebruik te maken van burgerparticipatie waren niet zeer succesvol, weet De Vegt. Maar nu moest, kondigde de latere BBC-wethouder Jan Zwiers (economie, wonen, financiën, beroepsonderwijs en vastgoed) aan, ‘alles anders’. ‘Financieel lagen we ongeveer op ons gat’, blikt Zwiers terug. ‘We hadden nog een paar ton op de spaarrekening op een begroting van 100 miljoen. Als gemeente en gemeentelijke organisatie alleen kun je het tij niet keren. Ons idee was dat we het veel meer in de samenleving zelf moesten zoeken. Vroeger deden we dat ook. Gewoon zoals dat in het dorpse leven gaat: op een gemoedelijke manier. Onze partij wilde dat terugbrengen, in een moderne vorm.’

Het nieuwe college, een driemanschap met behalve de burgemeester en Zwiers wethouders van CDA en de PvdA, besloot te besturen met een sterkere rol voor inwoners, met oog voor het specifieke wijk- of dorpsbelang. ‘Een gemeentebestuur dat bewust de samenleving opzoekt en invloed en verantwoordelijk geeft in het vormgeven van de eigen situatie met betrekking tot wonen, ondernemen en werken’, heette het in het collegeprogramma, dat de titel droeg ‘Coevorden verbindt’.

Argwaan
Het college lift mee op een trend rondom de versterking van lokale democratie, erkent Zwiers, ‘maar ik denk dat je wel mag stellen dat wij goed hebben begrepen hoe je mensen kunt interesseren voor hun eigen leefomgeving. Het idee was dat er meer lokale kennis zit in onze samenleving dan achter het bureau op het gemeentehuis. Hoe wend je die kennis nuttig en effectief aan en combineer je die met de kennis van ambtenaren en bestuurders, om te zorgen dat de mensen samen met de gemeente de juiste dingen doen?’

‘Mede door de bezuinigingen beleefden de mensen de nieuwe bestuursstijl niet direct als een warm bad’, zegt De Vegt. ‘Velen waren wat argwanend. Het ging opeens over andere dingen. Maar dat gevoel hebben we vrij snel weten te kenteren door vertrouwen te winnen.’

‘Veranderen vraagt lef en inspanning’, voegt Zwiers eraan toe. ‘Het betekent allereerst dat je vertrouwen moet durven geven aan de samenleving. En zowel bestuur als de gemeentelijke organisatie moet door- lopend investeren aan de voorkant, door in gesprek te gaan met inwoners en ondernemers. We hadden de neiging om mensen te vragen wat ze ergens van vinden, waarna we ons terugtrokken en opschreven wat wij denken dat opgeschreven moet worden. Vervolgens heette het dat we hen erbij hadden betrokken. Naar mijn idee te mager. Als we samen met inwoners beleid willen maken, moet het ook van ons samen blijven. Dat lukt eerlijk gezegd niet altijd, maar we leren elke dag bij.’

Besturen vreet nu minder energie, beweert de wethouder. ‘Anders dan bij “wij weten wat goed voor u is” hoef je niet telkens achteraf je beleid te verkopen.’ Als voorbeeld noemt hij de nieuwe woonvisie. Die ging als hamerstuk door de raad, die zich volgens hem ook heeft gecommitteerd aan de nieuwe bestuursstijl. ‘Aan de voorkant zijn de raadsleden meegenomen. Ze hebben kunnen waarnemen hoe het proces is gelopen. Tussentijds hebben ze de gelegenheid gehad om vragen te stellen en input te leveren.’ Zelf sloot de raad recent een raadsakkoord dat loopt tot 2022. Werkgroepen van raadsleden gaan op pad om inwoners te spreken over impactvolle onderwerpen als duurzaamheid, zeggenschap, betrokkenheid en verenigingsleven. Zwiers: ‘De raad krijgt zo meer gevoel bij wat er in de samenleving gebeurt en kan beter z’n vertegenwoordigende en kaderstellende taak vervullen. Wij vallen raadsleden niet meer lastig met dikke pakken papier over beleid. Wat er speelt ervaren ze eerst zelf.’

Eigen tempo
Om het niet bij woorden en beloften te laten riep Coevorden in 2014 voor inwonersinitiatieven een lokaal stimulerings- en ontwikkelingsfonds in het leven met wijk- en dorpsbudgetten. Een deel van het budget gaat naar kleinschalige en eenmalige activiteiten. Het andere deel geeft inwoners de mogelijkheid om in hun leefomgeving structureel zaken te verbeteren of te behouden. ‘Alle wijken en dorpen kunnen aangeven wat er nodig is en jaarlijks een budget opvragen’, aldus Zwiers. ‘Het enige wat wij vragen is dat de besteding bijdraagt aan verbetering van de directe leefomgeving.’

Aanvankelijk bevatte het fonds een ton; in 2018 was dat 750.000 euro en voor de huidige collegeperiode is het jaarlijks hetzelfde bedrag. Een doekje voor het bloeden van de bezuinigen, schamperden sommigen over het fonds. Maar de kansen die het fonds biedt, werden door de inwoners vlot ontdekt. Zo werd onder meer geld gevraagd voor het opknappen van buurt- en dorpshuizen, met nieuwe keukens, aangepaste toiletten en zonnepanelen. In het dorp Benneveld worden sinds 2017 de bermen ecologisch en in eigen beheer onderhouden. In Oosterhesselen hebben de dorpelingen in eigen beheer een park heringericht. En verder is er een door inwoners gedragen initiatief voor aanleg van een glasvezelnetwerk in Coevorden.

Meerdere dorpen en wijken hebben hun eigen dorps- of wijkvisie ingediend. Zwiers: ‘Als gemeente hebben we dat aangejaagd, maar op een gegeven moment hoefde dat niet meer. Er liggen dorpsvisies waar al een uitvoeringsagenda onder ligt, zodat de dorpen in hun eigen tempo de dingen kunnen doen die zij belangrijkrijk vinden. Dat vind ik fantastisch.’

Gesprekspartners zijn vooral de dorpsbelangen en buurtverenigingen, waarvan iedere wijk en ieder dorp er wel een heeft. Zij hebben veel invloed, misschien wel té veel, vinden sommige Coevordenaren. ‘Dorpsbelangen zijn een soort mini-gemeenteraadjes’, beweert een bestuurder van een speeltuinvereniging in een van de wijken.

Omdat de dorpsbelangen geen deel uitmaken van de officiële representatieve democratie noemt De Vegt de kwestie van de democratische legitimatie terecht. ‘Je kunt je daardoor laten leiden en verkrampen. Het mooie is dat dit soort vragen juist opkomt terwijl je bezig bent.’ Naar een andere vertegenwoordiging van dorpen en wijken is bij de start van Coevorden Verbindt volgens hem expres niet gezocht. ‘Met de dorpsbelangenorganisaties komen we al ergens vandaan. Het zou stom zijn dat overboord te gooien. Als je alles van tevoren bedenkt en als eerste het draagvlak onderzoekt, begin je met de lastigste vraag. Dat is niet het eerste wat bij ons opkwam. We zijn gewoon begonnen.’

Volgens Zwiers zijn de verenigingen er geenszins op uit om op de stoel van de lokale politiek te zitten. ‘Hun rol is vooral om mensen in beweging te brengen. Je hebt trekkers nodig en volgers, evenals een paar notoire remmers. Het gaat erom of mensen in het dorp de dorpsbelangen hun trekkersrol gunnen en vertrouwen hebben. Voldoende draagvlak in een gemeenschap kun je ook beschouwen als een informele vorm van kiezen.’

De ervaring is dat in de dorpen de participatieve democratie beter uit de startblokken komt dan in de wijken van Coevorden. ‘We hebben niet voor elk dorp of in elke wijk een succesverhaal’, erkent de wethouder. ‘In de wijken blijkt het lastiger om de gewenste verbinding te krijgen. Er zijn dorpen waar we nog niet de goede ingang hebben gevonden en niet overal is evenveel organisatiekracht. Verbindend besturen is maatwerk. Wie zijn wij om daar druk op te leggen? Het zou mooi zijn als meer mensen meepraten. Dit is een proces, waarbij je niet te veel in één keer kunt veranderen. Veranderen heeft een negatieve lading, want dan doet iemand iets niet goed. Forceren werkt niet; je moet geduld opbrengen om te kijken hoe zaken zich ontwikkelen.’

Overvragen
Als risico van meer burgerparticipatie ziet De Vegt dat een klein aantal, toch al zeer actieve inwoners overvraagd wordt. ‘Er zijn ook verenigingen in de wijken die best meer willen doen, maar zeggen: “U vraagt wel veel van ons.” Zo’n signaal biedt openingen om te helpen en een initiatief een stap verder te brengen. In het verleden had je te maken met besturen waar misschien wel elf mensen in zaten. Nu zijn dat er vaak nog slechts vijf’, vult Zwiers aan. ‘Dan moet je het op dorps- en wijkniveau soms anders organiseren. Je valt dan opnieuw terug op de kracht van de samenleving. Vraag mensen te doen waar zij goed in zijn. De een zal verstand hebben van wonen en kan een daar een onderzoekje naar doen, terwijl de ander meer uit de verf komt als timmerman.’

Gebiedscoördinator De Vegt vindt dat het experiment met burgerparticipatie leidt tot meer betrokkenheid en een betere omgang met inwoners. ‘Als gebiedscoördinatoren zijn we telkens weer de schakel tussen inwoners en gemeente en helpen we door niet alleen te wijzen op eisen waar initiatieven aan moeten voldoen. We kijken vooral hoe dat zo praktisch mogelijk kan worden gemaakt. Je verkleint zo niet alleen de afstand, maar verkeert op andere voet met mensen’, constateert hij.

‘Vooral gelijkwaardiger. Als ambtenaren staan wij naast onze inwoners. Zelf ervaren de Coevordenaren die ik spreek dat ook. Het is minder aangestuurd vanuit het gemeentehuis zeggen ze.’ Zwiers denkt dat de lokale democratie in Coevorden erop vooruit is gegaan. ‘Meer inwoners voelen zich gehoord. Er komt veel initiatief uit de samenleving en we zijn inmiddels een financieel gezonde gemeente.’


Buiten-spel
Coevorden heeft de uitwerking van het ‘verbindend besturen’ in de eerste bestuursperiode laten onderzoeken door de antropologen Arnout Ponsioen en Ton Baetens. Hoe de nieuwe bestuursstijl in het stadje en de dorpen wordt beleefd door inwoners, bestuurders en ambtenaren, hebben zij opgeschreven in het boek ‘Buiten-spel’. Daarbij hebben ze van de opdrachtgever de vrije hand kregen om het resultaat eerlijk weer te geven, met aanbevelingen. Die zijn in het laatste collegeprogramma opgenomen. Een digitaal bestand met het boek staat op de gemeentelijke website.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie