Provincies kloppen gemeenten met lastenverzwaring
De gemeentelijke woonlasten stijgen dit jaar met 0,9 procent. De opbrengst van de provinciale belastingen gaat met bijna 5 procent omhoog. Dat blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die het Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden (Coelo) vandaag presenteert
De gemeentelijke woonlasten stijgen dit jaar met 0,9 procent. De opbrengst van de provinciale belastingen gaat met bijna 5 procent omhoog
Dat blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die het Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden (Coelo) vandaag presenteert. De stijging van de gemeentelijke lasten is lager dan de inflatie en volgens de onderzoekers ‘lager dan ooit gemeten.’ De onroerendezaakbelasting (ozb) is wel meer verhoogd dan afgesproken met het rijk, maar daar staat tegenover dat de gemiddelde afvalstoffenheffing daalt.
Bunschoten goedkoopst
De gemeentelijke woonlasten voor huiseigenaren bestaan uit de ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Bunschoten is het goedkoopst met 514 euro, Wassenaar het duurst met 1.183 euro. Gemiddeld betalen meerpersoonshuishoudens in 2014 704 euro aan hun gemeente. Dat is 6 euro meer dan vorig jaar. Het is het derde jaar op rij dat de stijging van de gemeentelijke woonlasten lager is dan de inflatie van 1,5 procent.
Aan ozb betaalt een huishouden gemiddeld 256 euro. Het minst betalen inwoners van Texel (gemiddeld 117 euro), het meest inwoners van Blaricum (633 euro). Het gemiddelde ozb-tarief voor woningen stijgt dit jaar met 2,7 procent. Vlagtwedde is de gemeente met de sterkste stijging: een derde meer.
Wassenaar het duurst
Gemiddeld betalen huishoudens 261 euro aan afvalstoffenheffing. Dat is 3,85 euro minder dan vorig jaar. Gemeenten besparen op de kosten en geven het voordeel aan de burger. De ontwikkeling verschilt per gemeente. In Smallingerland daalt het tarief met 21 procent het meest – het betreft overigens een eenmalige korting. De stijging is het hoogst – 100 procent – in Eemsmond. Dat laat onverlet dat het tarief in Eemsmond nog steeds het laagst is van alle gemeenten: een meerpersoonshuishouden betaalt er maar 48 euro. Dat komt doordat een groot deel van de afvalkosten uit andere inkomsten wordt betaald. In Wassenaar betalen meerpersoonshuishoudens met 438 euro het hoogste tarief.
Rioolheffing licht hoger
De rioolheffing stijgt dit jaar gemiddeld met 1,6 procent – dat is net iets meer dan 3 euro. In Lelystad betalen meerpersoonshuishoudens met 70 euro het minst, in Brummen met 373 euro het meest. Het gemiddelde komt op 186 euro. In Oosterhout stijgt de rioolheffing met 28 procent het sterkst. Dat komt doordat vorig jaar een deel van de rioleringskosten uit de reserves werd betaald en dit jaar niet meer. Het sterkst daalt het tarief in de voormalige gemeente Boarnsterhim. De inwoners die nu deel uitmaken van Heerenveen betalen liefst 36 minder dan in 2013.
Meer toeristenbelasting
Uit het Coelo-onderzoek blijkt dat steeds meer gemeenten toeristenbelasting heffen, maar minder hondenbelasting. De gemiddelde toeristenbelasting stijgt met 2,2 procent. Tien gemeenten voerden in 2012 deze belasting in. Daar kwamen in 2013 nog eens zes gemeenten bij en dit jaar opnieuw zes.
De hondenbelasting daalt met gemiddeld 0,1 procent. Negen gemeenten schaffen die belasting dit jaar af.
Provinciale opcenten omhoog
De opbrengst van de provinciale belastingen valt dit jaar fors hoger uit. Dat komt vanwege de tariefstijging van de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting. Door het tarief met 0,7 procent te verhogen, stijgt de opbrengst met 4,7 procent. Provincies houden er namelijk bij de vaststelling van de tarieven geen rekening mee dat dit jaar meer auto’s onder de motorrijtuigenbelasting vallen dan in 2013. De vrijstelling voor zuinige auto’s vervalt en die voor oldtimers is beperkt. Behalve in Limburg gaan de tarieven in geen enkele provincie omlaag.
Reacties: 10
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Klinkt als een detail, maar veel mensen konden daarvoor hun vakantiegeld aanspreken, nu kan dat dus niet meer.
Wordt er bij de provincies in verhouding net zoveel bezuinigd als bij de gemeenten?