Ozb-plafond gaat van tafel
Het heeft er alle schijn van het rijk niet langer voorschrijft met hoeveel gemeenten de onroerendezaakbelasting (ozb) maximaal mogen verhogen. Het zogeheten ozb-plafond geldt mogelijk alleen volgend jaar nog. Vorige week blijkt de evaluatie van de systematiek van de macronorm te zijn besproken in het bestuurlijk overleg tussen het rijk en de gemeenten. Het evaluatierapport concludeert dat het plafond ‘geen effectief beheersingsinstrument is gebleken.’
Het heeft er alle schijn van het rijk niet langer voorschrijft met hoeveel gemeenten de onroerendezaakbelasting (ozb) maximaal mogen verhogen. Het zogeheten ozb-plafond geldt mogelijk alleen volgend jaar nog.
Geen effectief instrument
Vorige week blijkt een evaluatie van de systematiek van de macronorm te zijn besproken in het bestuurlijk overleg tussen het rijk en de gemeenten. Het evaluatierapport concludeert dat het plafond ‘geen effectief beheersingsinstrument is gebleken.’ De evaluatie-werkgroep stelt om die reden voor de norm af te schaffen.
Alternatieven onvoldoende uitgewerkt
Er zijn door de werkgroep alternatieven aangedragen, maar het kabinet vindt die alternatieven nog onvoldoende uitgewerkt om nu al te beslissen tot aanpassing of afschaffing van de huidige norm. Om die reden handhaaft het kabinet de ozb-macronorm nog in 2015 als instrument.
Plafond voor 2015: 3 procent
Voor volgend jaar is afgesproken dat het percentage waarmee de totale ozb-opbrengst maximaal mag groeien, is vastgepind op 3 procent. Concreet betekent de afspraak dat de ozb-opbrengst in 2015 maximaal 3 procent boven de ozb-opbrengst van 3,7 miljard van 2014 mag liggen.
Woonlastennorm op komst
Met het oog op de omvangrijke decentralisaties die ingaan per 1 januari 2015 heeft het kabinet besloten met een schone lei te beginnen. Dat betekent dat de overschrijding van de ozb-macronorm in 2014 – 11 miljoen euro – niet in mindering wordt gebracht op de nieuwe norm voor 2015. Het kabinet is verder voor 2016 van plan om – samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten – te komen tot een zogeheten woonlastennorm. Volgend voorjaar wordt duidelijk wat die nieuwe norm behelst.
En raad eens: wie gaat dat (weer) betalen?