Advertentie

Zonder visie niet ‘knutselen’ aan structuur provincie

Het is vreemd te knutselen aan de structuur van de provincies zonder enige visie op de bestuurslaag erboven en eronder tentoon te spreiden. Dat betoogt Herman Tjeenk Willink, voormalig vice-president van de Raad van State, in een essay in Binnenlands Bestuur.

10 oktober 2014

Het is vreemd te knutselen aan de structuur van de provincies zonder ook maar enige visie op de bestuurslaag erboven en eronder tentoon te spreiden. De onderlinge verwevenheid is te groot om eraan voorbij te gaan. Dat betoogt Herman Tjeenk Willink, voormalig vice-president van de Raad van State, in een essay in Binnenlands Bestuur.

Territoriale grenzen

Verbeteringen in het binnenlands bestuur zijn alleen mogelijk vanuit het vrij fundamentele besef dat maatschappelijke ontwikkelingen en hun gevolgen steeds minder aan territoriale grenzen gebonden zijn, benadrukt Tjeenk Willink. ‘Een territoir is niet meer de belangrijkste basis voor de uitoefening van soevereine macht en de democratische controle daarop. Het is ook steeds minder mogelijk verantwoordelijkheden exclusief aan één bestuurslaag – lokaal, provinciaal, nationaal, Europees – op te dragen. De onderlinge verwevenheid is te groot geworden; economisch, technologisch, geopolitiek. Bestuurlijke schaalvergroting (door samenvoeging van provincies) of schaalverkleining (door afschuiven van rijkstaken naar gemeenten) lossen dit probleem niet automatisch op. Zeker niet als vervolgens de bestuurlijke schaalverkleining weer gevolgd wordt door schaalvergroting (samenvoeging van gemeenten).’

Bovenlokale bestuurslaag

Met het afblazen van de eerste ‘superprovincie’ – de samenvoeging van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland –, en de bestaande provincies te handhaven en niet te kiezen voor schaalvergroting of uitbreiding van bevoegdheden, ‘ontstaat een mogelijkheid voor de ontwikkeling van een (lichte) bovenlokale bestuurslaag’, betoogt Tjeenk Willink. ‘Die bovenlokale bestuurslaag kan – vanuit een algemene verantwoordelijkheid en met een open oog voor wat er in de maatschappij aan de hand is – onder meer nieuwe ontwikkelingen signaleren en stimuleren en (kleinere) gemeenten bijstaan in de taken die het rijk van zich af schuift.’

Zeven kenmerken

Als het binnenlands bestuur op de schop gaat, moet goed gekeken worden lessen uit het verleden. ‘Wie de besluitvorming over de verschillende veranderingsoperaties binnen de overheid overziet – waaronder deregulering, privatisering, verzelfstandiging, decentralisatie, reorganisatie van de rijksdienst en van het binnenlands bestuur – valt op dat die besluiten vaak dezelfde kenmerken vertonen. Zij kunnen verklaren waarom veranderingen in organisatie en functioneren van de overheid zelden ook als duidelijke verbeteringen worden ervaren’, aldus Tjeenk Willink. Hij onderscheidt zeven kenmerken.


Deugdelijke analyse

Een van de zeven kenmerken is de partijpolitisering van de besluitvorming die ‘ten onrechte met democratisering wordt verward’. Dat verschijnsel doet zich vooral tijdens kabinetsformaties voor. ‘De belangrijkste beslissingen worden in kleine kring genomen, waarna een parlementaire meerderheid zich zonder open politiek debat aan die beslissingen gebonden weet.’ Een ander is dat, aldus Tjeenk Willink, ‘bij voorstellen voor verandering de nadruk meestal ligt op (vooronderstelde) oplossingen voor slechts in algemene termen gedefinieerde problemen, zonder deugdelijke analyse van de oorzaken en met voorbijgaan van de probleemhebbers. Problemen zijn echter alleen oplosbaar als zij zo scherp mogelijk zijn gedefinieerd (zodat daarover bij de uitvoering geen onenigheid kan ontstaan), de oorzaken zijn geanalyseerd (anders is het dweilen met de kraan open) en de probleemhebbers zo precies mogelijk zijn geïdentificeerd (zodat zij aan de uitvoering ook meewerken).’


Lees het hele essay van Herman Tjeenk Willink in Binnenlands Bestuur nr. 20 van deze week

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Jaap Haasnoot / gemeenteraadslid
Ik heb Tjeenk Willink nog nooit kunnen betrappen op onverstandige of onjuiste vaagpraterij. Dit is weer zo to the point en gewoon dus niet poltiek correct. Fact-free politics maakt inderdaad meer kapot dan je lief is. Van het aanbestede openbaar vervoer tot en met allerlei structuurgeknutsel.
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
Op zichzelf heeft Tjeenk Willink natuurlijk in sommige opzichten gelijk. Maar in de laatste halve eeuw dat er in de politiek wordt gepraat en heel veel geld wordt gestopt in allerlei veranderingsplannen (tijd, onderzoeksrapporten etc) zijn er nog nauwelijks hervormingen doorgevoerd. Diezelfde Overheid functioneert nog altijd grotendeels met dezelfde instrumenten en instituten als in de tijd van 'paard en wagen'.Tjeenk Willink was een exponent van diezelfde politiek en had in die periode een belangrijke rol in de politieke arena (Raad van State). Hij kan beter eens met goede verbeteringsvoorstellen komen dan vernieuwingsvoorstellen alleen maar af te kraken. Kortom: welke andere (nieuwe) visie heeft Tjeenk Willink op de bestuurlijke inrichting voor de toekomst dan alles steeds maar bij het oude te laten en slechts op de bestaande winkel te passen?
Peter van de Laar / adviseur stedenbouw en ruimtelijke ordening (werkzoekend)
Indien men de taken van de provincie beschouwt, zijn die - qua besluitvorming – ook voor 90 % op regionaal (stadsgewestelijk) niveau op te lossen. Met 40 regio’s kan Nederland, zoals het even grote Bundesland Nordrhein-Westfalen laat zien, goed functioneren. Interregionale samenwerking is natuurlijk altijd mogelijk. De huidige praktijk laat zien dat provincies zelfs regionale ontwikkeling frustreren, alleen vanwege het feit dat men er iets over wil zeggen ‘dat er toe doet’.

Coördinatie in de grote structuren dient – vanzelfsprekend - op landelijk niveau plaats te vinden, bv. om de warboel in het openbaar vervoer op te lossen, en de geldverspilling van provinciale "speeltjes" zoals de regionale vliegvelden te voorkomen.

Een regionale bestuurslaag biedt tevens de mogelijkheid om de gemeentelijke taak weer dichter bij de burger te brengen, waar zij hoort. De meeste gemeentehuizen in de kernen van samengevoegde gemeenten bestaan gelukkig nog.

Advertentie