sociaal / Partnerbijdrage

Preventief jeugdbeleid: wie durft het aan?

Preventief jeugdbeleid: wie durft het aan?

02 september 2014

Bijna 20 jaar geleden verschenen in de grote steden van Nederland de eerste nota’s preventief jeugdbeleid. Sindsdien zijn de speerpunten en ambities voor verbetering inhoudelijk nauwelijks gewijzigd. Nu de gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn voor de jeugdhulp moet er een prikkel ontstaan om het preventief jeugdbeleid definitief bovenaan de prioriteitenlijst te zetten. Terwijl juist verdringing dreigt. Want nog voordat de transitie jeugdzorg überhaupt een feit is lijkt de waan van alledag, gedomineerd door jeugdigen met complexe problemen, ons in te halen. Preventief jeugdbeleid, wie durft het nog aan?

Bom onder transitie

De noodzaak van een goede verbinding tussen preventief jeugdbeleid als sterke basis en de jeugdhulp als vangnet stond ook al in de beleidsnota’s van toen. Met een sterke basis kunnen we in veel gevallen voorkomen dat simpele vragen escaleren tot complexe problemen. Door zowel preventie als jeugdhulp onder te brengen bij de gemeente, komen kosten en baten in één hand te liggen. Toch durven we nog steeds niet te investeren in een sterke basis. En we weten allemaal wat ons tegenhoudt: de kosten gaan voor de baten uit. Bovendien wordt de druk om op tijd klaar te zijn voor de transitie van de jeugdhulp steeds groter. Met het preventief jeugdbeleid als kind van de rekening. De gevolgen daarvan kunnen een grote bom leggen onder het hele idee achter de transitie. Juist nu verdient preventie daarom écht onze aandacht.

De praktijk: transformatie na transitie

De wil om te investeren in preventief jeugdbeleid is er. En in elk beleidsplan jeugdhulp staat dat transitie en transformatie hand in hand moeten gaan om de decentralisatie van de jeugdhulp te laten slagen. Toch wachten we met zijn allen eerst de transitie af. Nu regelen wat we moeten regelen, op tijd klaar zijn, dat is de grootste prioriteit. Transformeren doen we wel in 2015, als de transitie achter de rug is. Logisch? Of naïef?

Kantelen of omvallen

Logisch, omdat nou eenmaal eerst het minimale geregeld moet zijn om de meest kwetsbare jeugd veiligheid te bieden. Maar ook naïef, omdat de problemen die ontstaan alleen maar toenemen. Gemeenten trekken aan de bel omdat ze te weinig geld krijgen om volgend jaar de jeugdhulp te financieren. En de kortingen op die middelen lopen alleen maar op. Dus het is een kwestie van nu of nooit: kantelen of omvallen.

Slimme verbindingen

Hoe kunnen gemeenten nu toch meer aandacht besteden aan preventie? De transitiearrangementen beperken de speelruimte van gemeenten in 2015 weliswaar nog sterk, maar maken het zeker niet onmogelijk om de kennis en expertise vanuit de jeugdhulp nu al naar voren te halen. Het antwoord ligt in slimme verbindingen.

Geen nieuw schot

Maar allereerst moeten we zo snel mogelijk stoppen om een nieuw schot in te bouwen. In veel gemeenten pakt een speciale projectgroep de transitie van de zorg voor jeugd op. Wel in samenhang, maar onvoldoende echt samen met de reeds bestaande structuur van maatschappelijke ondersteuning. Hef dat onderscheid op en breng de ontwikkelingen rondom jeugdbeleid daadwerkelijk samen. Alleen door het stelsel van zorg voor jeugd als één geheel te beschouwen, kunnen de slimme verbindingen ontstaan.

Penny wise, pound foolish

Een tweede voorwaarde: stop bezuinigingen op het preventief jeugdbeleid. Veel preventieve projecten, zoals mentorproject Goal in Amsterdam, ondervinden nog altijd last van de dichtgedraaide subsidiekranen. Daarnaast bezuinigen diverse gemeenten in 2015 ook nog eens binnen het sociaal domein. Dit is “penny wise, pound foolish”, omdat de eventueel op het preventief jeugdbeleid bespaarde dubbeltjes als kwartjes terugkomen op de rekening van de jeugdhulp. Terwijl er juist een omgekeerde verschuiving moet ontstaan.

Koester de parels

Koester daarom de parels uit het preventieve veld. Initiatieven die met weinig middelen vaak veel bereiken. Een lichte vorm van ondersteuning thuis kan intensievere jeugdhulp al voorkomen. Ook zijn er veel projecten waarbij vrijwilligers onder meer gezinnen (zoals Home-Start) of jongeren (zoals het eerder genoemde mentorproject Goal) helpen. Luister naar de jongeren, ouders en vrijwilligers die bij deze initiatieven zijn betrokken. De inzet op preventie heeft voor hen heel veel betekend. Neem waar nodig een risico om hen via deze wegen te blijven ondersteunen. Anders ligt er een veel groter risico op de loer.

Investeren op preventief jeugdbeleid

De enige optie die we hebben: de kanteling doorzetten en de juiste ondersteuning bieden, zo snel en zo dichtbij mogelijk. Omvallen kunnen we ons niet veroorloven. Gemeenten moeten zich realiseren dat ze daarvoor zelf gelukkig het belangrijkste redmiddel in handen hebben: investeren op preventief jeugdbeleid. Daarmee wachten tot het transformatiejaar 2015 is slechts verspilling van tijd.

Meer weten of reageren?

Wilt u meer weten over preventief jeugdbeleid of over dit onderwerp nader van gedachten wisselen? U kunt contact opnemen met de auteur van dit artikel.

Marian Zandbergen – m.zandbergen@radaradvies.nl – 06 2121 2690

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.