Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Aanpassing waterheffingen gaat niet door

De rigoureuze aanpassing van de waterheffingen, zoals bepleit door de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB), lijkt van de baan. In plaats daarvan studeert de Unie van Waterschappen op verbeteringen binnen het huidige stelsel.

24 juli 2019
klimaat-geld-groen.1.JPG

De rigoureuze aanpassing van de waterheffingen, zoals bepleit door de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB), lijkt van de baan. In plaats daarvan studeert de Unie van Waterschappen op verbeteringen binnen het huidige stelsel.

Onvoldoende draagvlak

Volgens unievoorzitter Rogier van der Sande bestaat er binnen de waterschappen onvoldoende draagvlak om de verandering door te voeren. ‘Het was een majeure stelselwijziging, in een poging het nog beter te krijgen. Maar de reactie van de meeste waterschappen was: het is te veel. We moeten even pas op de plaats maken. Als je al niet voldoende draagvlak vindt binnen de unie, dan moet je je met­een afvragen of je dat wel zult vinden in de rest van de samenleving.’

Vervuilers de klos

In het nieuwe stelsel moesten vervuilers via de waterzuiveringsheffing voor een groter deel van de kosten opdraaien. Wie meer dan gemiddeld baat heeft bij het waterbeheer zou daar via de watersysteemheffing ook extra voor worden belast. Die principes sluiten aan bij de bevindingen in het rapport ‘Water Governance in the Netherlands’ van de OESO (2014), waar een tekort aan waterbewustzijn in Nederland werd vastgesteld. Dat rapport was een van pijlers onder het advies van de commissie.

Draagvlak verloren 

‘De principes van de Commissie Aanpassing Belastingstelsel zijn goed uit te leggen’, reageert Van der Sande. ‘Maar het gaat om de concrete invulling ervan. Daar zagen we dat het draagvlak verloren ging. Een aantal groeperingen, waaronder natuurorganisaties, moest beduidend meer gaan betalen. Terwijl wij als waterschappen ons werk niet veel anders zouden gaan doen. Dan kloppen de principes, maar raak je het gevoel van rechtvaardigheid toch snel kwijt.’

Goed proces 

De uitkomst is opmerkelijk omdat een groot aantal waterschappen in de belastingcommissie was vertegenwoordigd en ook natuurclubs en landbouworganisatie LTO werden geconsulteerd. ‘Er is een  goed proces doorlopen, waarin iedereen zijn zegje heeft kunnen doen’, zegt Van der Sande. Voorzitter van het CAB, dijkgraaf van Zuiderzeeland Hetty Klavers, verwijst voor commentaar naar de unie.

Ontzettend lastig
Volgens heemraad Goos den Hartog van Waterschap Rivierenland was de nieuwe opzet van de watersysteemheffing, zoals die door de CAB werd bepleit, in de praktijk ‘ontzettend lastig te hanteren’. Vooral in een gemengd, deels stedelijk en deels agrarisch gebied. ‘Wil je daar het profijtbeginsel toepassen, dan moet je precies kunnen bepalen wat aan de categorie gebouwd en wat aan de categorie

ongebouwd valt toe te schrijven. Dat is een enorm ingewikkelde rekensom.’

Tariefdifferentiatie 

Toch is aanpassing van het huidige stelsel ook volgens Den Hartog noodzaak. Als tijdelijke oplossing zou volgens hem aan meer waterschappen toestemming voor tariefdifferentiatie moeten worden verleend. Nu is dat voorbehouden aan een beperkt aantal waterschappen dat relatief hoge kosten maakt. ‘En daarnaast gaan we wat mij betreft met alle waterschappen werken aan een aantal aanpassingen van de heffingen. Het woord ‘CAB’ proberen we zo min mogelijk te hanteren. Die term is te beladen geraakt.’

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Boris
Bestuurlijk kan die laag beter worden opgeheven. Voegt helemaal niets toe.
Guus Beugelink / Ex hoogheemraad Stichtse Rijnlanden
Wat een vreemde redenatie van de Unie van Waterschappen! Omdat er geen draagvlak is voor een nieuwe stelsel van waterschapsbelastingen wordt de hele operatie maar in de koelkast gezet. Het draagvlak voor een wijziging van het belastingstelsel is er nooit en als het er al is, is het per definitie partieel. Degenen die minder gaan betalen, zullen warm voorstander zijn in tegenstelling tot degenen die meer moeten gaan betalen. Dus dat gebrek aan draagvlak blijft, bij welk nieuw stelsel dan ook! Tenminste aannemende dat de totale belastingopbrengst gelijk blijft! Daarom moet de UvW terug naar de principes ‘de vervuiler/gebruiker betaalt’ en een overgangstermijn inbouwen van zeg 3 jaar voor degenen die meer gaan betalen. In plaats daarvan studeert de UvW nu op verbeteringen binnen het bestaande stelsel, het zogenoemde maatwerk. De kans is groot dat dat leidt tot ‘cherry picking’ ten faveure van een paar doelgroepen, terwijl andere -minder mondige- doelgroepen straks met de gebakken peren blijven zitten. De mogelijkheden om de pijn van een nieuw stelsel een beetje eerlijk te verdelen -hier geef je wat en daar neem je wat- worden zo wel erg klein, zo niet onmogelijk.

Dat natuur in het nieuwe stelsel meer zou moeten gaan betalen, is om een aantal redenen absurd. 1) Vrijwel alle waterschapswerken tbv van natuur kunnen worden gekwalificeerd als achterstallig onderhoud van de veel te lage peilen voor natuur. Sinds de ’80-er jaren is ca 400.000 ha natuur van vochtige/natte omstandigheden verdroogd. 60% daarvan wordt veroorzaakt door de te lage (agrarische) slootpeilen. Laten de waterschappen eerst dat probleem maar eens oplossen. 2) natuur levert waterdiensten om niet, zoals a) de berging van overtollig water in natte tijden en b) de zuivering van het water. 3) Natuur kent anders dan de landbouw geen economische opbrengst, er is geen vraag-aanbod mechanisme waarmee de prijs kan worden beïnvloed. 4) natuur is een collectief goed ten dienste aan de maatschappij, die daarvoor de ook kosten zou moeten dragen.



Guus Beugelink

Ex hoogheemraad

Namens Water Natuurlijk

H. Wiersma / gepens.
Heel Nederland profiteert van goed waterbeheer. Gelijkschakeling van alle tarieven is daarom wenselijk/noodzakelijk, evenals een efficiënte organisatie voor beleid en uitvoering. Daarbij is overigens niet gezegd dat dit bij de huidige Waterschappen het geval is.
Toine Goossens / Bestuurder wet- en regelgeving, ervaringsdeskundige gedrag en moraal
Geachte heer Beugelink,



Ik maak uit het artikel op dat er geen draagkracht om natuur- en milieuorganisaties meer te laten betalen en dat het daarom niet doorgaat. Wilt u uw standpunt toelichten?



Ik lees ook dat het objectief toekennen van lasten aan objecten dermate complex is, dus onzekerheid in zich draagt, dat ook dat een reden is om de wijzigingen te cancelen.



Ook iets over de actie steenbreek. Er wordt nogal eens geopperd om burgers met een betegelde tuin zwaarder te gaan belasten. C.q. om de afvoer van hemelwater te gaan belasten. Hoe zou u dat willen berekenen?

Laatst stond de straat waar wij wonen onder water door een stortbui. Onze betegelde achtertuin stond niet onder water, wel stond er een wat grotere plas dan gebruikelijk. Maar die was snel weer weg. Weggezakt in de ondergrond. Toch zie ik telkens opnieuw agressie tegen betegelde tuinen. Waar is dat op gebaseerd?
Guus Beugelink / Ex hoogheemraad Stichtse Rijnlanden
Geachte heer Goossens,

Graag ga ik nader in op uw vragen en opmerkingen. U beperkt het gebrek aan draagvlak tot de natuur- en milieuorganisaties. Dat is niet helemaal correct. Dat gebrek aan draagvlak is vrij algemeen binnen de Algemeen Besturen van de 21 waterschappen. Zij gaan er uiteindelijk over. Zij die minder gaan betalen, zullen het nieuwe stelsel ongetwijfeld met gejuich ontvangen. Zoals ik al eerder zei, het draagvlak bij groeperingen die meer gaan betalen, zal navenant gering zijn. Als je dan maar voldoende ‘ketelmuziek’ (zoals Jan Nieuwenhuis, vz van de werkgroep belastingen van Water Natuurlijk, het in Waterforum noemt) weet te maken, dan krijg je vanzelf een negatieve stemming ten aanzien van de voorstellen.



Wat operatie Steenbreek betreft, laat ik voorop stellen dat iedereen zijn/haar tuin mag inrichten zoals het hem/haar belieft. Of het verblijf in zo’n stenen tuin comfortabel is bij de steeds hoger wordende temperaturen, laat is graag bij de bezitter van die tuin. Neemt niet weg dat al die betegelde tuinen mij als ex-waterschapper een doorn in het oog zijn. In plaats van in de bodem te infiltreren, komt zo’n stortbui versneld tot afvoer via de openbare ruimte (straten, riolen etc), die daar niet op ingericht is. De aanpassing daarvan (ook wel klimaatadaptie) leidt tot extra kosten. Het geld daarvoor moet ergens vandaan komen. Dan is het geen onlogische gedachte om die kosten bij de kostenveroorzaker, in dit geval bij de eigenaar van zo’n stenen tuin in rekening te brengen. Het moet niet zo moeilijk zijn om bijv. via luchtfoto’s, die elke gemeente toch al periodiek laat maken, het verharde oppervlak van elk perceel vast te stellen. Via een opslag op het gemeentelijk rioolrecht kan dat vervolgens worden doorbelast. Maar ik zou het van harte toejuichen als het niet zover hoeft te komen. En dat in plaats daarvan alle bezitters van versteende tuinen uit eigener beweging hun steentje afdragen.

H. Wiersma / gepens.
Het is steeds weer hetzelfde liedje. Natuur- en landbouworganisaties bepalen kennelijk het waterschapbeleid. Hoogste tijd dat de bezem door de totale waterschaporganisatie gaat via nieuwe wetgeving.
Advertentie