Laat een regeringscommissaris voor volksgezondheid meer samenhang creëren
Als we de volksgezondheid daadwerkelijk willen bevorderen, hebben we meer samenhang nodig.
Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de publieke gezondheidszorg. Het fundament van de huidige infrastructuur om de volksgezondheid te beschermen is verzwakt, versnipperd en te vrijblijvend. Daarmee is ons land onvoldoende voorbereid op toekomstige uitdagingen: de klimaat- en biodiversiteitscrisis, de groeiende gezondheidskloof en toenemende sociale ongelijkheid. Stel een regeringscommissaris voor de volksgezondheid aan. Die kan meer samenhang creëren, betoogt Marleen Kraaij – Dirkzwager van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
Op de agenda van het Kamerdebat staat een lange lijst van losse onderwerpen, waaronder het tabaksbeleid en e-sigaretten, alcoholbeleid, mentale gezondheid, PFAS in hobbykipeieren en bepaalde vissoorten, overgewicht, seksuele gezondheidszorg, en zorgen om glyfosaat. Ook bespreken de Kamerleden het rapport ‘Op onze gezondheid’ van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), dat oproept tot een versterking van de publieke gezondheidzorg. Publieke gezondheidszorg is wat wij als samenleving gezamenlijk doen om de condities te waarborgen waardoor mensen gezond kunnen zijn.
Tijdens mijn ronde in het land, in gesprek over het RVS-rapport, ontmoette ik bevlogen wethouders, professionals en overige burgers. Zij werken aan parels in uitvoering, bestuur en onderzoek. Vaak vanuit de wens om te sturen op de sociale determinanten van gezondheid. Denk aan huisvesting, sociale cohesie, passend onderwijs en veilige werkomstandigheden. Ik hoor bijvoorbeeld over samenwerkingsverbanden van zorgaanbieders en woningbouwcorporaties die zich richten op gezond wonen en samenleven. Of initiatieven om laagdrempelig voorlichting te bieden aan jong en oud, in de wijken of juist online, bijvoorbeeld over gezond ouder worden of het herkennen van financiële zorgen.
In de gesprekken hoor ik verlangen naar meer samenwerking, en tegelijkertijd frustratie rondom het efficiënt en rechtvaardig verdelen van de publieke middelen. Denk aan de scheve verdeling van schaarser wordende expertise of vermoeidheid rondom de Specifieke Uitkeringen (SPUK’s) die integraal gezondheidsbeleid belemmeren.
De versnippering in initiatieven en financiering is – net als de lijst van het Kamerdebat – groot en daarmee lijken we slagkracht te verliezen. We kennen nu 25 verschillende gemeenschappelijke regelingen (voor o.a. GGD’en en Veiligheidsregio’s), tientallen academische werkplaatsen en de jeugdgezondheidszorg wordt soms door GGD’en, soms in centra voor jeugd en gezin uitgevoerd. De volksgezondheid is natuurlijk gebaat bij maatwerk en de publieke gezondheidszorg zal altijd een lokale kleur hebben.
Maar veel vraagstukken vergen een bovenregionale aanpak, zoals het bevorderen van bestaanszekerheid, het zorgen voor een schone leefomgeving rondom industrieën of het voorbereiden op een pandemie. Versnippering van initiatieven, jarenlange onder-formatie en daarmee ook onzichtbaarheid van onze publieke diensten, is onwenselijk als we – collectief, in gezamenlijkheid – de condities willen waarborgen waardoor mensen gezond kunnen zijn.
Als we de volksgezondheid daadwerkelijk willen bevorderen, hebben we meer samenhang nodig. Een lerend samenspel, waarbij alle betrokkenen nieuwe kennis en effectieve praktijken tijdig kunnen herkennen en omarmen. Samenhang staat – of valt – met een sterke overheid, goed toegerust om met alle maatschappelijke partners samen te werken. Ik hoor steeds minder twijfel over een regeringscommissaris voor de volksgezondheid. Welk mandaat zijn we bereid om de regeringscommissaris te geven?
Marleen Kraaij – Dirkzwager is arts Maatschappij + Gezondheid. Sinds 2021 is ze lid van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
Het aanstellen van regeringscommissarissen dient tot het uiterste te worden beperkt en is alleen zinvol in zéér specifieke grote projecten. Het management van een departement moet voldoende krachtig zijn om normale beleidszaken te behandelen.