bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Tijdelijke wet digitale besluitvorming

Tijdelijke wet digitale besluitvorming. Naast digitale beraadslaging ook digitale besluiten.

21 april 2020
Esther-van-Gaal.png

Dinsdag 7 april jl. heeft, na de Tweede Kamer, ook de Eerste Kamer ingestemd met de Tijdelijke wet digitale besluitvorming. Op basis van deze wet kunnen provincies, gemeenten, waterschappen, besturen van gemeenschappelijke regelingen en de eilandsraden van Bonaire en Saba, naast digitale beraadslaging, voorlopig tot 1 september 2020 digitale besluiten nemen. Zo kunnen de vertegenwoordigende organen op decentraal niveau in de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van het coronavirus zoveel mogelijk blijven functioneren.

Digitale besluitvorming

Digitale besluitvorming was eerder juridisch niet mogelijk. Door de betreffende organen kon weliswaar digitaal worden beraadslaagd, maar zij konden geen besluiten nemen. Dat hangt samen met hun grondwettelijke positie. De gemeenteraad respectievelijk provinciale staten is als rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging het hoogste orgaan; hun vergaderingen zijn openbaar, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen (artikel 125 lid 1 Grondwet); hun leden stemmen zonder last (artikel 129 lid 6 Grondwet). Zij stellen de algemeen verbindende voorschriften en de begroting vast, benoemen de wethouders respectievelijk gedeputeerden en bepalen de hoofdlijnen van het beleid. Dit is van overeenkomstige toepassing op de eilandsraden (artikel 132a, tweede lid, Grondwet). De waterschappen kennen Grondwettelijk een andere positie, zij zijn geen openbare lichamen met een open huishouding, maar hun algemeen besturen vergaderen eveneens in beginsel openbaar.

De regering onderkent de bijzondere positie van de decentrale volksvertegenwoordigingen en vindt het van groot belang dat zij ook in de huidige omstandigheden in het openbaar tot besluitvorming kunnen komen. In deze wet wordt daarom tijdelijk voorzien in de mogelijkheid om digitaal besluiten te nemen door de volksvertegenwoordigende organen via videoconferencing. Bijkomend voordeel van digitaal besluiten is dat indien zich onverhoopt de situatie zou voordoen dat meerdere leden van één orgaan in quarantaine gaan, bijvoorbeeld vanwege een ziek gezinslid, zij nog steeds hun functie kunnen vervullen. Zonder deze regeling zouden deze volksvertegenwoordigers onnodig in de vervulling van hun belangrijkste publiekrechtelijke plicht, het nemen van besluiten door middel van stemmingen, beperkt worden.

Deze wet introduceert een tijdelijke maatregel voor zolang gemeenteraden, provinciale staten en algemeen besturen van waterschappen geheel niet of niet op een goede manier fysiek bijeen kunnen komen. Indien fysieke aanwezigheid wel mogelijk is, hoort die volgens de Memorie van Toelichting plaats te vinden – de openbare fysieke vergadering van de volksvertegenwoordiging is en blijft immers het uitgangspunt –, maar dit is onder de huidige omstandigheden niet altijd en overal goed te organiseren. Voor iedere vergadering geldt dat de richtlijnen van het RIVM in acht moeten worden genomen.

Op grond van deze wet kan een gemeente, provincie, waterschap of openbaar lichaam zelf besluiten hoe invulling te geven aan digitale besluitvorming, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • Ieder lid moet gegarandeerd beschikken over de technische mogelijkheden om toegang te hebben tot de beraadslaging en stemming.
  • Identificatie van raadsleden moet mogelijk zijn. Door de voorzitter, maar ook door de leden onderling en door het publiek.
  • Er is sprake van een live videoverbinding, alleen audio of stemmen per app is niet voldoende.
  • De voorzitter moet in staat zijn de orde te handhaven, bijvoorbeeld door deelnemers het woord te ontnemen of door een volgorde van stemming te bepalen.


Stembriefjes

Het digitaal stemmen is echter geen verplichting. Met deze wet wordt het aan de beoordeling van de voorzitter overgelaten voor welke besluiten een stemming in een digitale omgeving wordt georganiseerd en voor welke voorstellen men van briefstemmen gebruik wenst te maken. De wet introduceert daarom tevens het briefstemmen – per post, per koerier of door inlevering van stembriefjes bij de griffie – als alternatief. De voorzitter, oftewel de burgemeester, de commissaris van de Koning, de voorzitter van het waterschapsbestuur of de gezaghebber, krijgt de bevoegdheid deze briefstemprocedure ook van toepassing te verklaren op andere besluiten.


Benoeming

De stemming over benoemingen is op grond van artikel 31 Gemeentewet geheim. Dat betekent normaal gesproken dat in de reguliere, openbare fysieke raadsvergadering met stembriefjes wordt gestemd (artikel 28, tweede lid, Gemeentewet). Deze wet maakt daarop een uitzondering voor het geval de beraadslaging digitaal plaatsvindt. In dat geval dienen de stembriefjes na afloop van de beraadslaging per post, per koerier dan wel persoonlijk bij de griffie te worden ingeleverd. Voor het overige gelden de huidige regels van de Gemeentewet. Dat betekent dat over de toelating van nieuw benoemde raadsleden en over benoeming en ontslag van wethouders slechts in een openbare (digitale) raadsvergadering beraadslaagd mag worden; artikel 24 Gemeentewet wordt dan ook niet gewijzigd met dit wetsvoorstel.


Gemeenschappelijke regelingen

Ook voor gemeenschappelijke regelingen bestaat het risico dat besluitvorming stil kan vallen als besturen niet langer bijeen kunnen komen. Omdat verreweg de meeste gemeenschappelijke regelingen de figuur openbaar lichaam kennen, waarvoor grofweg de bepalingen uit de Gemeentewet voor raadsvergaderingen gelden ten aanzien van openbaarheid en stemmen, is een vergelijkbare afwijking voor deze organisaties in de wet opgenomen.


Inwerkingtreding

De wet zal gelden voor gemeenteraden, provinciale staten, algemene besturen van waterschappen, besturen van gemeenschappelijke regelingen en de eilandsraden van Bonaire en Saba. Omdat op dit moment op Sint Eustatius geen eilandsraad in functie is, wordt deze tijdelijke wet daar niet toegepast.

De wet digitale beraadslagen treedt in werking zodra het in het Staatsblad is gepubliceerd en blijft tot 1 september 2020 van kracht. Afhankelijk van hoe de coronacrisis zich ontwikkelt, kan de wet telkens bij koninklijk besluit met maximaal twee maanden worden verlengd. ‘Zodoende worden de volksvertegenwoordigingen in de gelegenheid gesteld zo nodig ten minste tot en met het zomerreces het besluitvormingsproces op deze wijze in te richten’, aldus de Memorie van Toelichting.

Esther van Gaal

Op de hoogte blijven? Meld u aan voor onze nieuwsbrieven.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.