Advertentie

‘Genoeg beleid, we gaan nu doen!’

Ambtenaren en bestuurders moeten beter aansluiten bij wensen en ontwikkelingen in de samenleving en deze ondersteunen. Volgens Arne Weverling, voorzitter van de Wethoudersvereniging, moeten overheidsmedewerkers creatief durven denken en niet alles in regels willen vatten.

26 november 2014

Ambtenaren moeten creatief durven denken en niet alles in regels willen vatten. Ook bestuurders moeten zich overheidsparticipatie eigen maken. Dat stelt Arne Weverling, voorzitter van de 10-jarige Wethoudersvereniging, tijdens de jaarlijkse Wethoudersconferentie.

Wat heeft de bijeenkomst tot nu toe opgeleverd?
‘Jack de Vries heeft ons gisteren verteld over hoe we moeten opereren in de mediacratie. Wees vooral open, transparant en vertrouwenwekkend. Het is goed daar eens op te reflecteren en om te spiegelen.’

Overheidsparticipatie is het thema van de bijeenkomst. Wat is dat?
‘Overheidsparticipatie staat tegenover burgerparticipatie. Het is schrijnend dat we het elkaar al 2000 jaar moeilijk maken. We hebben een waterhoofd gecreëerd. Gemeenten zijn voor de gemeenschap, maar we hebben er een met regels dichtgetimmerde systeemwereld van gemaakt. Albert-Jan Kruiter heeft hierover verteld. Overheidsparticipatie is dat de overheid aansluit bij ontwikkelingen en wensen in de samenleving en deze ondersteunt.’

De overheid moet zich meer aantrekken van wat de burger relevant vindt, was de boodschap in uw rede. Dat vergt iets van de overheidsmedewerker, niet van de burger. Ambtenaren dus. Wat vergt dat van hen?
‘Ambtenaren moeten creatief durven denken en niet alles in regels willen vatten. Natuurlijk zegt de gemeentesecretaris dan: maar jullie, bestuurders, verwachten dat van ons. Ja, daar zit een uitdaging. Het begint bij de bestuurders. Het is goed dat de zorg over zorgtaken bij gemeenten terechtkomt, maar dan wil de Tweede Kamer dat weer monitoren. Den Haag geeft ons geen ruimte, maar schiet in de regelreflex. Zo houd je elkaar gevangen. Gemeenten zouden toe moeten naar eigen belastingvrijheid, meer autonomie en zeggenschap.’

U noemde een voorbeeld over bewoners die een buurthuis wilde opzetten en dat ambtenaren dan te veel in hun regelkramp schieten en beren op de weg zien. Hoe kunnen wethouders hun ambtenaren los krijgen?

‘Het gaat om bewustwording. In Nederland willen we iedereen gelijk behandelen. Dat is prima, maar er zit ook enige krampachtigheid in. Je kunt best creatief nadenken. Gevallen zijn nooit precies hetzelfde. We moeten in ieder geval het gesprek voeren. Daar is de burger bij gebaat. We moeten niet weer een nieuwe blauwdruk gaan maken.’

We zouden meer vertrouwen moeten hebben in de burger?
‘Ja, de burger ziet zijn gemeente niet meer als zijn gemeenschap. Het is meer wij-zij. De gemeente lost het maar op. Zij moeten zien dat zij ook de overheid zijn. Volgens Kruiter ging het al mis bij de Universele Rechten van de Mens. Het gaat om plichten, iets doen voor de gemeenschap. IN een kleine gemeente gaat dat misschien gemakkelijker dan in een grote gemeente. Ik ben wethouder in Westland wat elf dorpskernen telt. Daar is sociale cohesie, veel vrijwilligers. Succes is er met name in een kleine gemeenschap.’

Overheid heeft meer dan ooit een ondersteunende rol. De zelfbewuste burger wil geen moreel vingertje, maar zelfregie en hooguit ondersteuning. Dat is overheidsparticipatie. Wordt die opvatting breed gedeeld onder wethouders?
‘Ja, wethouders hebben passie voor hun omgeving en voor de maatschappij. Zij hebben hier wel een beeld bij. Natuurlijk heb je te maken met de spagaat tussen individueel en gemeenschappelijk belang. Dat is een dilemma.

Is het niet zo dat de overheid er juist is voor mensen die moeite hebben met zelfregie? En die ook soms moeten horen wat wel en niet mag? Daarvoor zijn er toch wetten en regels?

‘We gaan nooit terug naar af. Maar kijk naar Hollands Kroon die de bezem haalt door het leeuwendeel van hun regelgeving. Dat gaan we in Westland ook doen. Verder moeten wethouders die eigenlijk gewend zijn om alleen te besturen, concreet durven vragen hoe processen werken, die formulieren nalopen. Wat is overbodig?’

Hoe gaat u die gedachte van overheidsparticipatie verder verspreiden?
‘We gaan dit blijven verkondigen en we gaan vooral doen. We gaan naar een doe-democratie. We stoppen niet met nadenken, maar even genoeg beleid, we gaan nu doen! In Westland houden we bijvoorbeeld straks beleidsfuncties opnieuw tegen het licht. Dat zal een hoop gedoe geven, maar een goed vakman komt altijd goed terecht.’

Reacties: 7

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frits / beleidsmedewerker
Las ik daar nu echt de naam Jack de Vries en de woorden open, transparant en vertrouwenwekkend in één zin?
Piet van Noort / Bestuurder DCCM
Wethouders zijn niet meer dan spreekbuizen van tobambtenaren. Zelden gebeurt het dat een wethouden of de gedebuteerde met een eigen mening iets door drukt. Patrick Poelman werd op zijn kustbeleid terug gevloten door Den Haag en ook de huidige wethouders van Bergen en Schagen blijven, zonder een eigen mening te verkondigen, aan een voorgeschreven zandig beleid vasthouden. Natuur, milieu en de Staatskas lijken daarbij geen rol van betekenis te spelen. Rijksbeleid, hoe discutabel ook, wordt met hele grote oogkleppen ingevuld.
Perry Peeters / Creatieve ambtenaar
Zelfvertrouwen en lef, daar draait het om, zowel voor bestuurders als ambtenaren. Gelukkig zijn daar al veel goede voorbeelden van!

Echter, een belerende tekst (vooral het woordje 'moeten' ergert me) gaat geen zelfvertrouwen en lef kweken..
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Altijd goed om je regelgeving tegen het licht te houden maar deze positivo gaat er nog wel achter komen dat je niet zomaar de helft van je regelgeving kunt afschaffen. Een gezellige motorclub is ooit zo aan zijn clubhuis gekomen en vervolgens kreeg je ze nooit mee weg. Als het fout gaat is deze meneer de eerste die moord en brand schreeuwt.
Marij Strijbos / ambtenaar
Je kunt het woord 'moeten' vervangen door: 'het zou goed zijn als...'. Dan zie je hoe het bedoeld is. Gelukkig zijn er goede voorbeelden, waar we vooral naar kijken. Het probleem is dat we geleerd hebben naar de beren op de weg te kijken, waardoor we de kansen laten liggen. Het lef om niet in de regelreflex te schieten en vertrouwen te hebben in de visie op de langere termijn moet opboksen tegen de angst dat je afgerekend wordt. Angst om niet uit te komen met het budget dat beschikbaar is in plaats van bijvoorbeeld goed te investeren in preventie. Durf te kijken naar de inwoners zonder meteen de regels in het achterhoofd te hebben.

Niet iedereen is nog zover, dus zullen de goede voorbeelden op termijn het vertrouwen moeten schenken dat het ook anders kan.
Adrie / ambtenaar
Goed uitgangspunt en altijd de moeite waard om dat te na te streven en zeker ook toe te passen.

Hij wordt alleen erg vervelend als je te maken krijgt met een wederpartij die de dan geldende regels gaat gebruiken tegen de gemeente. En als die zijn (juridische) gelijk haalt, direct de schadeclaim bij de gemeente neerlegt. Vraag me dan wel af of de betrokken bestuurder(s) in zo een situatie dan ook dit standpunt blijven huldigen.
Marcel van Winsen / cultuurhistorisch adviseur
Er wordt nogal wat gesuggereerd in dit artikel en als een harde waarheid geponeerd, waar toch écht wel vraagtekens bij kunnen worden gezet. Alleen al de stelling: 'Overheid heeft meer dan ooit een ondersteunende rol. De zelfbewuste burger wil geen moreel vingertje, maar zelfregie en hooguit ondersteuning'. Ik herken uit mijn eigen omgeving deze 'waarheid' helemaal niet. Eerder het tegenovergestelde, dat vele van mijn collega's en vrienden zich grote zorgen maken over de terugtrekkende overheid (wat ze vaak niet interpreteren als een onvermijdelijke noodzaak, maar als een politiek dogma), terwijl ze ook heel goed beseffen dat je niet zomaar de helft van alle gemeentelijke regels kunt afschaffen, omdat die er nou eenmaal zijn om ervoor te zorgen dat we elkaars rechten respecteren, om efficient en snel te kunnen optreden tegen mensen die treden in de bewegingsvrijheid en woongenot van hun medeburgers (zoals regels om te voorkomen dat iemand door de bouwdrift van de buren zijn uitzicht verliest, of regels die strekken tot het voorkomen van aantasting van woongenot door bewegende lichtreclame in een woonstraat), of om de veiligheid van ons allemaal te garanderen (zoals regels met betrekking tot brandveiligheid of de constructieve veiligheid van (vergunningsvrije) bouwwerken. Hier wordt een politiek dogma uit de landelijke politiek gepresenteerd als voldongen feit, die ook door burgers zou worden gedeeld. Uit welk onderzoek blijkt dat? Waar kan het ik academisch onderzoek vinden dat dat onweerlegbaar aantoont? Wie zegt dat burgers inderdaad vinden dat het grootste deel van de regels overboord moet worden gegooid?

Ik volg toch al een poos de discussie - en dat is een groot woord omdat er eigenlijk nauwelijks echte discussie over plaatsvindt - over deze majeure bestuurlijke beweging die het land nu doormaakt, maar concrete voorbeelden mét afwegingen en voor- en nadelen van regels die echt kunnen geschrapt, of juist moeten worden behouden, zie ik zeer zelden voorbijkomen.. En dat stelt niet gerust...
Advertentie