ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Buurtbewoners in Den Haag willen best zonder auto, blijkt uit onderzoek

Buurtbewoners in Den Haag willen best zonder auto, blijkt uit onderzoek. Mobiliteitshubs kunnen op een voorzichtig optimisme rekenen.

29 oktober 2020
auto-delen-iStock-965004050.jpg

Een onderzoek onder bewoners van de binnenstedelijke wijken Bomen- en Bloemenbuurt, Geuzen- en Statenkwartier en Vruchtenbuurt en de VINEX-wijken Ypenburg en Leidschenveen in Den Haag laat zien dat mobiliteitshubs op een voorzichtig optimisme kunnen rekenen. 

Ongeveer 15 procent van de mensen in de stad en elf procent daarbuiten zou overwegen de auto weg te doen. Dat komt neer op een besparing van ruim 4000 privéauto’s en ruim vijf hectare aan parkeerruimte. De schaarse stedelijke ruimte kan de gemeente dan voor andere doeleinden gebruiken, zoals groenvoorzieningen en meer ruimte voor de fiets en voetganger. Het is hierbij wel van belang dat de mobiliteitshubs goed aansluiten op de wensen van de inwoners. De aanwezigheid van een deelauto, kosten van de deelvervoermiddelen en looptijd naar de mobiliteitshub zijn hierbij de belangrijkste factoren bij de overweging om de auto weg te doen.

 

De afgelopen jaren steeg het autobezit en tegelijkertijd worden auto’s voor meer dan 90 procent van de tijd niet gebruikt. Dat kost veel parkeerruimte terwijl gemeenten springen om ruimte. Een transitie van een op bezit gebaseerd mobiliteitssysteem naar een deelsysteem zorgt voor een daling van het autobezit én de benodigde parkeerruimte. Dit onderzoek is relevant omdat de effecten van mobiliteitshubs onbekend zijn. In opdracht van de Gemeente Den Haag en Arcadis deed Yorick Claasen ter afronding van zijn master Civiele Techniek aan de Universiteit Twente onderzoek naar de potentiële effecten van mobiliteitshubs in Den Haag. Mobiliteitshubs zijn hierbij gedefinieerd als locaties in woonwijken waar deelauto’s, deelscooters, elektrische deelfietsen en deelbakfietsen worden aangeboden.

 

De potentiële effecten van mobiliteitshubs zijn met een enquête met keuze experimenten onderzocht in de binnenstedelijke wijken Bomen- en Bloemenbuurt, Geuzen- en Statenkwartier en Vruchtenbuurt en de VINEX-wijken Ypenburg en Leidschenveen. De onderzochte binnenstedelijke wijken hebben een groter aanbod aan deelvervoermiddelen en zijn dichter bevolkt dan de VINEX-wijken. Bovendien hebben alle onderzochte wijken een bovengemiddeld autobezit en een hoge parkeerdruk. De gemeente Den Haag hielp met de verspreiding van de enquête en er kwam een respons van 1174 mensen.

 

Afbeelding 

De mobiliteitshubs dragen in potentie bij aan de beperking van autobezit en gebruik. Uit de analyse van de resultaten komt naar voren dat de binnenstedelijke wijken positiever tegenover het gebruik van mobiliteitshubs staan. Wat blijkt? Hoewel de meeste mensen een eigen auto prevaleren boven het gebruik van één van de deelvervoermiddelen uit de mobiliteitshub, heeft een deelauto weer de voorkeur boven de andere deelvervoermiddelen. De deelscooter, elektrische deelfiets en elektrische deelbakfiets zijn geschikt voor specifieke doelgroepen en situaties.

 

Uit het onderzoek blijkt dat met name leeftijd en de houding tegenover deelauto’s en duurzame vervoermiddelen een belangrijke spelen rol bij het gebruik van de mobiliteitshub. Jonge mensen (

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Jeroen
Als je er objectief naar kijkt dan is het idee van deelauto's natuurlijk heel goed, maar de meeste mensen willen gewoon direct een auto tot hun beschikking kunne hebben en dat is zeker op dit moment met een deelauto nog maar afwachten. Ook zie je echt een verschuiving van kopen naar leasen en van brandstof naar elektrisch, zelf een elektrische auto leasen via bijv, https://www.elektrischeautolease.nl/ is voor de toekomst de beste optie voor de meeste mensen. zo rijd je 100% elektrisch en weet je dat je auto altijd beschikbaar is als je hem nodig hebt. In tegenstelling tot deelauto's. Dat is denk ik de belangrijkste reden dat het de afgelopen jaren nog niet echt is doorgebroken in NL.