‘Geo-informatie is laaghangend fruit’

Geo-informatie is voor gemeentelijke bedrijfsvoering en dienstverlening zo belangrijk geworden, dat het nodig is om de gemeentelijke (ICT-)modelarchitectuur GEMMA daarvoor uit te breiden. Dat is nu gebeurd. “Er kan veel meer mee”, zegt een deskundige.

Gescheiden werelden
Informatie die een locatie of begrenzing aangeeft staat meestal niet op zichzelf, maar is doorgaans een aspect van andere informatie, constateren KING en Geonovum, die samen het rapport 'Geo in GEMMA' hebben opgesteld. Veel kerntaken van de gemeente hebben met locatie te maken, zoals de ruimtelijke inrichting of de vergunningverlening. Maar geo-informatie en de grote hoeveelheid andere - administratieve - informatie die gemeenten gebruiken in hun bedrijfsvoering en dienstverlening zijn nog te vaak gescheiden werelden. Locatie-informatie wordt daardoor niet optimal benut. Om dat te veranderen besloten KING en Geonovum de gemeentelijke modelarchitectuur GEMMA te 'verbijzonderen' naar de omgang met locatiegebonden informatie.

Mogelijkheden te over
Locatiegebonden informatie wordt al op brede schaal benut. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om het complete vervoer (vanuit WMO-, AWBZ- en leerlingenregelingen) te visualiseren, desnoods in combinatie met andere voorzieningen per client en postcodegebied. Meldingen openbare ruimte, openbare bekendmakingen en het groenbeheer zijn ook prima via een digitale kaart te verwerken. Daarnaast zijn er allerlei wettelijke verplichtingen rond basisregistraties als BAG en (binnenkort) BGT. De geo-component is een mooi aangrijpingspunt voor het (anoniem) combineren van bestanden en de resultaten te analyseren op visueel op een kaart neer te zetten. De mogelijkheden zijn er, maar de toepassing blijft vaak achter.

Beleid visualiseren
"Een belangrijk voordeel van geo-informatie is dat je het goed kunt inzetten voor de visualisatie van beleid", stelt stelt Marcel Reuvers van Geonovum, die betrokken was bij het opstellen van het rapport. "De personen in de GBA hebben een adres, dat je kunt visualiseren op een ondergrond. Dan kun je vervolgens bijvoorbeeld kijken hoe de leeftijdssamenstelling in de buurt is en of de voorzieningen voor jeugd of ouderen wel op de juiste locatie zitten." Maar dat soort vragen wordt niet zo snel gesteld. "Er gaat op zich niet zoveel fout, maar als het gaat om geo-informatie zouden vraag en aanbod in veel gemeenten wel wat beter op elkaar kunnen worden afgestemd."

Vraag en aanbod
'Geo in GEMMA' is niet geschreven voor de geo-specialisten die in de meeste gemeenten wel werkzaam zijn, maar voor medewerkers in beleid en bedrijfsvoering om ze beter bewust te maken van het gebruik van geo-informatie en die in te bedden in de organisatie, de werkprocessen en de informatiestromen (die in een ICT-architectuur samenkomen). Heel veel extra kennis op geo-gebied is daarvoor niet nodig, denkt Reuvers. "Ik vind eigenlijk van niet. Wat moet gebeuren is meer bewustzijn creëren en vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen.” Mooie visualisaties zullen wat dat betreft veel mensen kunnnen overtuigen. “Geo-informatie is eigenlijk wel als laaghangend fruit te omschrijven.”