Gemeenten: geen geld, geen beleid voor elektrisch rijden
Meer dan de helft van de gemeenten heeft ook geen beleid voor deze ontwikkeling en elektrische auto’s in het eigen wagenpark komt je slechts in 39 procent van de gemeenten tegen. Dat blijkt uit onderzoek van Natuur & Milieu. Toch is de belangenorganisatie positief.
Driekwart van de Nederlandse gemeenten heeft geen geld voor openbare oplaadplaatsen voor elektrische auto’s. Meer dan de helft van de gemeenten heeft ook geen beleid voor deze ontwikkeling en elektrische auto’s in het eigen wagenpark komt je slechts in 39 procent van de gemeenten tegen. Dat blijkt uit onderzoek van Natuur & Milieu. Toch is de belangenorganisatie positief.
Transitie komt eraan
We staan aan het begin van de transitie naar grootschalig elektrisch vervoer, stelt Maarten van Biezen, hoofd mobiliteit bij Natuur & Milieu. De ambitie waaraan rijk, marktpartijen en gemeenten zich hebben gecommitteerd is dat in 2020 het aantal elektrische auto’s stijgt tot 200.000, vijf jaar later zou dat zelfs een miljoen moeten zijn. De huidige 10.000 openbare oplaadpalen zijn daarvoor bij lange na niet genoeg. En dat de groei daarin al twee jaar stilligt, ondanks de 5,7 miljoen euro die voor marktpartijen en gemeenten klaar ligt bij het ministerie van Economische Zaken, schiet ook niet op. Maar Van Biezen verwacht ‘zeer binnenkort’ een doorbraak in de onderhandelingen over de verdeling van dat geld. Dan kan het plaatsen van de benodigde 30.000 extra laadpalen beginnen, stelt hij.
Geen beleid voor elektrisch rijden
Daarvoor moet bij gemeenten nog wel veel gebeuren, toont het onderzoek van Natuur & Milieu, waaraan 165 gemeenten meededen. Vooral de bevinding dat meer dan de helft van de gemeenten geen beleid heeft voor elektrisch rijden, vraagt om actie. Van Biezen kan het wel verklaren. Aanvankelijk waren het de netwerkbeheerders, verenigd in de stichting E-laad, die de eerste laadpalen plaatsten. Toen hun budget daarvoor op was, sprak de Tweede Kamer uit dat het eigenlijk geen taak was voor de netwerkbedrijven en stopte de bijdrage, legt hij uit. ‘Toen viel er een gat. Grote gemeenten zijn zelf doorgegaan met het plaatsen van palen, maar in veel kleine gemeenten viel het volledig stil. Zonder beleid daarvoor valt een aanvraag van een particulier om een laadpaal te mogen plaatsen ook een beetje rauw op het dak van de betreffende ambtenaar.’
"Wij plaatsen geen oplaadpunten"
Dat blijkt ook uit het onderzoek. Op de vraag wat de gemeente doet met een aanvraag, antwoordt 12 procent met een doorlooptermijn over wanneer het oplaadpunt uiterlijk geplaatst wordt. 15 Procent reageert afwijzend: “Niet mogelijk, wij plaatsen geen oplaadpunten in de openbare ruimte”. En 39 procent zegt dat het onbekend is wanneer de paal wordt geplaatst: “U staat genoteerd. We houden u op de hoogte”. Ook in de overige gevallen kan de gemeente de aanvrager geen duidelijkheid verstrekken.
Kleine bijdrage van gemeenten
Natuur & Milieu hoopt dat dat gaat veranderen met de doorbraak in de verdeling van de subsidie van Economische Zaken. Als de marktpartijen het inderdaad eens worden over de manier waarop zij hun aandeel leveren aan de laadpalen, kan de rijkssubsidie worden verstrekt. Voor gemeenten blijft er dan maar een kleine bijdrage in de kosten over, zoals voor het verstrekken van de vergunningen en het creëren van parkeerplekken bij oplaadpalen, verwacht Van Biezen.
Goede voorbeeld met eigen wagenpark
Dan blijft alleen nog de uitdaging over om zelf het goede voorbeeld te geven. Op de vraag of de gemeente zelf elektrische auto’s in het wagenpark heeft, antwoordt op dit moment 61 procent “nee”.
Dit betreft weliswaar niet het beleid van de gemeenten, die inderdaad iets moeten vinden van het plaatsen van palen, maar in de huidige situatie wordt dus eerst de aanschaf en vervolgens het NIET gebruiken van de elektromotor van de (hybride) elektrische auto's gestimuleerd.