Advertentie
sociaal / Nieuws

Vier fouten in berekenwijze bijstandsbudgetten

Gemeenten krijgen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te weinig geld voor het betalen van bijstandsuitkeringen doordat een aantal belangrijke factoren niet worden meegenomen bij het vaststellen van de bijstandsbudgetten.

07 december 2017

Gemeenten krijgen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te weinig geld voor het betalen van bijstandsuitkeringen doordat een aantal belangrijke factoren niet worden meegenomen bij het vaststellen van de bijstandsbudgetten. Zo wordt er onder meer geen rekening gehouden met de uitkeringen voor statushouders en geld dat al eerder is gebruikt om tekorten te dichten, blijkt uit onderzoek in opdracht van Divosa.

Weeffouten

Adviesbureau AEF ging in opdracht van Divosa na hoe de zogenoemde macrobudgetten of BUIG-budgetten zijn vastgesteld. Uit dat onderzoek bleek dat er vier aanzienlijke weeffouten in de berekenwijze zitten. Het ministerie van SZW heeft bijvoorbeeld geen rekening gehouden met het aantal statushouders dat een beroep moet doen op de bijstand.

 

Vangnetregeling

Daarnaast zijn kortingen in verband met de vangnetregeling niet meegenomen in het vaststellen van de budgetten. Gemeenten met een tekort op de bijstand van meer dan 5 procent kunnen een beroep doen op die regeling, maar het geld dat in dat kader wordt bijgelegd, wordt twee jaar later weer verrekend met het totale bijstandsbudget. ‘De vangnetregeling is feitelijk een sigaar uit eigen doos, waarvan het beslag op het jaarlijkse budget steeds groter wordt’, laat een Divosa-woordvoerder weten. ’De tekorten lopen op, en dus het gebruik van de vangnetregeling. Dat zorgt op zijn beurt weer voor nog grotere tekorten in de komende jaren.’ Gemeenten zijn in 2018 al meteen 2,3 procent van het bijstandsbudget kwijt vanwege het beroep dat twee jaar terug op de vangnetregeling werd gedaan.

Werkloosheid

Daarnaast stellen de onderzoekers dat de werkloosheid onder de beroepsbevolking en het beleid om mensen aan het werk te krijgen steeds minder betrouwbaar wordt als voorspellende factor. Doordat sinds de decentralisaties veel mensen met een arbeidshandicap in de participatiewet (en dus de werkloze beroepsbevolking) zijn ingestroomd, zullen beleidsmaatregelen naar verwachting minder snel een effect sorteren. Of de ontwikkeling van de werkloze beroepsbevolking nog een betrouwbare voorspellende factor is voor de bijstandsbudgetten, moet volgens Divosa worden onderzocht.

Transparantie

Ook stelt het ministerie van SZW zelf de budgetten bij op basis van verwachte beleidseffecten. De manier waarop dit wordt gedaan is volgens de onderzoekers niet te staven. Divosa roept het ministerie dan ook op om voortaan transparanter te zijn in de manier waarop het de budgetten bijstelt.

Tekort bij 80 procent gemeenten

Divosa vroeg in september al aandacht voor de te lage bijstandsbudgetten. 2017 is het derde jaar op rij waarin gemeenten niet genoeg geld van het rijk krijgen om aan alle bijstandsverplichtingen te voldoen. Vorig jaar bedroeg het tekort 6 procent, omgerekend 360 miljoen euro. Maar liefst 80 procent van de gemeenten had dat jaar niet genoeg geld om de uitkeringen te betalen. Divosa wijst erop dat de plicht van het rijk om gemeenten een toereikend budget voor de bijstand beschikbaar te stellen, is vastgelegd in de wet.

N.b.: In een eerdere versie van dit artikel stond abusievelijk 'Het Centraal Planbureau (CPB) heeft in de modellen die het gebruikt om informatie te leveren aan het ministerie van SZW bijvoorbeeld geen rekening gehouden met het aantal statushouders dat een beroep moet doen op de bijstand.' 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie