Meer genieten en flaneren in Utrecht

De Utrechtse wethouder Mirjam de Rijk wil van Utrecht weer het kloppend hart van Nederland maken. ‘Utrecht moet de ontmoetingsplek van Nederland worden.’

Metamorfose
Maar dan moet er wel wat gebeuren. De gemeente wil de komende vijf jaar 27 miljoen euro investeren in de openbare ruimte van het centrum. De kwaliteit daarvan moet verbeteren door gebruik, inrichting en beheer beter op elkaar af te stemmen. Met twee initiatieven die bij elkaar aansluiten moet de metamorfose gestalte krijgen: de pilot Openbare Ruimteplan Centrum en het herziene Ontwikkelingskader Horeca Utrecht 2012. Onder de pilot valt het werkboek ‘Aantrekkelijk en Bereikbaar Centrum’ die dinsdag in te zien was op de raadsinformatieavond. ‘Dat werd heel goed ontvangen’, aldus De Rijk.

Flaneren
Volgens De Rijk zijn ondernemers en bewoners zelf al bezig met plannen. ‘De Twijnstraat moet een fiets- wandelstraat worden voor dat publiek. Nu rijdt iedereen nog door die straat, waardoor het genieten en flaneren in het gedrang komt. We willen de straat bij het hart van de stad betrekken en dat ook met andere straten doen, zoals de Voorstraat en de Nachtegaalstraat.’ Een van de redenen om de inrichting te veranderen is de toename van het internetshoppen en de dalende omzet bij ondernemers. ‘Grote uitgaven doe je via internet. Maar je gaat naar de stad om iets te beleven. Een terrasje, een galerietje en naar meer kleinschalige winkels.’

Impuls
De herinrichting moet efficiënt plaatsvinden door allerlei losse projecten met elkaar te combineren. ‘We willen het geld kwalitatief inzetten en betrekken de gebruikers erbij. Dan gaat het sneller en wordt het mooier.’ Het geld wordt onder meer besteed aan de herinrichting van het stationsgebied, onderhoud en in de samenwerking tussen diensten en met ondernemers. Daarvoor is een speciaal ondernemersfonds opgezet waar ondernemers ook gebruik van kunnen maken. ‘De ondernemers hebben bedongen dat 10 miljoen vrijkomt om de aantrekkelijkheid te vergroten. We overleggen met hen over wat een impuls geeft aan de binnenstad.’ De werkzaamheden kunnen “even gedoe” geven, maar zouden door de afstemming sneller moeten gaan.

Straatstenen
In het centrum moet zowel eenheid als verscheidenheid te zien zijn. ‘Een plein is natuurlijk wat anders dan een straat. Maar voor de bestrating worden nu bijvoorbeeld 40 verschillende soorten stenen gebruikt. Het is beter een paar te kiezen. Dat is ook goedkoper in het onderhoud.’ Ook de verkeersstromen moeten anders. Auto’s moeten niet door de binnenstad rijden als dat niet hoeft. Ze moeten aan de rand van de stad beter kunnen bepalen waar ze de stad ingaan. ‘We willen niet de hele binnenstad autoluw maken, maar nu is het teveel “gestapeld” met zowel fietsers, auto’s, openbaar vervoer. Fietsverkeer willen we ook beter verdelen over routes in de binnenstad. Nee, ze hoeven niet om te rijden. Fietsers laten zich niet omleiden.’ Tot slot hoopt De Rijk op meer geld van het Rijk voor trams in de binnenstad. ‘Als het geld voor trams er niet komt, dan blijft het proppen. Bussen vormen nu vaak een barrière. Streekvervoer zou wel al om de binnenstad heen kunnen.’

Horeca
In het horecabeleid is plaats voor meer terrassen en meer horeca in de wijken. ‘Dat vergroot ook het plezier. De binnenstad is vrij klein en daardoor is de beleving dat er weinig horeca is. Maar meer ruimte voor horeca is daar niet. Die is er wel aan de randen van de binnenstad. Mensen kunnen daar dan ook naar het café of restaurant.’