Burgemeester pleit voor 100.000+ gemeenten
Burgemeester Pieter Broertjes (Hilversum) roept het kabinet op tot een drastische vernieuwing van het politieke bestuur. Flink grotere autonomie voor gemeenten, de mogelijkheid om tussentijds gemeenteraadsverkiezingen uit te schrijven en een door de gemeenteraad benoemde burgemeester. Dat zijn een aantal ideeën die Broertjes opperde tijdens de Ben Pauw lezing voor bestuurders, lobbyisten en journalisten in Den Haag.
Burgemeester Pieter Broertjes (Hilversum) roept het kabinet op tot een drastische vernieuwing van het politieke bestuur. Flink grotere autonomie voor gemeenten, de mogelijkheid om tussentijds gemeenteverkiezingen uit te schrijven en een door de gemeenteraad benoemde burgemeester.
Dat zijn drie van de zeven ideeën die Broertjes opperde tijdens de Ben Pauw lezing voor bestuurders, lobbyisten en journalisten in Den Haag. Hij doet zijn oproep op grond van zijn eigen ervaringen in ‘het woud van regels en procedures.’ Volgens Broertjes raken mensen de draad kwijt in dat woud. ‘Niet alleen burgers maar ook bestuurders.’
Opheffen gemeenschappelijke regelingen
Broertjes pleit voor volwassen, herkenbare regiogemeenten van ‘minstens 100.000 inwoners’ die op lokaal niveau de enige bestuurslaag zouden vormen. Die grote gemeenten kunnen meer en zouden dan ook meer moeten mogen. Dan zijn ook constructen als de gemeenschappelijke regelingen niet meer nodig, die hij als ‘gebrekkig democratisch gelegitimeerde bestuurlijke constructies’ betitelt.
Tussentijdse raadsverkiezingen
Broertjes stelt verder voor de gemeenteraadsverkiezingen los te koppelen van een uniform geldende landelijke datum. ‘Dat kan eenvoudig door gemeenten zelf verkiezingen uit te laten schrijven bij een lokale bestuurscrisis’, zegt hij. Belangrijke bijvangst is dat het ‘vervuilende karakter’ van al die verkiezingen als graadmeter voor de landelijke politiek dan uit beeld raakt.
Kleinere gemeenteraden zijn daarbij wel een voorwaarde, waarbij hij denkt aan één raadslid per 4.000 inwoners met een maximum van 40 raadsleden. ‘Een gemeente van meer dan 100.000 inwoners krijgt dan 25 raadsleden. Dat zijn er nu 39, en boven 200.000 inwoners zelfs 45.’
Raad kiest en benoemt burgemeester
De positie van de burgemeester zelf mag anders. ‘Laten we een einde maken aan de spagaat dat de burgemeester zowel voorzitter van het college is als voorzitter van de gemeenteraad. Die rollen verhouden zich niet met elkaar omdat de raad, met name in zijn controlerende functie jegens het college, weinig heeft aan een voorzitter die boegbeeld is juist van dat college.
Ten tweede is de praktijk dat de raad via een sollicitatieprocedure de burgemeester kiest maar formeel niet verantwoordelijk is voor diens benoeming. Dat maakt de wereld ingewikkeld en diffuus. Niet alleen de keuze, maar ook de benoeming kan aan de raad worden overgelaten, stelt Broertjes.
Termijn van vijf jaar
De huidige bevoegdheden van de burgemeester zouden bij het college gelegd kunnen worden, waarbij de burgemeester eerst verantwoordelijk en eerst aanspreekbaar blijft voor de uitvoering ervan. Broertjes: ‘Het geeft de burgemeester een volwaardige portefeuille en de raad de mogelijkheid de burgemeester via gebruikelijke politieke mechanismen af te rekenen op zijn functioneren. De kans op een burgemeester afkomstig uit de lokale politiek neemt er aanzienlijk door toe – wat goed is voor het functioneren van de lokale democratie.’ Het verdient verder de aanbeveling zijn termijn en die van de raad gelijk te trekken. ‘Dat mag van mij vijf jaar worden, dat brengt meer rust in het gemeentebestuur.’
Reacties: 15
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het blijft overigens een vraag of 100.000+ gemeenten nu echt beter functioneren ten opzichte van de kleine(re) gemeenten. Tot nu toe is dat zeker niet aangetoond.
Ze kosten meer geld per per inwoner dan een kleinere gemeente, ze staan verder van de burger af, ze hebben echt geen betere wethouders, ze zijn veel bureacratischer, ze weten minder wat er in de gemeenschap speelt, etc.
In tegenstelling tot wat meneer Broertjes bepleit, kunnen ook 100.000-plus gemeenten niet zonder gemeenschappelijke regelingen.
En dan de gekozen burgemeester, alsof dat de probleen oplost. Ze zorgen er alleen maar voor dat de (nog redelijke) politiek neutrale stabiele factor in taad en college verdwijnt. Dat moeten we echt niet willen.
Dit orgaan vertegenwoordigt de bevolking, zit het dichtst op de bevolking en weet wat er leeft onder de inwoners.
Dus geen onder- en bovengrenzen, en laat de democratie zijn werk doen.
Als je vindt dat het huidig democratisch bestel niet werkt, dan heb je een andere discussie.
Maar of die merkwaardige en niet door enig argument ondersteunde 100.000-gemeente dat nou moet worden? Met een kleinere raad ook nog? Dat wordt een verdere beperking van de lokale demoocratie.
Mij lijkt dat de bestuurlijke en politieke eenheden eerder kleiner moeten (25-30 duizend), en dat er regionale uitvoeringsdiensten moeten komen met zo'n 10-15 gemeenten als opdrachtgever. dat geeft de uitvoerende diensten de slagkracht van een gemeente met 300/450 duizend inwoners. Zo breng je de democratie naar de burgers, en bereik je voor de bedrijfsvoering de gewenste schaalgrootte.
De vaste verkiezingsdatum opdoeken lijkt me ook uitstekend, deels omdat dan het effect van 'landelijke toetssteen' eindelijk verdwijnt, maar ook omdat het de ruimte vrijmaakt voor tussentijdse verkiezingen bij een bestuurlijke crisis.
De burgemeester kan eigenlijk gewoon worden afgeschaft. Het is een erfenis van een paternalistische rijksoverheid die via de benoemingen een vinger in de pap wil houden. De raad kiest zichzelf een voorzitter, naar analogie van de Tweede Kamer, en stelt een college samen dat zichzelf een voorzitter kiest. Dan vemijden we ook allerlei gekonkel en gehannes met de gekozen burgemeester.
De termijn van vier jaar is duidelijk tekort, iedere leerling ambtenaar der derde klasse kan je vertellen dat je in vier jaar nauwelijks iets kunt bereiken of veranderen. Zes jaar lijkt me een betere termijn, zeker als er de ruimte komt om tussentijds (voor de raad) in te grijpen in colleges, of bij zware crises tussentijds verkiezingen uit te roepen.
Het enige probleeem dat er bij dit soort oplossingen speelt is dat er politici met lef voor nodig zijn. Die het aandurven de macht van de pluchklevers en de gevestigde partijen aan te pakken. Waar we die vandaan moeten gaan halen? Ik weet het niet.....