financiën / Partnerbijdrage

Geen verplichting tot Irimierente over ambtshalve teruggaaf btw

Prejudiciële vragen rechtbank Gelderland beantwoord.

BTW teruggaaf
Beeld: Shutterstock

In gemeenteland is veel te doen geweest over de regels voor het betalen en vergoeden van rente bij zogenoemde spiegelcorrecties tussen de btw en de bijdrage uit het Btw-compensatiefonds (BCF). Gemeenten en provincies kunnen kosten die betrekking hebben op overheidstaken of niet-ondernemersactiviteiten, declareren bij het BCF. Handelen zij als ondernemer, dan is de btw op de gemaakte kosten aftrekbaar voor zover de prestaties btw-belast zijn.

Een ondernemer die om een btw-teruggaaf verzoekt omdat de btw in eerste instantie onterecht aan de Belastingdienst is voldaan of niet in aftrek was gebracht, kan aanspraak maken op de vergoeding van invorderingsrente. Deze rente wordt ook wel Irimierente genoemd, vernoemd naar het gelijknamige arrest van het Hof van Justitie. Deze rente moet worden vergoed over de periode tussen de datum van de onverschuldigde betaling van btw en de datum dat de Belastingdienst overgaat tot terugbetaling. Aanspraak op Irimierente bestaat uitsluitend wanneer de btw ‘in strijd met het Unierecht is geheven’. 

Het Hof van Justitie heeft op 22 februari 2024 de prejudiciële vragen van rechtbank Gelderland beantwoord over de Nederlandse regeling voor de vergoeding van Irimierente in de zaak van de gemeente Dinkelland. 

Procedure

Een gemeente heeft voor de jaren 2012-2016 btw-aangiften gedaan en bijdragen uit het BCF ontvangen. De gemeente heeft over deze jaren de omvang van de btw-aftrek en de bijdragen uit het BCF opnieuw vastgesteld. De doorgevoerde correcties zien aan de ene kant op administratieve vergissingen en aan de andere kant op een herberekening van het door de gemeente toegepaste mengpercentage. Deze herberekening is het gevolg van een wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De Belastingdienst heeft na veel landelijk overleg uiteindelijk in 2020 een akkoord gegeven op de nieuwe berekeningswijze van het mengpercentage dat de gemeente na de wijziging van het BBV wilde toepassen. De inspecteur heeft de teruggaaf verleend en heeft daarbij belastingrente vergoed gerekend vanaf 8 weken nadat het teruggaafverzoek van de gemeente was ontvangen. De gemeente heeft verzocht om Irimierente over de periode dat zij de belasting heeft voldaan (dus zeg maar vanaf 2012 e.v.) tot en met de dag waarop zij het teruggaafverzoek heeft ingediend. De Belastingdienst kent geen Irimierente toe, waartegen de gemeente in beroep gaat. 

Omdat de rechtbank niet zeker is of de Nederlandse regeling voor de vergoeding van Irimierente in overeenstemming is met de jurisprudentie van het Hof van Justitie, heeft de Rechtbank de volgende prejudiciële vragen gesteld:

  • Moet Irimierente worden vergoed als de btw-teruggaaf het gevolg is van een vergissing in de administratie van de gemeente?
  • Moet Irimierente worden vergoed als de btw-teruggaaf het gevolg is van een herberekening van het mengpercentage?
  • En zo ja, vanaf welke dag dient de rente te worden vergoed?

Hof van Justitie

De eerste vraag over de vergoeding van Irimierente als gevolg van een vergissing in de administratie van de gemeente beantwoordt het Hof van Justitie negatief. In dit geval ging het om btw die onterecht op de factuur was vermeld door een vergissing. Degene die btw op een factuur vermeldt, ook al is dat een vergissing, moet deze op grond van de btw-wetgeving voldoen aan de Belastingdienst. Van btw die ‘in strijd met het Unierecht is geheven’ is dan geen sprake. Het is dan ook logisch dat vergoeding van Irimierente niet aan de orde is.

Ook de tweede vraag beantwoordt het Hof van Justitie ontkennend. Onder de tot 2016 geldende regeling voor de berekening van het mengpercentage vond toerekening plaats op basis van het daadwerkelijke gebruik waarbij de gemeente tot op zekere hoogte vrij was bij de uitvoering van de toerekening. Deze berekening past volgens het Hof van Justitie binnen de Europese kaders voor het vaststellen van het mengpercentage. Omdat de onjuistheid van het aanvankelijk vastgestelde mengpercentage niet veroorzaakt is door een nationale regeling of een verplichting van de Belastingdienst, is geen sprake van btw die ‘in strijd met het Unierecht is geheven’. De gemeente heeft geen recht op vergoeding van Irimierente.

Impact op de praktijk

Allereerst merken wij op dat het oordeel van het Hof van Justitie niet alleen van belang is voor gemeenten en provincies, maar voor alle ondernemers die om btw-teruggaven verzoeken. De afgelopen jaren is in de Nederlandse rechtspraak het leerstuk van de Irimierente steeds verder verduidelijkt. Zo oordeelde rechtbank Noord-Nederland in 2020 bijvoorbeeld dat een ondernemer die door eigen schuld ten onrechte btw afdraagt toch recht heeft op vergoeding van Irimierente. Tot op heden leek de lat voor vergoeding van Irimierente niet heel hoog te liggen. Uit het oordeel van het Hof van Justitie blijkt dat de oorzaak van het te veel geheven bedrag wel degelijk van belang is. Vergissingen van de ondernemer zelf, een verkeerde toepassing van een regeling die niet in strijd is met het Unierecht of veranderde zienswijzen of keuzes die tot de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf behoren (lees: geen verplichting of regeling vanuit de wetgever of Belastingdienst) kunnen volgens het Hof van Justitie niet leiden tot vergoeding van invorderingsrente. Met andere woorden, als een ondernemer te veel btw heeft voldaan louter door zijn eigen toedoen, dan heeft hij geen recht op Irimierente. Nu blijkt dat minder snel recht bestaat op vergoeding van Irimierente, is het nog belangrijker geworden om correcties (waaronder bijvoorbeeld het herberekenen van het mengpercentage) tijdig door te voeren. 

Het belang van deze uitspraak is per 1 januari 2024 voor gemeenten en provincies iets kleiner geworden. Vanaf 1 januari 2024 wordt namelijk de belastingrente als gevolg van een spiegelcorrectie verminderd. Wel blijft dit van belang voor correcties die niet louter leiden tot een verschuiving tussen aftrek en compensatie.  

In de praktijk zien we dat de Irimierente niet altijd even scherp op het netvlies staat. Let op: zonder verzoek kan geen Irimierente worden toegekend! De inspecteur is verplicht te wijzen op de mogelijkheid om binnen zes weken na dagtekening van de teruggaafbeschikking een verzoek tot het toekennen van Irimierente in te dienen.

Heeft u verzocht om het toekennen van Irimierente onder verwijzing naar deze procedure bij het Hof van Justitie? Dan verwachten wij dat de Belastingdienst uw verzoek spoedig zal gaan afwijzen.

Meer informatie?

Vraagt u zich af in hoeverre u in uw situatie recht heeft op een rentevergoeding? Of heeft u hulp nodig bij het labellen van activiteiten en het bepalen van het mengpercentage? Neem dan contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen u graag!

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.