Advertentie
financiën / Column

Lessen uit Amerika

Amerika en Europa zijn beide bezig de gevolgen van de crisis te verwerken, die een grote impact heeft gehad op de overheidsfinanciën. Tussen beide landen zijn belangrijke verschillen, maar ook overeenkomsten.

19 maart 2011

Nadat de overheidsschuld in Amerika onder de laatste Bush (junior) groeide van 55 naar 80 procent van het nationaal inkomen, zal het nog tijdens het eerste presidentschap van Obama boven de 100 procent komen. Dat is een treurig record - alleen landen als Griekenland en Italië scoren hoger - maar wel één met een lange geschiedenis.

 

Alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog is het tekort ooit zo hoog geweest, daarna bleef het lang 40 tot 60 procent, een Europees niveau. Maar nota bene onder de rechtse Reagan en zijn opvolger (vader) Bush steeg het tekort door belastingverlagingen en stijgende defensieuitgaven al van een kleine 40 naar ruim 60 procent. Democraat Clinton liet het tekort weer dalen, maar inmiddels is er geen houden meer aan. Sinds het de oorlogen na 11 september in 2001 startte, en sinds de crisis uit 2008, zit Amerika diep, diep, diep in de schulden.

 

Pijnlijker dan de schuld is dat het tekort vorig jaar ver boven de 10 procent uitkwam en dat dit jaar nog geen nieuwe begroting kon worden vastgesteld. Het overleg tussen president en congres, en daarbinnen tussen democraten en republikeinen, zit volkomen vast. De consequentie daarvan is dat de ambtenaren niet meer betaald worden en overheids gebouwen op slot gaan, hetgeen overigens al enkele keren eerder is gebeurd in de recente geschiedenis. Om die pijnlijke afgang nu te voorkomen worden deze maand steeds deelbegrotingen goedgekeurd voor de korte termijn, telkens voor 2 weken. Ook een blamage trouwens.

 

Nederland vaart ondertussen wel. Onze werkloosheid is ondanks de crisis erg laag en daalt van 400 duizend naar 350 duizend volgend jaar. De winstgevendheid van bedrijven neemt toe en daardoor daalt het overheidstekort snel van 5,2 procent in 2010 naar 2,2 procent in 2012.

 

Even de tering naar de nering zetten, betaalt zich blijkbaar snel uit. Om het zover te laten komen moet het kabinet nog wel invulling geven aan de ingeboekte ombuigingen. Maar eigenlijk zijn rechts en links het erover eens dat flink gesneden moet worden, al verschillen de opvattingen over tempo en de precieze keuze waar bezuinigd moet worden. Of in eigentijds Haags; we werken aan een ‘compacte overheid’ en ‘consolidatie van de uitgaven’.

 

De echte pijn moet echter nog komen. Want na deze enorme ombuiging van ruim 15 miljard moet volgens de economen nog eens zo’n bedrag worden omgebogen in de volgende kabinetsperiode, rekening houdend met de toekomstige kosten van vergrijzing en de huidige hoge schuld van 65 procent van het nationaal inkomen.

 

Om die te realiseren is een bredere politieke en maatschappelijke consensus nodig dan er nu bestaat voor deze ombuigingsgolf. Als we straks verlamming willen voorkomen, zoals die nu Amerika treft met democraten en republikeinen, die zich diep in de loopgraven hebben verschanst, moet nu al werk worden gemaakt van nationale oplossingsstrategieën. Anders vult Europa het voor ons in.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie