Advertentie
sociaal / Achtergrond

Parttime waken over leerplicht

De typische leerplichtambtenaar in een kleine gemeente is een vrouw. Ze opereert solo, werkt in deeltijd en onderhoudt met iedereen contact. Het ontbreekt haar vaak aan voldoende tijd om de leerplichtwet goed te handhaven.

12 maart 2010

Tijdgebrek is voor leerplichtambtenaar Yvonne van Well (49) het grote probleem. Ze moet in te weinig uren waken over meer dan tweeduizend leerplichtige scholieren in de gemeente Loenen (Utrecht). Regelmatig bekruipt haar het gevoel dat ze vooral bezig is met vergaderen en met administratieve taken. ‘Dat is geen goed gevoel.’

 

Van Well werkt officieel 18 uur in de week, verdeeld over 5 ochtenden, in de gemeente die bestaat uit Loenen aan de Vecht, Vreeland, Loenersloot, Nigtevecht, en Nieuwersluis. Hoewel het gemiddelde gezinsinkomen hoog is, draait haar werk niet om ski-verzuim. Dat is er steeds minder, want Van Well treedt er nu al 2,5 jaar streng tegen op. Haar aandacht gaat doorgaans uit naar ernstiger zaken. Het meeste schoolverzuim komt volgens haar door ‘gezinsproblematiek’. Zo komt in Loenen relatief veel alcoholisme voor. Lastig daarbij is dat ‘mensen van een beetje niveau, of die zelf vinden dat ze dat zijn, alles angstvallig verbergen. Het moet onder het tafelkleedje blijven’.

 

Een bezoeker arriveert voor leerplichtambtenaar Van Well. Het is een collega die in deze regio verantwoordelijk is voor voortijdig schoolverlaters. Ze verzoekt Van Well om een uitdraai te maken van de namen van deze jongeren in haar gemeente. De bedoeling is om die thuis te bezoeken. Als de uitdraai er eenmaal is, hoeft Van Well alleen nog maar even Sociale Zaken te bellen om te informeren of het klopt dat al die jongeren thuiszitten. Van Well kijkt bedenkelijk. Ze heeft er geen tijd voor. Haar collega heeft begrip voor haar afwijzende houding.

 

Overwerk

 

Tijdgebrek is ook voor veel van haar collega’s in andere kleine gemeenten een belangrijk probleem. De leerplichtambtenaar is daar niet zelden een deeltijdbaan voor één persoon of iets wat een andere beleidsambtenaar erbij doet. Binnenlands Bestuur vroeg gemeenten eind vorig jaar in een enquête naar hun formatieplaatsen voor de handhaving van de leerplicht. Van de 199 gemeenten die antwoordden, hadden er 60 een formatie van 1 fte of minder voor de leerplicht. In de helft van die gevallen gaven de respondenten aan dat ze tijd tekort kwamen. ‘De beschikbare tijd is te weinig voor het handhaven van de leerplichtwet’, schrijven ze. Of simpelweg: ‘Er is te weinig tijd’.

 

Verschillende leerplichtambtenaren geven aan vele uren over te werken. Van Well had bijvoorbeeld aan het eind van 2009 nog 5 weken aan vrije dagen over. Zo is het overal, zegt ze. ‘Het aantal leerplichtmeldingen stijgt fors. In een andere gemeente bij Utrecht sturen ze tegenwoordig wachtlijstbrieven naar scholen. Daarop staat dat er een melding is, maar dat “leerplicht” voorlopig niet kan handhaven vanwege gebrek aan capaciteit.’

 

De oorzaken zijn bij de meeste gemeenten in grote lijnen dezelfde. Door de toegenomen aandacht voor de leerplicht zijn de verwachtingen hoog. Bij steeds meer overleggen mag - of moet - de leerplichtambtenaar aanschuiven. Ze moet ook cursussen doen, zoals bijvoorbeeld over de Verwijsindex Risicojongeren, de database voor hulpverleners, scholen en politie, waarin ze een belangrijke schakel wordt. Veel gemeenten hebben weinig formatieplaatsen voor leerplichtzaken.

 

Ingrado, de brancheorganisatie voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten, heeft sinds 2008 een richtlijn van 1 fte per 3800 leerlingen. Daarvoor was de norm 4500 per fte, maar door de steeds ingewikkelder problematiek bij jongeren en de grote druk op leerplicht om deel te nemen aan overleggen is de norm bijgesteld. De richtlijn is niet verplicht, en uit onderzoek van Regioplan uit 2007 blijkt dat veel gemeenten zich er niet aan houden.

 

Sowieso vinden veel leerplichtambtenaren de norm aan de krappe kant. In veel dorpen moeten leerplichtambtenaren flink reizen om scholen te bezoeken en contact te onderhouden met de ‘zorgpartners’. En vaak hebben ze voor juridische procedures contact met verschillende arrondissementen. In sommige gemeenten is geen opsporingsbevoegheid, zodat de leerplichtambtenaar geen proces-verbaal kan opmaken.

 

Verder moeten leerplichtambtenaren vaak andere taken ‘erbij doen’, zoals het regelen van leerlingenvervoer. Deze laatste taak vraagt soms onmiddellijke actie, bijvoorbeeld als de chauffeur niet komt opdagen. De leerplichttaak raakt dan op de achtergrond. Van Well wordt daarnaast steevast gebeld als er overlast is door jongeren in haar gemeente, omdat zij veel jongeren kent in de gemeente waar ze al haar hele leven woont. Het kost allemaal tijd.

 

Wedloop

 

In sommige gemeenten is de leerlingenadministratie niet goed geregeld. Leerplichtambtenaren moeten daar iedereen, van Amalia van der Aa tot Wilco de Zwijger, zelf invoeren in hun systeem. Van Well heeft inmiddels bereikt dat ze binnenkort software krijgt die de gegevens van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) voor haar toegankelijk maakt, maar het is een soort wedloop.

 

Onlangs zijn er drie instanties bij gekomen die haar om informatie vragen: de Sociale Verzekeringsbank, omdat schoolverzuim sinds kort een reden kan zijn om kinderbijslag in te houden; RISK (de regionale versie van de Verwijsindex Risicojongeren) en het VSV-loket voor vroegtijdig schoolverlaten.

 

Van Well: ‘10 jaar geleden kostten administratieve taken me 4 uur in de week, nu 12 als ik ze goed wil doen.’ De administratie moet dus soms wachten. Ook met het maken van de uitdraai van voortijdig schoolverlaters wacht Van Well tot de koppeling met de IB-Groep werkt. Haar meerderen hebben begrip. Onlangs kwam de burgemeester langs. Er speelden enkele zware zaken, waaronder één van een kind dat ondervoed in het ziekenhuis opgenomen moest worden. ‘Hij deed een arm om me heen en vroeg: let je wel een beetje op jezelf?’ Hopelijk biedt het nieuwe systeem soelaas. Uren erbij verwacht Van Well niet.

 

Cruciaal

 

Heeft het gebrek aan tijd werkelijk ernstige gevolgen voor jongeren in de betreffende gemeenten? Verschillende leerplichtambtenaren maken zich hier zorgen over. De leerplichtambtenaar heeft een cruciale rol in de hulpverlening, vinden ze. In veel gevallen heeft die de startknop van de hulpverlening in handen. Als ouders niet om hulp vragen, als ouders of kinderen hulp weigeren, kan de leerplichtambtenaar er druk achter zetten. Zij heeft het proces-verbaal achter de hand.

 

Bovendien heeft de doorsnee leerplichtambtenaar durf. Zij heeft volgens Van Well en anderen een soort no-nonsense-veldwachtersrol. Waar hulpverleners door nauw contact met ouders ingesponnen zijn geraakt, heeft de leerplichtambtenaar een nuchtere, afstandelijke kijk. Nu ze 2,5 jaar werkt als leerplichtambtenaar merkt Van Well dat de zaken die ze onder ogen krijgt, minder zwaar zijn. Dit komt doordat ze er nu eerder bij is, denkt ze. Haar voorganger deed leerplichtzaken ernaast. Hij had er eigenlijk geen tijd voor. Daardoor liepen zaken meer uit de hand.

 

Ook andere hulpverleners melden concrete schrijnende gevallen, te wijten aan tijdgebrek. Karin van den Berg uit Winsum-De Marne vertelt over een jongen van 17 jaar. Haar voorganger zag de jongen tot hij 14 was, maar daarna is er een tijd lang geen bemoeienis geweest. De jongen ging 2,5 jaar niet naar school. Van den Berg, die daarna met hem in contact kwam, liet hem testen. Regulier onderwijs bleek op dat moment te hoog gegrepen. Om aan zijn psychische welzijn te werken is besloten hem eerst een alternatief traject te bieden. Inmiddels wordt gewerkt aan terugkeer naar een vorm van onderwijs.

 

Veel leerplichtambtenaren zijn net als Van den Berg ontevreden omdat ze te weinig aan preventie kunnen doen en leerlingen onvoldoende kunnen volgen. Hoe zwaar leerplichtambtenaren hun werk ervaren, lijkt van meer dan alleen het aantal leerlingen af te hangen. Net als Loenen hebben veel kleinere plaatsen zo hun eigen problematiek.

 

In Urk vind je jongeren die liever meevaren op het schip van hun vader. Sommige gemeenten in de buurt van Eindhoven hebben te maken met een relatief hoge concentratie van autisme-spectrum-stoornissen. Stadskanaal meldt veel multiprobleemgezinnen. En zo zijn er nog een tiental voorbeelden. In Asten en Someren, bij Helmond, zijn Sinti-gemeenschappen. In Someren gaat het goed, in Asten is het verzuim hoog.

 

Opvallend stressvrij is Anja Tuin, uit Staphorst. Haar uren zijn slechts de helft van de formatie die brancheorganisatie Ingrado aanraadt. Toch heeft ze het rustig. Tuin: ‘De betrokken scholen zitten er heel dicht op. Er is één reformatorische school voor voortgezet onderwijs, waar meer dan 600 leerlingen uit de gemeente naartoe gaan, die er misschien wel te dicht op zit. Als je één of twee keer te laat komt, moet je al terugkomen. Ik kan hier wel de hele werkweek zitten maar dan ga ik me vervelen.’

 

Oplossingen

 

Klagen de overbezette leerplichtambtenaren te veel? Moeten ze niet gewoon beter plannen? Ingradovoorzitter Carry Roozemond denkt dat er reële knelpunten zijn. ‘Ik kan me een gemeente voorstellen met 5 duizend leerlingen die het makkelijk kan organiseren, omdat de school om de hoek is, maar ik kan me ook voorstellen dat de scholen allemaal in verschillende dorpskernen zitten. Je bent dan al een halve dag bezig om van school A naar school B te komen.’

 

Wat zijn er voor oplossingen mogelijk? Leerplichtambtenaren hanteren verschillende strategieën om toch het meest noodzakelijke te kunnen doen. Weinig bewegen is er één van. Mieke Bosmans, doet 18 uur per week leerplicht en leerlingenvervoer in Heumen. ‘Ik ga zo min mogelijk uit huis. Leerlingen moeten hier komen.’ Hariëtte Veldhorst uit Waterland: ‘De afspraak is dat de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de school staat, naar vergaderingen gaat. Ik ga alleen bij grote problemen.’

 

Veel leerplichtambtenaren maken scherpe keuzes. Bosmans: ‘Ik werk niet preventief, doe alleen de meldingen die binnenkomen. Ik zou meer naar bijeenkomsten willen, die bezoek ik niet meer, en ik zou de functie willen profileren, maar die tijd heb ik niet.’

 

Eigen aanpak

 

Van Well is voor samenwerking met andere gemeenten, zoals ook brancheorganisatie Ingrado adviseert (zie kader). Toch verwacht ze dat het nog even duurt. Dit omdat haar gemeente binnenkort waarschijnlijk samengaat met andere gemeenten, namelijk Maarssen en Breukelen. Ook veel andere leerplichtambtenaren zijn voor nauwere samenwerking met collega’s elders. Hun gemeentebesturen zijn er echter niet voor. Die willen juist graag als zelfstandige gemeenten zelf taken behouden.

 

Sommige leerplichtambtenaren zien ook nadelen. Ze willen hun eigen aanpak behouden, of zien praktische bezwaren. Van den Berg in Winsum-De Marne: ‘Ik moet er niet aan denken dat er dan een kantoor op een centrale plek zou komen, in Delfzijl of zo. In het noorden zijn het grote gebieden. Het gebied van gemeente Winsum-De Marne, is nu al van de stad tot aan het wad. Dat is al ver, nog verder is niet handig. Dat is voor ouders en leerlingen niet te doen. Veel éénpitters zullen wel meer gaan werken in verbanden.

 

Gaan ze dan nog zelf zoeken naar schoolverzuim als de politie het niet doet? Van Well, die onlangs samen met een schooldirecteur een weggelopen meisje opspoorde, weet het niet: ‘Ik volg kinderen voor langere tijd. In grote gemeenten laten ze het los zodra ze maar even denken dat ze het kunnen laten gaan.’ Zou ze haar vrijheid missen? ‘Als ik meer uren krijg, houd ik het graag zo. Saai is het nooit.’

 

Samenwerking verlicht werkdruk

 

De oplossing voor de werkdruk van de leerplichtambtenaren ligt in samenwerking met andere gemeenten, stelt brancheorganisatie Ingrado. Voorzitter Carry Roozemond: ‘Je merkt dat steeds meer gemeenten dat gaan doen. Er zijn nu ongeveer vijftien samenwerkingsverbanden in Nederland. Het gaat niet altijd om een apart kantoor, er zijn allerlei passende manieren van samenwerking te bedenken. Het is een nieuwe trend.’

 

Ingrado schat dat tussen de 40 en 50 procent van de circa 180 kleinere gemeenten met minder dan 3800 leerplichtigen structureel samenwerkt met andere gemeenten. Niet altijd alleen zijn er gezamenlijke kantoren. Er zijn ook kleine gemeenten die de leerplicht overlaten aan een ‘grote broer’: de dichtstbijzijnde grote stad.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie