Advertentie

Raadsleden ontevreden over geheimhouding stukken

De motivatie van colleges om stukken geheim te houden is niet helder. Dat vindt bijna de helft van de raadsleden van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden die een enquête over dit onderwerp invulden. 'Een redelijk schokkende uitkomst', aldus bestuurslid Douwe Oosterveen.

27 november 2014

Bijna de helft van de raadsleden van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden die een enquête over het onderwerp invulden vindt de motivatie van colleges om stukken geheim te houden niet helder. 'Geheimhouding verhoudt zich niet met het openbaar bestuur.'

Schokkend
Redelijk schokkend, noemt Douwe Oosterveen, Gemeentebelangen-raadslid in De Wolden en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden, de resultaten van een enquête onder hun leden. Bijna de helft van de ondervraagden vindt de motivatie van geheimhouding van stukken door het college niet helder. ‘Geheimhouding beperkt het functioneren van een raadslid. Die gegevens mag je niet meenemen in het debat. Daarom stonden wij achter dit onderzoek.’

Geheimhouding moet helder zijn
Een motivatie van geheimhouding moet altijd helder zijn, vindt Oosterveen. Volgens het onderzoek vindt 44,5 procent van de raadsleden de motivatie niet helder. ‘Als raad moet je die geheimhouding bevestigen, maar weet je niet wat dan geheim blijft. Dat is lastig. De raad is wel het belangrijkste orgaan. Het college is nogal eens geneigd om stukken niet openbaar te maken, omdat ze niet welgevallig zijn.’

Coalitiefracties hebben verantwoordelijkheid
Geheimhouding is volgens Oosterveen wel helder bij vastgoedtransacties of bij een bestemmingsplanwijziging om speculatie te voorkomen. ‘Meestal hoor je dat dan op een besloten informatieavond.’ Maar als het college het bij een ander soort zaak geen openbaarheid wil, moet de raad goed op de publieke zaak letten. ‘Vooral coalitiefracties hebben hier een verantwoordelijkheid. Als je achteraf hoort waarom het gaat en als de raad vindt dat het best naar buiten kan, dan moet daar een raadsbesluit over worden genomen. Dan moeten coalitiepartijen ook meewerken.’

Taak rekenkamer
Hoe lang moet iets geheim blijven? Volgens het onderzoek zegt 56 procent dat geheime stukken wel eens openbaar worden gemaakt, 44 procent zegt van niet. Volgens Oosterveen reageren colleges nogal eens spastisch op terugkijken of stukken nog wel geheim moeten blijven. ‘Maar dat onderzoeken is een mooie taak voor de rekenkamer.’ Zelf noemt hij als voorbeeld de geheimhouding in de gemeente Coevorden over een belastingvrijstelling in Plopsaland. ‘Als je dat openbaar maakt, is misschien het belang van de ondernemer geschaad, maar je moet ook denken aan de publieke zaak. Waren er verboden afspraken? Daar moet je over kunnen discussiëren.’

Je moet durven als raad
Raden moeten zich niet te veel laten tegenwerken, vindt Oosterveen. Een kleine meerderheid van de raadsleden die de enquête invulden raadpleegt deskundigen omtrent een onderwerp waar geheimhouding op rust. De Gemeentewet is onder meer hier onduidelijk over. ‘Ik vind dat het dan moet kunnen. Onder geheimhouding natuurlijk. We zijn toch een lekenbestuur. Vaak gaat het om de financiële onderbouwing van een plan dat een raadslid zelf moeilijk kan inschatten. Het gaat om zakelijke belangen. Maar we hebben een eigen accountant die dat wel kan inschatten. Je moet denk ik vooral durven als raad.’

Landelijke richtlijn
De roep om een landelijke richtlijn omtrent geheimhouding die duidelijkheid verschaft lijkt luider te worden. Raadslid Marcel Elferink (Gemeentebelangen, Deventer) werkt samen met de raadsgriffier aan een regeling die model zou kunnen staan voor het hele land. Oosterveen lijkt het zeker goed om een naslagwerk te hebben. ‘In het onderzoek zie ik verhoudingen die niet goed zijn. We zouden dit onderzoek eerst nog met de vereniging moeten bespreken, maar als de wetgeving nu zo onduidelijk is, zouden we dit wellicht met de VNG aan de kaak kunnen stellen bij de Tweede Kamer.’

 
Verkeerde reflex

Geheimhouding verhoudt zich niet met het openbaar bestuur, concludeert Oosterveen. ‘Alles is openbaar, tenzij… Dat laatste vereist dan een goede motivatie. Vaak zie je de verkeerde reflex en als het geheim dan toch naar buiten komt, is het hek van de dam. Eerlijkheid en openheid leidt tot discussie, maar ook eerder tot begrip. Als je zaken in de doofpot stopt, is er geen redden meer aan.’

Het onderzoek werd uitgevoerd door Reporter Radio (KRO-NCRV).

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

PVe / sr. adviseur
Een belangrijk element mis ik in het verhaal. Als het college de raad geheimhouding oplegt, dan is het altijd aan de raad of de raad het noodzakelijk vindt om de geheimhouding te bekrachtigen. Krachtens artikel 25, derde lid Gemeentewet vervalt deze geheimhouding indien deze niet in de eerstvolgende vergadering waarin het vergadering quorum aanwezig is, wordt bekrachtigd. Eenmaal bekrachtigd kan de raad op grond van het vierde lid van genoemd artikel op een later tijdstip altijd besluiten de geheimhouding op te heffen. Indien de motivering waarom geheimhouding gewenst is, onvoldoende wordt geacht kan daarover altijd in een besloten vergadering worden gesproken. Eventueel moet dan afzonderlijk in die besloten vergadering geheimhouding worden opgelegd over hetgeen wordt besproken. Er bestaat een misverstand dat hetgeen in een besloten vergadering wordt besproken altijd geheim is. Dat is dus niet zo.
Advertentie