Den Haag rekent markthandelaren te veel

Den Haag brengt marktondernemers meer kosten in rekening dan met hen is afgesproken en door de gemeenteraad is besloten. Dat is de belangrijkste uitkomst van het onderzoek ‘Uit de markt prijzen’ van de Rekenkamer Den Haag.

Afspraken

De Nederlandse markten hebben het moeilijk. Volgens de brancheorganisatie CVAH is de omzet van alle warenmarkten in Nederland sinds 2010 met bijna 30 procent afgenomen. Daarmee slonk het aandeel in de totale detailhandel omzet van 4 procent naar 2 procent. Dan is het belangrijk dat gemeenten goed omgaan met de marktondernemers. Den Haag doet dat niet, vindt de Rekenkamer Den Haag. De gemeente brengt te veel kosten in rekening bij de kooplieden op de Haagse Markt. Kosten die niet in overeenstemming zijn met gemaakte afspraken met de ondernemers en waarover de gemeenteraad nooit een besluit heeft genomen. Een deel van die kosten mag zelfs helemaal niet worden doorberekend aan de ondernemers, ook niet via de huur.

Half miljoen

Sinds de herinrichting van de Haagse markt brengt de gemeente Den Haag de markthandelaren allerlei kosten in rekening, die andere marktondernemers in de hofstad niet hoeven te betalen, zo stelt de Rekenkamer. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor handhaving, juridische ondersteuning en juridische procedures. In totaal zou het gaan om een half miljoen euro per jaar.

Sneeuwruimen

Daarnaast verzuimt de gemeente allerlei diensten te leveren waar de marktondernemers wel vanuit mochten gaan dat die geleverd zouden worden, zo signaleert de Rekenkamer. Zo was aan de ondernemers beloofd dat de gemeente zorg zou dragen voor gladheidsbestrijding en sneeuwruimen. Later besloot het stadhuis dat dit toch niet onder de gemeentelijke diensten zou vallen. Ook de structurele bijdrage aan promotie van de markt die de gemeente aanvankelijk had toegezegd, werd later weer ingetrokken, evenals de ongediertebestrijding.