Advertentie
sociaal / Achtergrond

'Dat ene loket voor werk en inkomen komt er'

Over een jaar fuseren het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en uitvoeringsinstantie UWV tot het nieuwe Werkbedrijf. CWI-topman Rens de Groot is er nauw bij betrokken. Tweeluik over de eerste stappen naar één loket in de sociale zekerheid.

11 januari 2008

De fusie van UWV en CWI is de zoveelste reorganisatie in de uitvoering van de sociale zekerheid en het zal niet de laatste zijn, weet Rens de Groot, voorzitter van de raad van bestuur van het CWI. Ter voorbereiding van ons gesprek is hij nog eens in zijn archief gedoken. Hij schuift een sheet over tafel uit 1993. Het plaatje is symbolisch voor de razendsnelle ontwikkelingen in de sociale zekerheid. Het staat vol met namen van organisaties die niet meer bestaan. Tica, CBA, CTSV, arbeidsbureau, allemaal zijn ze al jaren geleden verdwenen en al die afkortingen leveren hooguit nog een aardige quiz voor insiders op. De Groot wijst op de boodschap van het plaatje. Centraal, naast de termen 'één loket' en 'één dossier', staat met grote letters de kreet 'regionaal afstemmingscollege'.

 

De Groot: 'Daar ging het toen om en daar gaat het nu nog om. De arbeidsmarkt is regionaal, de burgers bevinden zich op lokaal niveau. Daar moet je dus je loket neerzetten. Vervolgens moet je je afvragen: hoe organiseren we dat het beste? Dan heb je het over schaal en professionaliteit. Waarom zou een gemeente zich niet laten bedienen door een professioneel Werkbedrijf als dat leidt tot meer continuïteit en borging van kwaliteit?' Met dat samenwerkingsconcept wordt geëxperimenteerd in zogeheten 'toonkamers' (zie reportage vanaf pagina 24), waarin UWV, CWI en sociale diensten samenwerken. De Groot: 'Integrale dienstverlening, ondersteund door landelijk ontwikkelde en beheerde ict-voorzieningen. Geloof me, dat ene loket voor werk en inkomen komt er.'

 

Porren

 

Vanuit zijn kamer op de vijfde verdieping van het CWI hoofdkantoor in Amsterdam heeft topman Rens de Groot fraai uitzicht op het hoofdkantoor van UWV. Twee jaar geleden stapte hij naar zijn collega, UWV-topman Joop Linthorst. De Groot: 'Kunnen we samen niet meer dan apart, was mijn vraag.' De Groot voorzag problemen voor het CWI: 'Wij hebben geen eigen middelen waarmee nieuw beleid in gang kan worden gezet. Daarvoor moeten we elke keer aankloppen bij gemeenten of UWV. Dat is op den duur niet houdbaar.'

 

Zijn tweede probleem was de afbrokkelende politieke steun. Voorop liep Gerrit Zalm. De Groot: 'Voor de Wet werk en bijstand is een marketingcampagne gevoerd met Financiën en de VNG als aanjagers. Geen wonder: minder mensen in de bijstand betekent een flinke meevaller voor de schatkist. Zalm hoopte door de WW naar de gemeenten te brengen nog eens zo'n slag te slaan. CDA, SP en D'66 dachten er ook zo over. Alleen de PvdA bleef ons steunen.' Intussen was het bakkeleien over de erfenis in volle gang. De Groot: 'De VNG wilde CWI-taken overnemen en de uitzendbureaus startten een lobby voor privatisering van de onze arbeidsbemiddeling.'

 

Intussen telde De Groot zijn knopen: 'Tachtig procent van de mensen die zich bij een CWI melden, heeft te maken met de WW, twintig procent met de bijstand. Verder ontwikkelen we instrumenten waarmee we de arbeidsmarkt inzichtelijker maken en mensen zelf in staat stellen hun weg daar te vinden. Het digitaal klantdossier is daar een voorbeeld van, net als werk.nl, het grootste vacatureportaal. Er komt nog meer aan, ondermeer een E-portfolio voor werknemers en werkzoekenden. Dat soort instrumenten moet je landelijk ontwikkelen en neerzetten.'

 

Dit 'i-achtig spul' ziet De Groot als de belangrijkste erfenis van het CWI. Een erfenis die niet goed past bij al die gemeenten, elk met een eigen beleid en ict-systemen. De Groot: 'Bovendien hangen de keuzes die een gemeente maakt sterk af van de wethouder en de manager sociale zaken, en die wisselen nogal eens.' En dus stapte de Groot naar het UWV. De Groot: 'We waren er samen in twintig minuten uit.' In december 2006  de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord waren net begonnen  kwamen De Groot en Linthorst met een gezamenlijk positionpaper waarin de plannen voor het Werkbedrijf wereldkundig werden gemaakt. De gemeentelijke lobby stond even met de mond vol tanden.

 

Het bleek net op tijd. In het conceptregeerakkoord dat begin februari via de kopieermachine van de ChristenUnie op de bureaus van de uitvoerders belandde, werd het CWI praktisch wegbezuinigd. In de definitieve versie werd de bezuiniging van 190 miljoen verdeeld over de gezamenlijke uitvoerders. Maar duidelijk was dat het leeuwendeel voor rekening zou komen van CWI. De Groot: 'Dat dwong ons de fusieplannen te versnellen.'

 

Ontregeld

 

Zo komen de partijen weer uit bij de even beroemde, als beruchte éénloketgedachte, een droom die sinds het begin van de jaren negentig de uitvoering van de sociale zekerheid domineert. Het Centrum voor Werk en Inkomen is eigenlijk de erfgenaam en drager van die droom.

 

In de jaren negentig was Flip Buurmeijer, die begin jaren negentig de parlementaire enquête naar de uitvoering van de sociale zekerheid leidde, de drijvende kracht achter deze gedachte. Hij kreeg van het kabinet opdracht de gemeentelijke sociale diensten, de toenmalige arbeidsbureaus en de uitvoerders van de WW en WAO, zoals het GAK, samen te laten werken vanachter één loket. Maar die samenwerkingsgedachte, vooral gesteund door de PvdA, werd ernstig ontregeld door de tegelijkertijd beoogde marktwerking in de sociale zekerheid, het stokpaardje van de VVD.

 

Volgens die gedachte moesten de uitvoerders van WW en WAO naar de private markt. En dus waren voor het GAK en de andere uitvoerders niet de gemeenten en de arbeidsbureaus, maar de commerciële verzekeraars de meest aangewezen samenwerkingspartners. De Groot, met iets van spijt in zijn stem: 'Men werkte niet samen, maar schermde de eigen klanten juist af. We waren veel verder geweest in de sociale zekerheid als we die beweging in de jaren negentig niet hadden gemaakt. Dat heeft veel geld en energie gekost.'

 

Uiteindelijk werden de partijen in het tweede Paarse kabinet het eens over een heel andere oplossing. De risico's van uitvoering van de sociale zekerheid door commerciële partijen werden te groot geacht. En dus werden het GAK en de andere vier uitvoerders van de WW en WAO samengevoegd tot het UWV. Om de marktwerkers van de VVD tevreden te stellen, werd de reïntegratie geprivatiseerd. Gemeenten en UWV moesten hun bemiddeling in het vervolg inkopen bij private reïntegratiebedrijven. De arbeidsbureaus werden gesplitst in een publieke en een commerciële poot. De commerciële poot werd het reïntegratiebedrijf Kliq  dat ondanks financiële injecties van Zalm al snel ter ziele ging  en het publieke CWI.

 

Dit politieke compromis werd vastgelegd in de wet Structuur uitvoering werk en inkomen (Suwi). De Groot: 'Dat was de bezweringsformule voor dat moment: uitkeringen en claimbeoordeling horen in het publieke domein, ondersteuning bij reïntegratie organiseer je in publiekprivate samenwerking. Je moet bedenken dat dat compromis ontstond in 2001, op de top van de hoogconjunctuur. Er heerste een stemming dat er eigenlijk nauwelijks publieke interventies nodig waren. De marktideologen hadden de wind mee.'

 

De Groot is geen tegenstander van de samenwerking met private reïntegratiebedrijven. 'Wat we oorspronkelijk bedachten over die marktwerking was dat de markt een aantal specialistische diensten zou gaan leveren die wij als publieke organisaties zelf niet in huis hebben. Dan denk je aan deskundige ondersteuning voor mensen die te kampen hebben met verslavingsproblemen en psychische problemen.' Maar er gebeurde iets heel anders. De Groot: 'Ineens was de hoogconjunctuur voorbij, de werkloosheid liep op en de reïntegratiebedrijven maakten maximaal gebruik van de geboden ruimte. Alles wat maar even ondersteuning nodig had, ging op traject. Het liep uit op het wegzetten van grote groepen mensen tegen de laagst mogelijke prijs. Ook als iemand op eigen kracht een baan vond, moest het traject afgemaakt worden. Dat kwam neer op water naar de zee dragen.'

 

Persoonsgebonden

 

Inmiddels is de verplichting tot uitbesteden van reïntegratie voor de gemeenten uit de wet verdwenen. Het directe gevolg is dat publieke partijen hun rol in de reïntegratie tot op zekere hoogte weer terugpakken. De Groot: 'Het eigen contact met de klant wint weer aan belang. Het accent verschuift van standaardtrajecten naar ondersteuning op maat. De reïntegratiebranche moet leren daarop in te spelen. Het reïntegratiebedrijf dat wil overleven zal zich moeten specialiseren.' In dit verband wijst De Groot op de opmars van het persoonsgebonden reïntegratiebudget.

 

De Groot: 'UWV is daar het verst mee, de gemeenten zullen volgen. De combinatie van meer bewegingsruimte voor de professionals in de sociale zekerheid en persoonsgebonden budgetten voor werkzoekenden betekent dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen en coaches maatwerk kunnen leveren.' De Groot ziet het als een onomkeerbare ontwikkeling: 'Ook werknemers zullen hun eigen employability meer en meer moeten gaan organiseren. Daarvoor zullen scholingsfaciliteiten komen. Zoals meeneembare trekkingsrechten op scholingsfondsen in je bedrijfstak. Persoonsgebonden reïntegratiebudgetten sluiten daar naadloos bij aan.'

 

Voor De Groot markeert de fusie het einde van een lange loopbaan in de sociale zekerheid. De organisaties waar hij zijn sporen verdiende, de Sociale Verzekeringsraad, de Federatie van Bedrijfsverenigingen, het Lisv, ze bestaan geen van alle meer. En het CWI heft hij uiteindelijk bijna eigenhandig op. Het deert hem niet. De Groot: 'Het gaat me niet om het instituut, maar om de werksoort. Ik heb altijd gezegd: 'je eigen tent is maar een instrument'.

 

Hoe het CWI ontstond en verdween

 

Toen het CWI in 2001 werd opgericht, bevond de werkloosheid zich met 302.000 op een relatief laag peil; bij het besluit tot samenvoeging met het UWV stond de teller op 333.000. Daartussen bereikte de werkloosheid met 483.000 mensen een recordhoogte in 2005. De aanstaande fusie gaat ten koste van 1500 banen. Bij CWI en UWV werken op dit moment in totaal 21.000 mensen. Het huidige landschap van de sociale zekerheid ontstond op 1 januari 2002 en werd geregeld in de Wet structuur uitvoering werk en inkomen (Suwi). Daarbij ontstond het UWV uit een samenvoeging van de bestaande uitkeringsinstanties (Cadans, Gak, Guo, Uszo, Sfb en Lisv).

 

UWV voert de werknemersverzekeringen (WW en Wao en Wia) uit, beoordeelt het recht op uitkering, zorgt voor de uitbetaling en biedt uitkeringsgerechtigden hulptrajecten om weer aan het werk te gaan. De Arbeidsbureaus werden gesplitst in: CWI met als belangrijkste taak het bemiddelen van werkzoekenden en toegankelijk maken van de arbeidsmarkt, en Kliq, een privaat bedrijf dat de concurrentie moest aangaan op de markt van reïntegratiebedrijven. Gemeenten en UWV kregen aanvankelijk de wettelijke verplichting reïntegratie aan te besteden op de private markt. Deze verplichting werd in 2006 opgeheven met de invoering van de Wet werk en bijstand (Wwb).

 


 

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie