Advertentie
sociaal / Nieuws

Verwarring over illegale gezinnen

Verplicht 'Europa' gemeenten nu wel of niet tot opvang van gezinnen mét kinderen, zónder verblijfsvergunning? Twee recente rechterlijke uitspraken scheppen verwarring.

26 april 2010

Afgelopen week deden twee voorzieningenrechters uitspraak over de opvang van gezinnen met kinderen zonder verblijfsvergunning. Ze oordeelden verschillend (zie ook ‘Verschillende uitspraken’). Op 13 april deed de Utrechtse voorzieningenrechter uitspraak. Het ging om een moeder uit een Afrikaans land met een kind van 3 jaar dat lijdt aan astma en epilepsie.

 

De moeder maakte bezwaar tegen de beslissing van de gemeente Utrecht om haar en haar dochtertje geen tijdelijke opvang te bieden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De rechter gaf haar gelijk. De gemeente Utrecht moet haar opvangen tot minimaal 6 weken na de beslissing in de bezwaarprocedure.

 

Op 15 april wees de Haagse voorzieningenrechter vonnis. Deze zaak ging over een Angolese moeder met drie minderjarige kinderen. Binnenkort zullen zij vanuit de Vrijheidsbeperkende Locatie Ter Apel, sluitstuk van asielprocedures, op straat worden gezet. Zij vreest dan met haar kinderen buiten te moeten slapen en verzocht de staat de opvang voort te zetten. De rechtbank wees dit af. Deze uitspraken zijn belangrijk voor gemeenten.

 

Al jaren is er discussie met het Rijk over de opvang van kwetsbare groepen. Hoewel der inmidddels over veel groepen overeenstemming bereikt is, blijven er verschillen van opvatting. Het ministerie van Justitie benadrukt dat er altijd opvang is voor degenen die meewerken aan vertrek. Gemeenten willen geen gezinnen in hun parken zien slapen. Jan Braat, ambtenaar in Utrecht: ‘In februari verbood een Zutphense rechter een baby van 8 maanden op straat te zetten. Dat maakt duidelijk waar het ook om gaat.’

 

John van Tilborg, woordvoerder van de Logo-gemeenten, ongeveer honderd gemeenten met asielcentra: ‘Gemeenten stoort het dat ze verantwoordelijk worden gesteld voor schenden van mensenrechten.’ Roel Sluiter, wethouder in Leeuwarden, stelt dat 25 van de G32 gemeenten direct of indirect - via charitatieve instellingen - asielzoekers willen opvangen.

 

Europese uitspraak

 

Op 28 februari werd een rapport van het Europese Comité voor Sociale Rechten (ECSR) openbaar, dat stelt dat Nederland in strijd handelt met het Europees Sociaal Handvest (ESH), waarin staat dat kinderen bescherming en een dak boven hun hoofd verdienen. Het ECSR-rapport betekende een morele overwinning voor gemeenten als Utrecht. Minister Hirsch Ballin meldde in een reactie echter dat dit rapport niet juridisch bindend is. De Haagse rechtbank lijkt nu de minister gelijk te geven, en de Utrechtse rechtbank de gemeenten.

 

Revolutionair

 

Een belrondje langs rechtsgeleerden leert dat de meesten vinden dat de beslissing weliswaar juridisch gezien niet bindend is, maar wel gezaghebbend. Sommigen verwachten bovendien dat de interpretatie door het ECSR gevolgd zal worden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Uitspraken van dit Hof zijn bindend.

 

Rechtsgeleerde Wim Voermans uit Leiden daarentegen vindt dat het Comité op het punt van opvang van dakloze jonge asielzoekers een zó revolutionaire uitleg geeft aan het Europees Sociaal Handvest, dat die vermoedelijk zal sneuvelen. Hij vindt het dus begrijpelijk dat de regering zich niet gebonden voelt. Hoe verder?

 

Het wachten is op een uitspraak in hoger beroep. Ondertussen gaat de lobby verder. Eind april zullen de Logo-gemeenten, zich uitspreken over deze kwestie, verwacht Van Tilborg. Dan is tevens een overleg gepland tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Hirsch Ballin. Een Utrechtse wethouder maakt deel uit van de delegatie.

 

Verschillende uitspraken

 

Utrechtse uitspraak van 13 april: ‘Mocht al juist zijn het standpunt van verweerder dat het ECSR daarbij een onjuiste interpretatie geeft van de personele werkingssfeer van het Handvest - de voorzieningenrechter acht de onderhavige procedure niet geschikt om daarover een oordeel te geven - dan nog geeft het ECSR als gezaghebbende instantie een interpretatie van essentiële onderdelen van het ESH (..) in het licht van de menselijke waardigheid.’

 

Haagse uitspraak van 15 april: ‘Gedaagde heeft op dit punt aangevoerd dat het Sociaal Handvest geen rechtstreekse werking heeft en dat het geen bepalingen bevat waarop voor de Nederlandse rechter een beroep kan worden gedaan. (...) In dit verband heeft gedaagde erop gewezen dat de uiteindelijke beoordeling van politieke aard is die wordt uitgevoerd door het Comité van Ministers. Eiseres heeft een en ander niet kunnen weerleggen.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie