Advertentie
sociaal / Nieuws

Samenwerking: platteland versus stad

Op 31 mei moeten alle gemeenten aan minister Plasterk laten weten met wie ze gaan samenwerken. Randgemeenten durven uit angst voor latere annexatie door ‘de grote broer’ niet zo snel met een centrumstad te gaan samenwerken.

24 mei 2013

Het is bijna D-day voor alle 408 gemeenten. Uiterlijk 31 mei moeten zij aan minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) laten weten met wie ze gaan samenwerken om de decentralisaties werk, jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning/ langdurige zorg in goede banen te leiden.

Deze zogeheten congruente samenwerkingsverbanden moeten een samenhangend verzorgingsgebied kennen, een omvang hebben van zo´n 100.000 inwoners en op 1 januari 2014 operationeel zijn.

Over de vraag wie met wie wil samenwerken, is de afgelopen maanden in zo’n beetje ieder gemeentehuis het hoofd gebroken. Een aantal centrumgemeenten heeft het daarbij lastig, weet Marjolein Stamsnijder van Platform31, projectleider regionale samenwerking. Die centrumgemeenten dreigen weg te vallen in het gat van een spreekwoordelijke donut. ‘Ons beeld is dat gemeenten het liefst rondom de centrumsteden gaan samenwerken. 

De centrumstad − als gat in de donut − dreigt op een aantal plekken alleen over te blijven. Dat is een probleem omdat de centrumsteden vaak met de grootste sociale problemen kampen en de meeste sociale en maatschappelijke voorzieningen in de regio hebben.’ De randgemeenten durven uit angst voor latere annexatie door ‘de grote broer’ niet zo snel met een centrumstad te gaan samenwerken, stelt Stamsnijder. Plasterk ziet de vorming van de congruente samenwerkingsverbanden immers als voorloper van uiteindelijke gemeentelijke herindeling. 


Huiver
Maar niet overal is de huiver even groot. Stamsnijder ziet ook dat in regio’s voor een centrumgemeenteconstructie wordt gekozen. Centrumgemeenten pakken de decentralisaties voor de omliggende gemeenten op, door bijvoorbeeld het beleid uit te stippelen en de inkoop te regelen.

Plasterk is overigens geen voorstander van een dergelijk construct. Hij vreest dat de democratische legitimatie in het gedrang komt. Die komt echter ook in de knel bij de vorming van de samenwerkingsverbanden zoals de minister die voor ogen heeft, stelt de Algemene Rekenkamer in een recent advies aan de minister. De democratische controle op de vele reeds bestaande samenwerkingsverbanden laat nu al vaak te wensen over, waardoor gemeenteraden steeds meer op afstand komen te staan. Met de decentralisaties die voor 2015 op stapel staan, wordt dit zorgenpunt nog pregnanter, waarschuwt de Algemene Rekenkamer.

Bij de zoektocht naar geschikte partners wordt momenteel overigens te weinig naar de inhoud gekeken, constateert Stamsnijder. ‘Jammer, omdat de ervaring leert dat regionale samenwerkingsverbanden het meest effectief zijn als vanuit de inhoud naar geschikte samenwerkingspartners wordt gezocht. Omdat gemeenten worden verplicht om op korte termijn die congruente samenwerkingsverbanden te vormen, wordt niet zo zeer gekeken naar welk maatschappelijk probleem gemeenten willen tackelen en welke schaal daarbij hoort, maar vooral naar de vorm. Het is goed dat de boel wordt opgeschud, dat de lappendeken aan samenwerkingsverbanden wordt opgeschoond, maar ga niet krampachtig alles op één schaal doen. Dat is niet efficiënt.’ Volgens Stamsnijder moet de inhoudelijke opgave leidend zijn voor de schaal en organisatie van het regionale verband.

Dwarsverbanden
In acht Noord-Hollandse gemeenten is wel vanuit de inhoud samenwerking gezocht en gevonden, stelt Annemieke Verburg, secretaris regionale samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer. De gemeenten werkten op een aantal domeinen al geruime tijd met elkaar samen, maar ‘door de decentralisatiebrief van Plasterk [waarin hij gemeenten verplicht congruente samenwerkingsverbanden te vormen, red.] is besloten een overkoepelend orgaan in het leven te roepen om dwarsverbanden tussen de drie decentralisaties te realiseren. De brief heeft tot versnelling geleid.’ De colleges van de acht gemeenten hebben het besluit al genomen om het congruent samenwerkingsverband te vormen; de raden zijn nu aan zet. De acht gemeenten samen tellen 240.000 inwoners.

Geen zin
Diverse gemeenten zien de vorming van (nieuwe) congruente samenwerkingsverbanden niet zitten en trekken zich niets aan van deze Haagse verplichting. Sommigen kunnen er bovendien simpelweg niet aan voldoen. Zo heeft het Nijkerkse gemeentebestuur aan Plasterk laten weten dat het voor Nijkerk geen zin heeft om een congruent samenwerkingsverband te vormen. Door andere verplichtingen die de rijksoverheid oplegt, werkt Nijkerk voor de decentralisaties werk en langdurige zorg samen met de regio Amersfoort en de arbeidsmarktregio Utrecht-Oost en rondom Jeugdzorg met de Regio FoodValley. Dat blijft de gemeente zeker tot 2020 doen.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frank van den Hoven / Redacteur
In eerste instantie lijkt het plausibel: een conglomeraat van samenwerkende en-of fuserende plattelandsgemeentetjes, zoals ze de laatste jaren en decennia soms zijn ontstaan als sterke vuist tegen de grote buur-stad. Maar vast niet toevallig, komen de recente herindelingsadviesrapporten mbt zowel Groningen, Fryslan als Brabant (op inhoudelijke gronden, zoals hierboven ook als wenselijk wordt gesteld) tot de conclusie dat het nodale principe toch het beste werkt (voor zowel stad als platteland), d.w.z. de stad als centrum met een daarbij horend logisch op die stad georienteerd (qua economie en/of landschap en/of sociaal etc. etc.) ommeland.



Overigens m.b.t. het rijtje Noord-Hollandse gemeenten: Alkmaar, Schermer en Graft-De Rijp gaan in 2014 al fuseren dus vanaf dan zijn het er nog 6.
Advertentie