Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Veelstemmig naar Brussel

Rijk, provincies en gemeenten trekken steeds vaker gezamenlijk op in Europa, al lopen de belangen niet altijd parallel. ‘Je wordt gauw tegen elkaar uitgespeeld.’

15 mei 2009

Meer dan de helft van de regelgeving die gemeenten, provincies en waterschappen uitvoeren, vindt zijn oorsprong in Brussel. De Europese Commissie maakt de wetgevingsvoorstellen die door de Raad van Ministers (namens de regeringen van alle 27 EU-lidstaten) en steeds vaker door het Europees Parlement worden vastgesteld. Vervolgens ‘vertalen’ de lidstaten de Europese regelgeving naar nationale wetgeving.

 

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) houdt de besluitvorming in Brussel om die reden nauwlettend in de gaten. ‘De Europese Commissie kan niet goed overzien welke impact de door haar gemaakte wetgeving heeft op het uitvoeringsniveau van decentrale overheden. Daarom is het belangrijk dat gemeenten, provincies en waterschappen een vinger aan de pols houden’, zegt Simone Goedings, contactfunctionaris Europa bij de VNG. ‘Neem bijvoorbeeld de Richtlijn gelijke behandeling die nu in procedure is. Die kan enorme gevolgen hebben voor het gemeentelijk doelgroepenbeleid. Of de Richtlijn energieprestatie gebouwen. Energiebesparingsmaatregelen kunnen huren flink laten stijgen, waardoor mensen met lage inkomens in de problemen kunnen komen.’

 

De VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO) schaken op diverse borden tegelijk: bij de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Permanente Vertegenwoordiging (de Nederlandse ‘ambassade’ bij de Europese Unie); ze verzorgen het secretariaat van de Nederlandse delegatie in het Comité van de Regio’s en nemen deel aan de interdepartementale werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

 

Incidenten

 

De werkgroep BNC is een van de overlegstructuren waarin VNG, IPO en de Unie van Waterschappen samen met het Rijk tot één Nederlands standpunt over EU-dossiers proberen te komen. Die samenwerking lijkt vanzelfsprekend, maar was dit tot voor kort niet. Den Haag had niet zoveel behoefte aan inspraak van decentrale overheden. ‘En dat leidde tot incidenten’, zegt Mendeltje van Keulen, Europa-expert bij Instituut Clingendael. ‘Zoals bij de Richtlijn luchtkwaliteit. Nederland koppelde deze richtlijn aan het ruimtelijk ordeningsbeleid waardoor de Raad van State tal van projecten, waaronder wegverbredingen, stil legde. Ook gaf de richtlijn geen ruimte voor maatwerk.’

 

Inmiddels is die kou uit de lucht. De in 2008 van kracht geworden Richtlijn luchtkwaliteit biedt de mogelijkheid om luchtkwaliteitsnormen enkele jaren uit te stellen. Nederland speelde hierop in met het onlangs door de Europese Commissie goedgekeurde Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Met het uitvoeren van dit programma zorgen Rijk, provincies en gemeenten ervoor dat enerzijds normoverschrijdingen worden aangepakt en anderzijds ruimtelijke ontwikkelingsprojecten doorgang kunnen vinden. De senaat moet nog instemmen met het NSL.

 

Eveneens succesvol is samenwerking in zogenaamde interbestuurlijke dossier-teams. Medewerkers van het ministerie van VROM, VNG en IPO, aangevuld met deskundigen van gemeenten en provincies, buigen zich vanaf de vroegste fase gezamenlijk over voorgenomen Europese regelgeving. Mede dankzij de inzet van zo’n dossierteam is voorlopig voorkomen dat er een generiek geldende Europese bodemrichtlijn komt.

 

Een ander dossierteam boog zich over het Europese klimaat- en energiebeleid. ‘Zinvol’, vindt de voorzitter van dit inmiddels opgeheven team, Alexander de Roo, senior beleidsmedewerker milieu bij de provincie Gelderland en oud-Europarlementariër. ‘Al pratend en onderhandelend zijn we tot gemeenschappelijke standpunten gekomen. Bijvoorbeeld dat Brussel niet dient voor te schrijven waar duurzame energie moet worden opgewekt. Dat moet Nederland zelf bepalen. Via interbestuurlijke dossier-teams hebben de decentrale overheden een vrij directe toegang tot de Raad van Ministers.’

 

De dossierteams dragen er ook aan bij dat vertegenwoordigers van Rijk en decentrale overheden praten over zaken die zijdelings met ‘Europa’ hebben te maken. De Roo: ‘ Provincies willen, met het oog op de klimaatmaatregelen die zij moeten treffen, graag meeprofiteren van de opbrengst van de jaarlijkse nationale veiling van CO ?-emissierechten. Het Rijk voelt daar weinig voor.’

 

Actieplan

 

Het is de bedoeling ook voor andere beleidsterreinen dan milieu interbestuurlijke dossierteams in het leven te roepen. Een voornemen dat samenhangt met het eind vorig jaar door de voorzitters van VNG, IPO, minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris Timmermans van Europese Zaken ondertekende actieplan Europa en decentrale overheden. ‘Dit plan helpt zeker om de steeds beter wordende samenwerking richting EU te versterken’, stelt Mathijs Verhagen, senior adviseur Europa bij het IPO. ‘Zo is bijvoorbeeld het gezamenlijk optrekken bij de Lissabonstrategie om van Europa de meest concurrerende economie ter wereld te maken, in deze tijd van economische crisis extra belangrijk. We zijn bezig het actieplan concreet te maken door te bepalen in welke dossiers we gezamenlijk gaan optrekken (zie ook kader hieronder). In dit verkiezingsjaar waarin de Commissie van samenstelling zal veranderen is dat programma wat beperkt. Een belangrijke actueel onderwerp is bijvoorbeeld klimaat en energie.’

 

Melchior Bus, hoofd internationale zaken van Binnenlandse Zaken, noemt het actieplan Europa en decentrale overheden een belangrijke stap in een emancipatieproces. ‘De rijksoverheid heeft bij de formulering van Europees beleid lang onvoldoende op het netvlies gehad dat Nederland een decentrale eenheidsstaat is. Ook decentrale overheden waren daar niet zo mee bezig. Nu wel. Iedereen is het er over eens dat het belangrijk is in Brussel zoveel mogelijk met één mond te spreken. Hoe meer er in de beleidsfase naar je wordt geluisterd, des te minder problemen ervaar je in de uitvoering.’

 

Niet op alle punten zijn en worden Rijk en decentrale overheden het eens. Zoals over de Europese structuurfondsen. Bus: ‘Het kabinet stelt zich op het standpunt dat er geen Europees geld naar rijke lidstaten zoals Nederland moet gaan. Dat is rondpompen van geld. Natuurlijk zien we dat er met structuurfondsgeld goede projecten van de grond komen waarin diverse Europese partners met elkaar samenwerken, maar dat kan ook zonder financiële steun van Brussel.’

 

Gerespecteerd

 

Hoe reageert de Europese Commissie op de verdeeldheid binnen Nederland over de structuurfondsen? Bus van Binnenlandse Zaken denkt dat de Commissie dit wel snapt. Ook Goedings van de VNG ziet het niet als een probleem: ‘Je wordt in Brussel gauw tegen elkaar uitgespeeld. Maar als je van elkaar weet dat je verschillend over iets denkt en daar duidelijk over bent, wordt dat gerespecteerd.’ Verhagen van het IPO: ‘Het is hooguit vervelend dat Rijk en decentrale overheden verschillende standpunten innemen, maar het is niet desastreus. De Commissie weet dat te scheiden.’

 

Clingendael-medewerkster Van Keulen gaat er eveneens vanuit dat verdeeldheid de belangen niet per definitie schaadt. ‘Wij zijn een buitengewoon actief land in Europa. Dat wordt gewaardeerd in Brussel. Al betreft het een relatief kleine groep eurofielen, het zijn goede en ervaren mensen die zich met de EU bezighouden. Het is natuurlijk wel eens lastig dat Nederland niet altijd met één mond spreekt, maar dat is nu eenmaal eigen aan een decentrale eenheidsstaat. We hebben geen Sarkozy die het wel even voor ons regelt. Staatssecretaris Timmermans coördineert weliswaar de inbreng, maar heeft geen formele macht. Elk vakministerie heeft eigen lijntjes naar Brussel.’

 

VNG en IPO zijn vol lof over Timmermans. ‘Hij is uitstekend op de hoogte van wat er speelt en hoe decentrale overheden in bepaalde dossiers staan’, zegt Goedings met instemming van Verhagen. De staatssecretaris voor Europese Zaken ligt ook goed bij CDA-Tweede Kamerlid Jan Jacob van Dijk: ‘De positie van Timmermans is steviger dan die van zijn voorganger Nicolaï.’

 

Verdeeld

 

Kamerlid Van Dijk is niet gelukkig met de verdeeldheid die er heerst over de structuurfondsgelden. ‘Ik heb bij de minister Van der Hoeven van Economische Zaken aangedrongen op een gezamenlijke strategie van Rijk, decentrale overheden en de sociale partners. De minister “denkt daarover na”, heeft ze gezegd. Ik vind dat Nederland in deze kwestie één beleid moet hebben en ook met één mond moet spreken.’

 

Van Dijk is voorzitter van de tijdelijke commissie Subsidiariteitstoets van de Eerste en Tweede Kamer. De subsidiariteitstoets moet nagaan of door de Europese Commissie voorgenomen regelgeving nodig is. Deze toets wordt verplicht op het moment dat het Verdrag van Lissabon, voorheen Europese grondwet, is geratificeerd. IPO en VNG wilden graag een aparte positie innemen ten opzicht van de tijdelijke commissie Subsidiariteitstoets, maar dat verzoek is niet gehonoreerd. ‘Dan hadden we dat ook voor andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld mogelijk moeten maken waardoor al gauw onduidelijk zou worden waar je de grens moet trekken’, licht Van Dijk toe. ‘Het IPO voelde zich verheven boven het maatschappelijke middenveld, waaronder de sociale partners. Ik snap dat niet, IPO en VNG kunnen onze commissie van hun bevindingen op de hoogte stellen en wij houden daarmee rekening in onze afweging. Bovendien is het formeel onjuist dat IPO en VNG belangrijker zouden zijn dan de sociale partners. Op basis van het Europees Verdrag is het juist andersom.’

 

Het IPO beschouwt zijn rol bij de subsidiariteitstoets als principieel anders dan die van het maatschappelijk middenveld. ‘Provincies en gemeenten zijn mede-overheden. Dat rechtvaardigt volgens ons een andere positie in de raadpleging’, aldus Verhagen. De tijdelijke commissie Subsidiariteitstoets buigt zich over de vraag of iets op EU-niveau of juist nationaal moet worden geregeld. ‘En nationaal wil zeggen op het niveau van het Rijk óf van decentrale overheden. Wij maken daar geen onderscheid in’, zegt Van Dijk. Een van de onderwerpen waarover de commissie zich heeft gebogen, is de Bodemrichtlijn.

 

‘Rijk, gemeenten en provincies hebben geen behoefte aan deze richtlijn. Wij hebben er bewust geen negatief oordeel over uitgesproken om het onderhandelingsproces niet te ondermijnen. Een ander onderwerp is de Richtlijn gelijke behandeling. Het Nederlands parlement zat daar niet op te wachten en liet dat duidelijk blijken. Als gevolg daarvan is de Nederlandse regering zeer terughoudend geweest in de onderhandelingen. Zeer tegen de zin van enkele Europarlementariërs die vóór deze richtlijn zijn en, terecht, constateerden dat Nederland tijdelijk geen invloed meer op het aanpassen van de richtlijn zou hebben.’ Of de commissie Subsidiariteitstoets het predicaat ‘tijdelijk’ zal kwijtraken is nog onduidelijk. De Eerste Kamer ziet geen meerwaarde in deze aparte commissie, mogelijk worden haar werkzaamheden op termijn verdeeld over de vakcommissies van de Tweede Kamer.

 

Europa-expert Van Keulen constateert dat de Haagse politiek zich steeds intensiever met Europa bezighoudt. Voor decentrale overheden ligt dat in haar ogen anders. ‘Er zijn een paar gemeentelijke en provinciale bestuurders geïnteresseerd in wat zich in Brussel afspeelt, maar raads- en Statenleden moeten wat dat betreft nog een flinke slag maken. Europa stelt de kaders waarbinnen zij werken. Daar zouden zij zich druk over kunnen maken.’

 

Dossiers in 2009
De VNG en het IPO selecteren jaarlijks de Europese onderwerpen die van belang zijn voor de provincies en gemeenten. In 2009 bemoeien de twee koepelorganisaties zich in hun lobby en beleidsbeïnvloeding met name met:
• de herziening EU-begroting en regionaal beleid met ingang van 2014 (waaronder landbouw- en plattelandssubsidies en structuurfondsen);
• Lissabonagenda: vergroten concurrentiekracht EU (en inliggende regio’s);
• Klimaat & energie’;
• Luchtkwaliteit;
• Bodem;
• Richtlijn industriële emissies;
• Herziening Richtlijn afgedankte elektrische apparaten;
• Diensten van algemeen belang;
• Immigratie, integratie en asielbeleid.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie