Advertentie
sociaal / Nieuws

Deel Wmo krijgt aparte financiering

Rijk en gemeenten gaan gezamenlijk het openeinde-deel van de regeling beëindigen.

16 april 2024
Gespaard geld in potjes
Pixabay

In de toekomst zal een deel van de Wmo niet langer via de algemene uitkering van het Gemeentefonds gaan, maar via een aparte financiering. Dat heeft het demissionaire kabinet afgesproken met de koepels van de medeoverheden. Om welk deel het gaat moet nog worden bepaald.

Gemeentesecretaris/Algemeen directeur

Zeelenberg in opdracht van Gemeente Borger-Odoorn
Gemeentesecretaris/Algemeen directeur

Programmamanager Inclusieve Stad

gemeente Dordrecht
Programmamanager Inclusieve Stad

Door de uitgaven voor (een deel van) de Wmo apart te zetten, kunnen gemeenten en rijk beter zien of de kosten aansluiten bij de uitgaven, stelt Esther Verhoeff, woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Bovendien kan daardoor een aparte indexering worden afgesproken. ‘Dat is hard nodig, omdat de uitgaven voor de zorg harder stijgen dan het bbp’, zegt Verhoeff. Het idee is om objectief vast te stellen wat de omvang van dit fonds moet zijn, en welke vorm van indexering daar bij hoort.

Financiering

Welke nieuwe financieringsvorm het wordt is nog onbekend. In ieder geval wordt er gekeken naar de opties van een Bijzondere Fonds Uitkering (BFU) en een constructie als de gebundelde uitkering (BUIG). Laatstgenoemde wordt onder meer gebruikt voor de inzet van de loonkostensubsidie en uitkeringen in het kader van de Participatiewet. De BFU is een uitkering die in de plaats komt van de huidige Decentralisatie-uitkering. Deze financieringsvorm heeft als meest bijzondere eigenschap dat er ook beleidsinformatie opgevraagd kan worden.

Bij de keuze zal rekening worden gehouden met de ‘verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk en gemeenten’, is te lezen in de Voorjaarsnota, die gisteren verscheen.

Voorkeur

Naast de BUIG en het BFU zullen andere mogelijkheden de revue passeren. Wat de VNG betreft ligt een BUIG-constructie voor de Wmo ‘niet meteen voor de hand’, zegt Verhoeff. Dit omdat bij de Wmo inwoners aanspraak maken op voorzieningen voor hun ondersteuningsvraag. ‘Dat is niet goed vergelijkbaar met het verstrekken van uitkeringen op basis van generieke maatstaven, waarop de BUIG-systematiek is gebaseerd’, aldus de VNG-woordvoerder.

Kostenontwikkeling en vergrijzing

Afhankelijk van de gekozen bekostigingsvorm wordt een ‘passende, geobjectiveerde indexering’ onderzocht. Dit zal aansluiten bij de raming die het Centraal Planbureau (CPB) doet in het kader van het Houdbaarheidsonderzoek Wmo en Jeugd. Hierdoor wordt er rekening gehouden met de kostenontwikkeling en vergrijzing. Op het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFv) in juni zal er een voorstel worden besproken. Het streven is dat er met ingang van 2026 nadere afspraken zijn.

Openeinde

Er is tevens gesproken over ‘een gedeelde verantwoordelijkheid’. Zo gaan rijk en gemeenten gezamenlijk de Wmo-uitgaven beheersbaar maken. Daarnaast gaat er een streep door het openeinde-deel van de regeling. Momenteel moet een inwoner die ondersteuning nodig heeft die altijd krijgen, ook als het beschikbare budget op is. Dit maakt de financiële situatie van het sociaal domein ‘onvoldoende stuurbaar’, blijkt onder andere uit onderzoek van BDO. Het draagt volgens de accountants- en adviesorganisatie ‘structureel’ bij aan de ontbrekende financiële grip bij gemeenten.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie