Advertentie

'Hoofdrolspelers in zaak-Spijkers handelden slecht of zelfs kwaadaardig'

Rechtswetenschapper J. van der Vliet onderzocht met studenten de rol van de hoofdrolspelers in de zaak-Spijkers. Met name ombudsman Brenninkmeijer en ex-staatssecretaris Van der Knaap, nu burgemeester van Ede, krijgen een veeg uit de pan.

07 maart 2008

'De onthutsende conclusie is dat sommige hoofdrolspelers namens de (rechts)staat niet eens onrechtvaardig waren, maar erger, omdat zij geen rechtvaardige doelen nastreefden. Zij hebben rechtsstatelijke doelen 23 jaar gebruikt om onrecht te begaan en zijn dus "slecht" en zelfs "kwaadaardig" wegens de klaarblijkelijke onverschilligheid over dat onrecht.'

 

Dit schrijft rechtswetenschapper J. van der Vliet van de Universiteit van Amsterdam deze week in het tijdschrift Openbaar Bestuur. Hij toetste samen met studenten het gedrag van betrokkenen in de zaak-Spijkers aan de eisen van de rechtsstaat en aan eigen beroepsnormen van betrokkenen. Vanaf het begin van de kwestie in 1984 verzaakten gezagsdragers op tal van fronten: medewerkers van het ministerie van Defensie verdraaiden de ware toedracht van het landmijnongeluk waarover maatschappelijk werker Spijkers moest liegen, bedrijfsartsen probeerden Spijkers met verdraaide verklaringen van een psychiater arbeidsongeschikt te verklaren, de landsadvocaat schetste tegen alle beroepsregels in een beeld van Spijkers als psychiatrische patiënt en een officier van justitie nam op onjuiste gronden een beslissing om de bedrijfsartsen niet te vervolgen.

 

In het artikel worden nog tal van andere ambtsdragers genoemd die zich volgens de auteurs aan de rechtsstaat weinig gelegen lieten. Meest prominent komen de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer en oud-staatssecretaris Van der Knaap in beeld (zie 'Hard oordeel over rol Nationale Ombudsman' en 'Van der Knaap moet aftreden'). Ombudsman Alex Brenninkmeijer zou in zijn rapport over de wijze waarop Defensie afspraken met Spijkers naleefde 'aanvechtbare' conclusies hebben getrokken.

 

In het wetenschappelijk artikel wordt vastgesteld dat Van der Knaap naar eigen zeggen 'in alle oprechtheid' erkende dat Spijkers ernstig onrecht was aangedaan, maar dat de uitvoering van de overeenkomst met de klokkenluider 'niet met die beweerde oprechtheid in overeenstemming' was. Daarmee verwijzen de onderzoekers naar de wijze waarop de staatssecretaris de beloofde administratieve rectificatie van onjuistheden over Spijkers heeft afgedaan: door het hele dossier van de klokkenluider achter slot en grendel te zetten in het Nationaal Archief. 'De staat veroorzaakte zodoende problemen met de uitkering en pensioenrechten van Spijkers, maar staatssecretaris Van der Knaap beweerde in het kader van het onderzoek van de ombudsman dat Spijkers de problemen met het wachtgeld aan zichzelf te wijten had.'

 

Geen rechtvaardiging

 

Hoogleraar bestuurskunde Leo Huberts, die de kwestie al jaren volgt, vindt dat het artikel de vinger op de zere plek legt. 'Er is geen enkele rechtvaardiging om iemand aan te doen wat Spijkers is overkomen.' Hij stelt dat het tijd is voor een doorbraak in dit dossier. 'Er voltrekt zich niet alleen een menselijk, maar ook een bestuurlijk drama. De overheid heeft zich van een kwaadaardige kant laten zien en het is aan de Balkenendes, de De Vriesen en Ter Horsten om eindelijk bestuurlijke moed en moreel leiderschap te tonen.'

 

De zaak-Spijkers: slepende klokkenluidersaffaire sinds 1984

 

Maatschappelijk werker Fred Spijkers moest de weduwe van een omgekomen militair in 1984 vertellen dat hij door zijn eigen onvoorzichtigheid was overleden. En dat terwijl Defensie, waar Spijkers werkte, het ongeval met de landmijn niet eens had onderzocht. De maatschappelijk werker maakt tijdens het gesprek met de weduwe duidelijk dat hij de verklaring van het ministerie niet deelde en zo begon de langstlopende klokkenluidersaffaire in de Nederlandse geschiedenis.

 

Het is onmogelijk om de vele verwikkelingen rondom Spijkers in het kort uit de doeken te doen. In essentie komt het er op neer dat door Spijkers inzet het ministerie in 1997 moest erkennen dat het aansprakelijk was voor de dood van de militair. Defensie bleek al sinds 1970 te weten dat het ontstekingsmechanisme een ontwerpfout bevatte. Dat Spijkers niet tegen de weduwe wilde liegen kwam hem echter duur te staan: in 1987 ontsloeg het departement hem. Hij liet het er niet bij zitten en vocht voor eerherstel. De tegenwerking die Spijkers daarbij ondervond was ongekend. Zo probeerden bedrijfsartsen, nadat zijn ontslag in eerste instantie was vernietigd, de Defensiemedewerker op psychische gronden arbeidsongeschikt te verklaren. Nota bene door verklaringen van psychiaters te verdraaien.

 

In 2002 leek de zaak-Spijkers voor eens en voor altijd gesloten te kunnen worden. Tot de net aangetreden staatssecretaris Van der Knaap weigerde zijn handtekening onder de moeizaam bereikte overeenkomst tussen Defensie en Spijkers te zetten. De Tweede Kamer dwong de staatssecretaris uiteindelijk de overeenkomst wel te ondertekenen. Daaruit vloeide volledig eerherstel uit voort, inclusief koninklijke onderscheiding, een belastingvrij bedrag van 1,6 miljoen euro en rectificatie van onjuiste en voor Spijkers schadelijke passages in overheidsstukken.

 

Tot op heden is Defensie op tal van punten in gebreke gebleven, zegt hij. Hij kreeg bijvoorbeeld tegen de afspraken in een belastingaanslag van negen ton. Die aanslag is na veel gedoe van tafel. Spijkers, die zonder inkomen leeft, wil het geld van het ministerie niet aanraken zolang het ministerie zich niet volledig aan de gemaakte afspraken houdt.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie