Advertentie
financiën / Nieuws

Technocraten CPB bepalen financieel lot gemeente

Dat vermoeden is bevestigd in onderzoek van Binnenlands Bestuur. Het CPB rekent in de publicatie ‘Keuzes in kaart’ door wat de gevolgen zijn van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen uit de Tweede Kamer.

12 februari 2016

Bij de laatste twee kabinetsformaties heeft het rijk het maximale bedrag bezuinigd op de gemeenten dat volgens het Centraal Planbureau (CPB) mogelijk was. Omdat het accres lager uitviel dan geraamd, is er uiteindelijk honderden miljoenen méér bezuinigd.

Dat vermoeden is bevestigd in onderzoek van Binnenlands Bestuur. Het CPB rekent in de publicatie ‘Keuzes in kaart’ door wat de gevolgen zijn van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen uit de Tweede Kamer. Daarvoor hanteert het CPB een aantal uitgangspunten, die het al aan de politieke partijen doorgeeft voordat die hun verkiezingsprogramma’s vaststellen. Zowel in 2010 als in 2012 kwam de geplande meerjarenbezuiniging op de decentrale overheden – respectievelijk 1,75 miljard in 2015 en 1,2 miljard euro in 2017 – exact overeen met het maximum dat het CPB daarvoor stelde.

Vergeefse lobby
Maximale bezuinigingsbedragen die het CPB voor tussenliggende jaren aangeeft, blijken geen effect te hebben op de besluitvorming bij kabinetsformaties. Ook lobbyactiviteiten van gemeenten blijken geen effect te hebben op de algemene bezuinigingen van het regeerakkoord.

Korting gemeentefonds
Voor de verkiezingen in juni 2010 schrijft het CPB dat alle partijen bezuinigen op de uitgaven voor openbaar bestuur. Het CPB gebruikt maxima voor de ombuigingsvoorstellen voor de komende kabinetsperiode. Als maximum hanteert het CPB de meest vergaande voorstellen van de Heroverwegingswerkgroep openbaar bestuur. Deze maxima zijn alleen te halen via scherpe keuzes. Voor lokaal bestuur is de maximale bezuiniging 2 miljard euro in 2015, waarvan 1,75 miljard euro op de decentrale overheden en een kwart miljard euro op overig lokaal bestuur. Dit komt ruwweg overeen met 10 procent korting op het gemeentefonds en 20 procent korting op het provinciefonds. Alle partijen, op één na, willen het door het CPB gehanteerde maximum bezuinigen. In het regeerakkoord van oktober 2010 werd vervolgens in 2015 exact 1,75 miljard euro bezuinigd.

Opschalingskorting
Ook voor de verkiezingen van september 2012 stelde het CPB een maximum aan de bezuiniging die de politieke ­partijen mochten inboeken op het gemeentefonds: “Het CPB hanteert daarom net als bij de vorige doorrekening van de verkiezingsprogramma’s maxima voor de ombuigingen op de lokale overheden. Het bij de vorige verkiezingen gehanteerde maximum voor de periode 2011-2015 vermeerderd met de ombuigingen van Balkenende-IV is hierbij als uitgangspunt genomen voor de ombuigingen in 2016 en 2017. Hierdoor resulteert een maximaal mogelijke ombuiging voor de lokale overheden van 1,2 miljard euro voor 2017”, aldus het CPB. “Het maximum voor de lokale overheden ligt hoger dan het rijk, met name omdat de maximale korting voor de periode 2011-2015 nog niet is bereikt.”
Om het totaal te laten uitkomen op de maximale 1,2 miljard euro besparing in 2017, was een extra korting nodig van 550 miljoen op het btw-compensatiefonds, 200 miljoen op de btw en 175 miljoen euro opschalingskorting. Daarnaast voerde het rijk vanaf 2015 overigens nog diverse taakgebonden kortingen op het gemeentefonds door, zoals op onderwijshuisvesting en de Wmo maar die tellen niet mee als algemene bezuiniging.

Extra bezuiniging
Na het regeerakkoord van oktober 2012 is het accres echter fors lager geworden. Volgens de septembercirculaire 2015 is het cumulatieve accres sinds 2012 in 2017 759 miljoen euro lager dan bij het regeerakkoord werd gedacht. De ‘trap af’-korting is van het regeerakkoord in 2012 is dus niet 352 miljoen, maar 759 miljoen euro méér, dus 1.111 miljoen ­euro (voor gemeente- en provinciefonds samen). De gemeenten bezuinigen van 2012 tot en met 2017 dus niet de maximaal haalbaar geachte 1,2 miljard, maar 1,96 miljard euro. Voor een klein deel komt dat lagere accres door lagere inflatie, maar het grootste deel van de extra bezuiniging is een reële extra bezuiniging.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 3 van deze week (inlog)

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

K. de Beer / organisatie adviseur
Ik heb niet zozeer iets tegen technocraten want die kunnen waarschijnlijk het best lean en mean een overheid besturen. Het wordt anders als het CPB ook bestuurd blijkt te worden in de vorm van politieke benoemingen waardoor het een verlengstuk van de regering wordt. Per saldo vind ik het best schokkend dat de Rijksoverheid mooi weer speelt van de centen van de overheid die het dichtst bij de burgers staat en alle moeite moet doen om de schoteltjes in de lucht te houden.
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
De jaarlijkse uitgaven van het Rijk stijgen nog steeds. Hoe zo jaarlijks 'trap op, trap af'?

Worden de gevolgen van de zgn. 3 D operatie voor het Rijk, Provincies en Gemeenten wel volgens de regels meegenomen?
Collega
Bijna 2 miljard is heel veel geld. Toch is het goed dat in perspectief te plaatsen:

Enerzijds is het heel veel, ruim € 110 per inwoner, en dat structureel, maar anderzijds is het op een totale gemeentelijke uitgavenpot ongeveer 5% van de uitgaven. Als een bedrijf 5% moet bezuinigen vindt het dat een fluitje van een cent.

En om dat weer te relativeren: bedrijven kunnen er voor kiezen desnoods een hele divisie die verlies lijdt af te stoten, gemeenten kunnen relatief minder makkelijk snijden, kunnen niet opeens hun wegonderhoud opheffen.

En om het helemaal erg te maken ontstonden er deze jaren ook nog allerlei noties van schaalvergroting en shared service-centra. Een garantie voor hogere kosten en minder beheersbaarheid!
Advertentie