Advertentie
sociaal / Achtergrond

'Het antwoord is altijd: werk'

Paul de Krom (47), nieuwe VVD-staatssecretaris op SZW, geeft zijn eerste grote interview. Met zijn motto ‘Werk, werk (en nog eens) werk’ kon hij zo zijn weggelopen uit het eerste kabinet-Kok. Maar of we straks ook zonder voedselbanken kunnen?

20 december 2010

Staatssecretaris van armoede.

 

‘Nee. Van wérk. En inkomen.’

 

Maar wie niet werkt, zal alleen nog van voedselbanken eten. Armoede ligt ernstig op de loer bij dit regeerakkoord.

 

‘Integendeel! Werk is de beste manier om te voorkomen dat je erin raakt en te zorgen dat je eruit komt en blijft. Daarom zit ik hier. Dat is de intentie van het regeerakkoord, mijn nadrukkelijke opdracht.’

 

Het woud van regelingen heeft niet geholpen. Nu gaat u ook nog meer korten op uitkeringen als werkstimulans.

 

‘De filosofie erachter is een veel activerender sociaal stelsel: prikkels inbouwen en bemiddeling doelmatiger organiseren.’

 

Hebt u in uw persoonlijk leven met armoede te maken gehad?

 

‘Gelukkig, zoals de meeste Nederlanders, niet. Ik matig me dan ook niet aan dat ik het me helemaal kan voorstellen. Bij de schuldhulpverlening in Zoetermeer zag ik onlangs dat het écht geen feest is als je geen gas, licht, water meer kunt betalen, geen brood kunt kopen. Een steuntje in de rug zal voor sommigen altijd nodig blijven. Maar het antwoord is werk.’

 

U hebt een enorm zware portefeuille, met wel vijftien taken.

 

‘Ik heb geen seconde geaarzeld. In mijn carrière, ook in het personeelsvak, heb ik reorganisaties meegemaakt. Weet dus: met je baan verlies je ook je sociale, maatschappelijke omgeving. Dramatisch. Ik pak die draad weer op, met diepgewortelde overtuiging. Inderdaad, in de Kamer deed ik integratie. Maar die post ging naar het CDA. Deze baan is zeker zo interessant.’

 

Wat wordt uw grootste kluif?

 

‘Zonder twijfel het hervormen van de onderkant van de arbeidsmarkt. Het bij elkaar brengen van regelingen als WWB, WSW, Wajong, WIJ tot één regeling. Met de uitvoering in één hand, die van de gemeenten. Van hoe het er precies uit gaat zien heb ik nu nog geen blauwdruk. Wel de principes: opbouwen van onder naar boven, van buiten naar binnen om de klant heen. Dus betrekken we de uitvoerders er stevig bij.’

 

Terwijl ook hun budgetten dalen. Ze staan nu al op hun achterste benen.

 

‘Het bredere perspectief is dat ook SZW - met 62 miljard een kwart van de rijksbegroting - zijn deel neemt in de achttien miljard bezuinigen. Pijn dus bij de organisaties, maar ook binnenshuis. Ik kan me de weerstand, de bezorgdheid, wel voorstellen. Maar het kán, bemiddeling efficiënter maken. Gemeenten hebben er belang bij mensen uit de bijstand te houden, maar intussen stroomt de Wajong voller. Dat soort effecten moeten eruit. Ook ten gunste van de cliënten zelf. We moeten meer doen met minder geld. Wat daarbij zal helpen, is de komende krapte op de arbeidsmarkt.’

 

Die verwacht u stellig.

 

‘Ja. Vergrijzing en ontgroening manifesteren zich al vanaf dit jaar. Dat is een demografisch gegeven. Dat geeft kansen aan mensen die nu op grotere afstand staan. Gemeenten sorteren al voor: meer doen met minder middelen. Ik noem Amsterdam, Dordrecht. Dat spreekt me aan: de handen uit de mouwen.’

 

Tegelijk saneert u de inkomens aan de onderkant.

 

‘Wacht even! Wat we níét doen is mensen die al in de WSW zitten, herkeuren. We beperken wel de instroom: de verwachting is dat meer mensen aan de slag kunnen, met loonaanvulling en begeleiding. Voor duurzaam en volledig arbeidsongeschikte Wajongers verandert ook niets. Er blijft dus een vangnet. Dat moet.’

 

Toch kiest de overheid meer voor kansrijke dan kansarme onderkanters.

 

‘Nee. We kiezen ervoor om mensen die kúnnen er zoveel mogelijk bij te betrekken. We berusten er niet in dat het vroegere WAO-drama zich bij de Wajong herhaalt. Nu zitten er 200 duizend mensen in. Doen we niets, dan verdubbelt dat in dertig, veertig jaar. Dat is ver weg ja, maar het gaat om mensen die je anders levenslang in een uitkering opsluit.’

 

Eerder is ingezet op de kansarmste groep, maar dat leverde geen succesvolle resultaten op. De kansrijkeren komen misschien wel weg zonder hulp.

 

‘Vanuit de WW stroomt 80 procent weer snel in, daar hoef je geen geld in te stoppen. De grootste groep kansrijkeren ‘op afstand’ heeft een duwtje in de rug nodig. Daar zit de winst, daar zetten we nu op in. De derde, kansarme groep schrijven we evenmin af. Hoe? Dat is de vraag. In gesubsidieerde banen gaan miljarden om, de doorstroom is te gering. Hoe dat komt gaan we nog onderzoeken, maar we beginnen wel alvast.’

 

Er zijn wat grappige hobbeltjes op weg naar de arbeidsmarkt, zoals de boerka. Hanenkammen, oor- en neusringetjes ook?

 

‘Bespreek dat nou maar met de minister van integratie. In het algemeen: wie werkgevers door gedrag of kleding niet willen, mag je korten. Dat gebeurt al.’

 

Allochtonen hebben een achterstand. Probeert u dat gegeven extra in te weven?

 

‘Ja. Als liberaal kijk je naar individuen, niet naar groepen. Dat geldt ook voor ouderen, mensen met een arbeidshandicap: vergroot hun kansen door maatwerk. Een jonge vrouw achter de kinderwagen sprak mij als Kamerlid vorig jaar aan in Rotterdam: ‘Na jaren bijstand heb ik weer een baan. Maar waarom krijg ik honderd euro minder?’ Ik had geen antwoord. Daarom komt in dit regeerakkoord de bijstand niet boven het minimumloon uit. Het stelsel moet activeren.’

 

U verplicht zelfs kersverse alleenstaande moeders weer aan de slag te gaan, terwijl de crèches nog duurder worden. Nu al gaat soms meer dan de helft van hun inkomen erheen.

 

‘Niet leuk, maar de kosten voor opvang zijn de afgelopen jaren voor de overheid totaal uit de hand gelopen. Overheid en werkgevers blijven meebetalen. En ja, op ouders doen we een extra beroep. Ieder moet zijn steentje bijdragen, daar draai ik niet omheen.’

 

Het blijft raadselachtig hoe u volledig inzet op reïntegratie en tegelijkertijd ook daarop bezuinigt.

 

‘Het enige wat we doen is de wel degelijk doorgaande groei van de begroting voor de onderkant met twee miljard beperken. Dat zijn we de belastingbetaler verplicht.’

 

Wat kunnen, al met al, gemeenten van u verwachten?

 

‘Dat ik ze nauw zal betrekken bij de vormgeving van deze operatie. Niet eindeloos - er staat druk op – maar het moet wel zorgvuldig. We hebben die expertise gewoonweg nodig. Eén ding: wat in het regeerakkoord staat, stáát. Daar wijk ik niet van af.

 

‘Mag ik nog even? Dit ministerie heeft een lange traditie om meer mensen succesvol naar werk te helpen. Ook destijds, bij de hervorming van de WAO, was er koudwatervrees. Die kunststukjes van toen gaan we nog een keer doen. Met een scherp oog voor mensen die hulp nodig hebben. Nederland heeft een van de laagste armoedecijfers van Europa. We doen het dus eigenlijk heel goed.’

 

Het aantal voedselbanken, putje van een zich beschaafd noemende samenleving, stijgt explosief. Gaan we onder uw bewind een daling meemaken?

 

‘Luister. Mijn vraag is: waarom komen mensen daar? We hebben een fatsoenlijk sociaal minimum in Nederland. De achterliggende vraag is dus: waarom zijn voedselbank en schuldhulpverlening nodig? Kom je daarin terecht als je goed op je centjes let? Waarbij ik besef dat mensen van de rails af kunnen rollen en dus een steuntje in de rug nodig hebben. De indruk mag niet blijven hangen dat ik armoede niet belangrijk vind. Mij gaat het de hele tijd erom: hoe kom je er zo snel mogelijk uit? De eigen verantwoordelijkheid blijft bij mensen zelf liggen.’

 

Paul de Krom

 

Geboren: 10 februari 1963, Zutphen.
Zoon van: vertegenwoordiger verpakkingsmaterialen en slagersdochter.
Hoogste opleiding: juridische bestuurswetenschappen, Groningen.
Eerste baan: hoofdambtenaar ministerie Defensie.
Mooiste wapenfeit: campertocht Verenigde Staten met vrouw en kinderen.
Laatste boek: over geschiedenis Leidschendam en Voorburg.
Wil nog: van deze baan een succes maken.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie