Advertentie

Opmars vrouwen in lokale politiek stokt al jaren

Het wil nog niet vlotten met de groei van het aandeel vrouwelijke politici. Zeker in de lokale politiek blijft Nederland achter, zo blijkt uit Europees onderzoek. Een van de oorzaken is volgens Monique Leyenaar, hoogleraar vergelijkende politicologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, het feit dat de Nederlandse politiek gefragmenteerd is.

11 juli 2013

De opmars van vrouwen in gemeenteraden blijft sinds 1990 steken op zo'n 25 procent. In de landelijke politiek doen vrouwen het beter. Met 39 procent vrouwen in het parlement en 38 procent vrouwen in het kabinet, zit Nederland in de Europese kopgroep van vrouwen in politieke functies.

Europees onderzoek

Dat blijkt uit onderzoek naar de opmars van vrouwen in politieke functies in de afgelopen honderd jaar in acht Europese landen. Monique Leyenaar, hoogleraar vergelijkende politicologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, deed het onderzoek samen met prof. Drude Dahlerup van de Stockholm University. De bevindingen van Leyenaar sluiten aan op de ‘statistieken lokaal bestuur 2013’ die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onlangs heeft uitgebracht.

Gefragmenteerde politiek

Zorgwekkend vindt Leyenaar dat die opmars van vrouwen in gemeenteraden sinds 1990 is blijven steken op zo'n 25 procent. Slechts één op de vijf burgemeesters is vrouw en voor wethouders is dat nog iets minder. In de zeven andere onderzochte Europese landen schommelen de cijfers tussen de 30 en 40 procent. Een van de oorzaken is volgens Leyenaar dat de Nederlandse politiek gefragmenteerd is. Er zijn veel verschillende partijen en vrouwen zijn minder vaak in de top van de lijsten te vinden. Verder stellen lokale lijsten, die een kwart van de raadszetels innemen, weinig vrouwen kandidaat, aldus Leyenaar.

Rutte en Plasterk aan zet

De onderzoekster vindt dat premier Rutte of minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) met de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 in het vooruitzicht een oproep moeten doen aan de politieke partijen om meer vrouwen op verkiesbare plaatsen te zetten. Demissionair minister Liesbeth Spies (BZK, CDA) deed een dergelijke oproep vorig jaar oktober in een interview met Binnenlands Bestuur, naar aanleiding van de ‘Staat van het Bestuur 2012’: de tweejaarlijks trendrapportage van BZK over bestuurlijke, financiële en maatschappelijke ontwikkelingen in het decentrale bestuur. Ook daaruit kwam naar voren dat vrouwen onvoldoende in de politiek zijn vertegenwoordigd, evenals allochtonen en lager opgeleiden.

Geleidelijke opmars

De groei van het aantal vrouwen in de landelijke en lokale politiek is heel geleidelijk gegaan. Het duurde gemiddeld vijftig jaar om de drempel van 10 procent vrouwelijke parlementsleden te overschrijden en nog eens vijfentwintig jaar om op een deelname van 25 procent uit te komen. De ontwikkeling en stand van zaken per land verschilt. Zweden staat met 47 procent vrouwen ooit (2005) verkozen in het parlement, eenzaam aan de top. Daarna volgen IJsland (2009: 43 procent), Nederland (2010: 41 procent) en Denemarken (39 procent). In Duitsland (33 procent) en Engeland (22 procent) blijft de vertegenwoordiging van vrouwen in de landelijke politiek achter.  

Raadsleden

Uit de ‘statistieken lokaal bestuur 2013’ van de VNG blijkt dat het aandeel vrouwelijke raadsleden tussen 1998 en 2012 langzaam is gestegen van 23 naar 27 procent. GroenLinks heeft met 38 procent de meeste vrouwelijke raadsleden. In grotere gemeenten zijn relatief meer vrouwelijke raadsleden actief dan in kleinere gemeenten. In de VNG-statistieken zijn de lokale partijen overigens niet meegenomen.

Vrouwelijke wethouders

Het aandeel vrouwelijke wethouders staat nu op 20 procent, vijf jaar geleden bleef de teller op 18 procent steken. Hier scoort de SP met 41 procent vrouwelijke wethouders het beste van de – landelijke – politieke partijen, gevolgd door GroenLinks met 40 procent. In gemeenten van meer dan 50.000 inwoners zijn vaker vrouwelijke wethouders aan de slag dan in kleinere gemeenten.

Kleinere gemeenten

Sinds 2002 schommelt het aandeel vrouwelijke burgemeesters tussen de 19 en 21 procent. Hier geldt juist dat in kleinere gemeenten meer vrouwen het burgemeestersambt bekleden dan in grote gemeenten. De helft van de GroenLinks-burgemeesters is vrouw. Bij de VVD is vanaf 2006 een toename te zien van het aandeel vrouwelijke burgemeesters. Iets meer dan een kwart van alle VVD-burgemeesters (26 procent) is vrouw. Bij de D66 is het aandeel vrouwelijke burgemeesters sinds 2006 afgenomen van 23 procent naar 18 procent nu.

Reacties: 7

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Policor
Elk jaar komt dit quasi-feministisch gereutel weer voorbij, want guttegut wat is het erg dat vrouwen minder vertegenwoordigd zijn.



Het hebben van twee eierstokken is geen magische reden dat er ook ineens sprake is van enige competentie. Dit soort nonsens redenen van de Cisca Dresselhuys brigade worden al jaren getolereerd, zonder ook maar zinnig argument van hun zijde.



Want wat is nu het probleem, anders dan dat klaarblijkelijk vrouwen minder gedreven zijn om zich aan te melden voor politieke functies, of als baasjes in het bedrijfsleven..?

Gaat alles ineens beter werken als er meer vrouwen in de top zitten..? Gaat de Fyra plots wel rijden als de baas een vrouw is bij de NS..? Wordt de Noord-Zuid lijn ineens 1 miljard goedkoper als er een vrouwelijke wethouder op zit..?

Nee natuurlijk niet. Het gaat om capabele mensen op de juiste plek. Mensen met een ruggengraat, die keuzes durven te maken.

Carmen van der Hoff / beleidsadviseur
Dat klopt Debbie: als ex-bestuurslid,ex- raadslid, ex-lijsttrekker en ex-wethouder kan ik beamen dat het probleem zit in de combi van functies die bij een voltijdse werkweek algauw een belasting van 60-80u pw, ook bij een parttime wethouderbaan! Als je dan een gezin hebt lukt dit alleen bij een goede verdeling zorg/werk. We weten dat dit nog een issue is in Nederland. Denk ook aan het toenemend aantal alleenstaande ouders: alhoewel het landelijk doelstelling is zorg dan 50-50 te verdelen zijn het te vaak de moeders die per saldo met 80-100 zorg zitten en dan juist fulltime moeten werken . Dus nee, Politicor, het is geen kwestie van betrokkenheid maar wel van prioriteiten (moeten) stellen, belasting en de wijze waarop de raad functioneert (avonden). Inderdaad is de tweede kamer en de provincie daarom beter haalbaar voor vrouwen met een gezin. In de steden wonen meer jongeren die (nog zonder gezin) deelnemen aan de politieke arena.
Jan
Beter dan Policor had ik het niet kunnen zeggen!
Frederique Veldman / Programmamanager
Ik herken dit beeld dat er weinig vrouwen te porren zijn voor hoge plaatsen op kandidatenlijsten. Ik ben zelf voorzitter geweest van de kandidatencommissie voor GroenLinks in mijn woonplaats Rotterdam. Naast de stedelijke lijst stelden wij ook de deelgemeentelijke lijsten samen.

Mijn ervaring is dat geschikte vrouwen soms heel erg lastig te porren zijn voor een hoge plaats. Zeker als je in een kleine fractie komt, en dat is nogal eens het geval bij GroenLinks, komt er erg veel werk op je af. Veel gekwalificeerde vrouwen geven aan deze tijd liever in de opbouw van een professionele carrière te steken dan in het semi-vrijwilligerswerk dat raadslidmaatschap nu eenmaal is. Ook zijn de tijden waarop je als raadslid op pad bent voor veel vrouwen een belemmering: veel avonden en weekeinden. Mijn ervaring is dat er veel - gelukkig niet alle - vrouwen een andere afweging maken voor hun tijdsinzet.

Het 'grappige' is dat ik voordat ik in de kandidatencommissie plaats nam ook altijd de hoogst geplaatste vrouw op de lijst koos. Inmiddels weet ik beter: de partij wil vaak niets liever dan haar hoog plaatsen, maar zelf wil ze niet. Je bewijst haar dan geen dienst door haar met voorkeursstemmen in een kleine fractie te laten plaatsnemen (wat ze natuurlijk wel doet, want over het algemeen zijn vrouwen erg plichtsgetrouw).

Monique sparla
Wat een mooie vraagstelling. Omdat er 8,4 mln vrouwen in Nederland wonen heb ik me ook vaak afgevraagd hoe het komt dat het allemaal zo moeizaam gaat. Mijn overtuiging is dat er zeker genoeg vrouwen zich graag willen inzetten om het beleid en het publieke domein in te richten. Dat niet enkel voor behouden aan de kleine groep huidige bestuurders. Misschien was je er al van op de hoogte, wij zijn onder andere in de weer met het oprichten van een Vrouwen Partij. Persoonlijk wordt het me wel pijnlijk duidelijk dat er veel zaken zijn waarop je als aankomend politica kunt struikelen. Zo kreeg ik laatst in petite comité te horen hoe ik t in m'n hoofd haalde die ambitie te durven hebben. Laten we dat als een van de bekende krabbenmand symptomen zien. Een probleem ligt hem ook bij een kleine groep vrouwen die nu zowel in de politiek als in de periferie er van zoals de NGO's verkeren. Uiteindelijk blijkt dat deze bekwame dames vaak echt het water aan de lippen staat en dat men graag beleid wil veranderen maar niet volgens de politiek gewikte route, omdat men dat zo geperverteerd vindt tenminste dat is mij meerdere malen vertelt. En voor de zuurpruimen in dit forum, tja sorry anders kan ik t afzeiken van dingen die niet aan de vrouwen liggen maar door de door en door versleten systemen, daar zou ik graag aan willen vragen en wat was jou bijdrage om het leven, onze samenleving, het publieke domein gender sensitiever in te richten?



Mocht je meer informatie willen over de Vrouwen Partij mail je gegevens naar vrouwenpartij@gmail.com of meldt je aan Via Twitter @VrouwenPartij of wordt vrienden van via Facebook "vrouwenpartij" (en mannen die de 6 speerpunten van de vrouwen partij willen ondersteunen zijn zeker ook welkom)
Debby kok
De conclusie dat het het landelijk beter gaat dan lokaal zou te verklaren kunnen zijn doordat het raadslid een parttime functie is naast een andere functie, terwijl het kamerlidmaatschap een voltijdse functie is. Mogelijk is het voor vrouwen met kinderen lastiger om twee functies met het ouderschap te combineren dan een voltijdse functie.
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Ik ben wel benieuwd hoe groot het aanbod van mannen in verhouding tot vrouwen in de politiek is. Want als dat aanbod zich verhoudt tot de percentages die uiteindelijk vertegenwoordigd zijn, hoeft de politiek hier niets aan te den maar lijkt mij dit een kwestie van eigen verantwoordelijkheid.
Advertentie