bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Inzicht in de dynamiek van transities met hulp van de X-curve

In welke fase bevindt de transitie zich en welke dynamieken spelen er?

08 november 2023
Lisette KplusV
Lisette Sant - Adviseur

Er zijn verschillende perspectieven waarmee naar transities kan worden gekeken. Samen met mijn collega transitiemanagers kiezen we voor het perspectief van de X-curve (DRIFT). De X-curve helpt in het duiden van de fase waarin de transitie zich bevindt en van de dynamieken die in deze fases spelen. Volgens ons vraagt namelijk iedere fase om een samenspel van andere actoren, instrumenten en interventies. Hoe krijg je meer inzicht in de huidige en toekomstige dynamiek van transities?

De X-curve

De X-curve bestaat uit twee S-vormige lijnen. De lijn van linksonder naar rechtsboven laat zien hoe een nieuw systeem wordt opgebouwd over tijd. De lijn van linksboven naar rechtsonder toont hoe tegelijkertijd het gevestigde systeem wordt afgebroken.

x curve

Het nieuwe systeem begint met opbouw. De vraag kan worden gesteld, welke nieuwe (sociale) innovaties opgebouwd en versneld moeten worden. Dit begint vaak in het klein in de vorm van experimenten, waarin radicaal nieuwe manieren van denken en doen worden toegepast. Versnelling ontstaat wanneer deze alternatieven zich aan elkaar verbinden en zichtbaar worden. Zodra dit vertaalt in zichtbaar nieuwe structuren en de transitie niet meer ter discussie staat, is er sprake van emergentie. Na de stappen van opbouw, volgt voortbouw. De nieuwe innovaties worden vertaald naar leidende duurzaamheidsprincipes. Het nieuwe denken, handelen en doen wordt geïnstitutionaliseerd: dit wordt bestendigd als het nieuwe normaal. Uiteindelijk stabiliseert het nieuwe systeem door detaillering en optimalisering.

Om ruimte voor nieuwe systemen te creëren, is afbraak van het oude essentieel. Expliciete aandacht hiervoor is nodig. Van nature richt men namelijk meer op opbouw dan op afbraak. Aan het begin van een transitie heerst er in het gevestigde systeem nog weinig noodzaak tot veranderen. Het bestaande wordt enkel geoptimaliseerd. Destabilisatie ontstaat doordat incidenten tot urgentie voor verandering leiden. Er ontstaat discussie over de richting. Onzekerheden en tegengestelde belangen maken dat ombouw uiteindelijk eindigt in chaos. Pas vanuit chaos ontstaat echte afbraak van het systeem: de gevestigde orde valt weg en verlies wordt zichtbaar. Afbouw wordt verder bestendigd door het uitfaseren en afscheid nemen van de oude manieren van denken, handelen en organiseren.

De X-curve helpt om het verschil te zien tussen optimaliseren van het oude systeem (transformeren zonder andere stip op de horizon) en echt bijdragen aan een nieuw systeem (transitie). De uitdaging zit juist in de dynamiek tussen deze twee bewegingen/trajecten/veranderingen .

Duiding met hulp van vijf fasen

De dynamiek duiden we aan de hand van vijf fasen. Deze fasen zijn gebaseerd op transitietheorie en praktijkervaringen. Een belangrijke aanvulling op bestaande transitiemodellen is de fase van signaleren. In een vroeg stadium kunnen al eerste haarscheuren in het bestaande systeem en ontkiemende initiatieven voor een nieuw systeem worden gesignaleerd. Met deze toevoeging wordt het sturen in transities inzichtelijk gemaakt van het allerkleinste begin tot het uiteindelijk stabiliseren van de nieuwe standaard.

vijf fasen model
  • Inzicht in de dynamiek start met het signaleren van onduurzaamheid in de systemen. Optimaliseren van het bestaande is niet houdbaar: een  radicaal langetermijnperspectief is nodig die wordt vertaald naar strategische acties.
  • In het begin van de transitie ontstaan nieuwe radicale geluiden, terwijl het gevestigde systeem (in de ogen van velen) nog goed functioneert. Daarom wordt er vaak een 'schaduwspoor' gecreëerd waarin men experimenten kan initiëren met een kleine groep. Tegelijkertijd initiëren we de urgentie in het bestaande systeem om de druk te vergroten. Door het benoemen van spanningen, te bevragen en uit te dagen.
  • Wanneer het bestaande systeem destabiliseert en experimenten worden versneld, ontstaan crises. Dit biedt kansen voor versnelling maar ook weerstand neemt toe. Er is daarom noodzaak tot programmeren. Door het verbinden, versterken en opschalen van goede voorbeelden, koppelen we de systemen.
  • Waar het oude en nieuwe systeem elkaar raken, vallen bestaande structuren weg. Dit is het moment om de structuur, cultuur en werkwijzen te herdefiniëren.
  • Vervolgens ontstaat er aan de ene kant stabiliteit vanuit nieuwe regels en structuren: het nieuwe normaal wordt zichtbaar. Maar ook verlies wordt steeds meer zichtbaar en heeft aandacht nodig. Er is sprake van consolideren.

Meer weten?
We zijn benieuwd naar jouw mening en ervaringen.
Deel je reactie of download hier de whitepaper met een samenvatting van al onze inzichten.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.