Advertentie

'Samenwerking politie en handhavers onvoldoende'

De samenwerking tussen politie en handhavers in Arnhem laat veel te wensen over. De sturing vanuit de gemeente is onvoldoende, zo concludeert de Arnhemse Rekenkamer.

01 april 2015

Handhavers en toezichthouders werken te weinig samen met wijkagenten om overlast en verloedering in Arnhem tegen te gaan. De samenwerking is niet structureel en duurzaam, de capaciteit niet toereikend en bestuurlijke sturing ontbreekt, concludeert de Rekenkamer Arnhem in een onderzoek naar de samenwerking tussen lichtblauw (boa’s) en blauw (politie).

Gebrek aan regie
De gemeente Arnhem zet, net als de meeste gemeenten in Nederland, toezichthouders en handhavers in in de publieke ruimte, om overlast en verloedering tegen te gaan. In de politiewet is bepaald dat deze bijzonder opsporingsambtenaren (boa’s) moeten samenwerken met de politie. De politie voert daar bij de operationele regie, de beleidsmatige regie is in handen van de gemeente.

Onvoldoende sturing
Van structurele samenwerking is echter nauwelijks sprake, stelt de Arnhemse Rekenkamer op grond van een onderzoek dat zij tussen juni en december 2014 uitvoerde. Als er al sprake is van samenwerking, is dat afhankelijk van personen en op ad hoc basis. Om tot een duurzame samenwerking te komen is beleidsmatige sturing vanuit de gemeente nodig. Maar ook die is onvoldoende om de ambities waar te maken. ‘De kaders daarvoor zijn niet verankerd in de gemeentelijke organisatie’, stelt de Rekenkamer.

Burger niet in beeld
Ook de rol van de burger komt te weinig uit de verf, zo blijkt uit het onderzoek. ‘De invloed van bewoners op de bestrijding van overlast en verloedering is in de praktijk beperkt en verschilt per wijk.’ Het college van Arnhem deelt de conclusies van de Rekenkamer, zo laat zij in een reactie op het rapport weten. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie