bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Normalisering? Ik ben er wel klaar mee!

Normalisering? Ik ben er wel klaar mee! Overheid, Onderwijs, Cultuur en Zorg kennen nu al zowel aanstellingen als arbeidsovereenkomsten

17 oktober 2016
AfbeeldingMr. B.J. (Bart Jeroen) Boiten  

In september 2015 schreef ik een column onder de titel ‘Klaar voor de normalisering?’ Ik geef toe, niet bijzonder pakkend, maar de vraag leek toen wel actueel. De Eerste Kamer behandelde toen het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren en was op onderdelen behoorlijk kritisch.

We zijn nu meer dan een jaar verder en na een periode van radiostilte heeft de Eerste Kamer op 27 september 2016 de hiervoor genoemde behandeling voortgezet. Even leek het er op dat er zelfs ook al gestemd zou worden, maar uiteindelijk is de voortgezette behandeling op verzoek van de Kamer opnieuw aangehouden. Voorlopig voor een maand, maar een stemming in 2016 lijkt me inmiddels niet heel waarschijnlijk meer. Is dat erg, hoor ik u vragen. Dat hangt er maar van af hoe je het bekijkt.

De behandeling van dit wetsvoorstel duurt inmiddels al meerdere jaren. Het bracht CNV-voorzitter Patrick Fey in april van dit jaar al tot de verzuchting dat het een oplossing was voor een niet bestaand probleem. Geen echte reclame, maar de vakorganisaties zijn dan ook verklaard tegenstander van dit wetsvoorstel. Toch zit er wel wat in dit standpunt. Er zijn immers weinig burgers – werknemer of ambtenaar – die in de praktijk regelmatig wakker liggen van de vraag of zij nu een ambtelijke aanstelling hebben of een arbeidsovereenkomst en wat dat dan concreet voor hen betekent. De indieners van dit wetsvoorstel lijken er ook nu niet goed in om die urgentie ‘handen en voeten’ te geven. Zij komen niet verder dan dat met het wetsvoorstel aan groot onderhoud wordt gedaan, en dat hoe langer dat wordt uitgesteld, hoe urgenter het wordt. Een waarheid als een koe zal ik maar zeggen.

De kritiek vanuit de Eerste Kamer gaat echter verder dan de vraag naar nut en noodzaak. Zo worden kritische vragen gesteld over de rol van de vakbonden bij de totstandkoming van dit wetsvoorstel. Is er wel voldoende gepolderd? De bonden vinden van niet en hebben de messen op dit punt al geslepen. Ook is er kritiek vanuit de Eerste Kamer op het feit dat echte gelijkwaardigheid tussen de overheidswerkgever en ambtenaren nooit zal worden bereikt. Al was het maar omdat de overheidswerkgever een bijzondere werkgever blijft, omdat deze grondrechten van zijn medewerkers kan inperken en er in de publieke sector extra eisen gelden ten aanzien van integriteit. Nadeel van alle vertraging is ook dat het wetsvoorstel door andere wetgeving wat lijkt te zijn ingehaald, zoals bijvoorbeeld de WWZ. Dat levert praktische problemen op die nu om een oplossing vragen, wat tot aanpassing van het voorstel kan leiden en daarmee tot verder uitstel. We zijn er kortom nog niet …

Waarom dan de verzuchting boven deze column? Vorig jaar was Capra er toch klaar voor? Oh zeker, en dat is nu niet anders. Wij houden ons immers al vele jaren bezig met onder meer de arbeidsverhoudingen in het publieke domein, naast vele andere zaken maar dat voert voor nu te ver. Belangrijkste gemene deler daarbij is dat het om werk in het publieke domein gaat, dus publiek gefinancierd en – belangrijker nog – met alle voorwaarden rond integriteit van dien. Overheid, Onderwijs, Cultuur en Zorg kennen nu al zowel aanstellingen als arbeidsovereenkomsten. Daar zijn wij in thuis en dat geldt nog altijd. Daar is die hele normalisering niet voor nodig.

Bezoek dus niet alleen ons normaliseringsdossier op www.capra.nl/normalisering-ambtenarenrecht, maar kijk vooral ook eens op www.capra.nl/zorg en www.capra.nl/onderwijs. Dan blijkt eens temeer dat wij van alle markten thuis zijn.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.