bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Het ambt voorbij: de rechten en verplichtingen van een gewezen politieke ambtsdrager

et ambt voorbij: de rechten en verplichtingen van een gewezen politieke ambtsdrager

13 maart 2014

AfbeeldingMr. M.J.J. (Maartje) Rutten

Sinds 2010 hebben gewezen politieke ambtsdragers die na hun aftreden een Appa-uitkering ontvangen een sollicitatieplicht. Gemeenten en provincies zijn verantwoordelijk voor de begeleiding. In 2010 zijn gemeenten hierover uitgebreid geïnformeerd door het Ministerie van BZK. Vier jaar later is het wellicht raadzaam u nogmaals te wijzen op deze rechten en verplichtingen.

Waarom een sollicitatieplicht voor gewezen politieke ambtsdragers?

De sollicitatieplicht voor gewezen politieke ambtsdragers met een Appa-uitkering bestaat sinds 27 februari 2010. Het doel van de sollicitatieplicht en begeleiding hiervan door gemeenten zal u niet verbazen. Enerzijds zijn de verplichtingen erop gericht een politieke ambtsdrager te behouden voor het arbeidsproces, anderzijds zijn de verplichtingen erop gericht om de uitkeringslasten van de gemeenten en andere overheden zo beperkt mogelijk te houden.

 

Voor wie geldt de sollicitatieplicht uit de Appa?

De sollicitatieplicht geldt voor alle politieke ambtsdragers die aanspraak hebben op een uitkering. Bij gemeenten zijn dit burgemeesters en wethouders. Burgemeesters vallen sinds de invoering van de sollicitatieplicht niet langer onder de Werkloosheidswet, maar onder de Appa-regelgeving. Oud-raadsleden hebben geen sollicitatieplicht, zij hebben immers geen aanspraak op een Appa-uitkering.

Alle wethouders die na de verkiezingen van 19 maart aanstaande het ambt verlaten hebben derhalve een sollicitatieverplichting, ook diegenen die vóór de invoering van de sollicitatieplicht al wethouder waren, een enkele uitzondering daargelaten. Gelet op de aanstaande verkiezingen wordt verder gesproken over de gewezen wethouder.

Wanneer geldt de sollicitatieplicht?

De sollicitatieplicht geldt op het moment dat aanspraak wordt gemaakt op een Appa-uitkering, ook wanneer u in het buitenland woont. Deze verplichting geldt niet onmiddellijk na het aftreden. De eerste drie maanden na het aftreden geldt deze verplichting niet. Deze periode is ingelast zodat een gewezen wethouder zich kan beraden op zijn toekomst.

Een Appa-uitkering wordt toegekend ongeacht de reden van ontslag. Voor een wethouder die zelf zijn ambt neerlegt, omdat hij niet langer een politieke carrière ambieert of omdat het vertrouwen in hem is opgezegd, bestaat dus ook een sollicitatieplicht. Hierin wijkt het systeem van de Appa-regelgeving af van dat van de werkloosheidsuitkering. In de Werkloosheidswet bestaat immers geen aanspraak op een uitkering bij verwijtbare werkloosheid. Het zelf ontslag nemen wordt in principe als zodanig aangemerkt.

 

Hoe lang duurt de sollicitatieplicht?

De sollicitatieplicht geldt zolang er aanspraak bestaat op de Appa-uitkering. Afhankelijk van de tijd waarin het politieke ambt is vervuld, zal dit tussen de twee en vier jaar zijn. De verplichting geldt tot aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De Appa-uitkering stopt op dat moment en daarmee ook de sollicitatieplicht.

De Wet Appa en de Werkloosheidswet zijn hier niet op een lijn te stellen. Waar de Werkloosheidswet uitgaat van het aantal uren dat een uitkeringsgerechtigde (nog) beschikbaar is, is voor de Appa-regelgeving enkel en alleen de hoogte van de nieuwe inkomsten bepalend. De sollicitatieplicht eindigt wanneer er sprake is van een duurzame re-integratie. Daarvan is sprake als in redelijkheid verwacht mag worden dat door het vervullen van een nieuwe functie of het verrichten van nieuwe werkzaamheden niet wordt teruggevallen op de toegekende Appa-uitkering. Bij het aanvaarden van werk waarmee minder inkomsten worden gegeneerd blijft de sollicitatieverplichting gelden, ongeacht of dit werk een voltijds betrekking omvat.

Waar is de sollicitatieplicht geregeld?

De sollicitatieplicht, de uitvoering daarvan en de sancties bij niet of onvoldoende nakoming van de verplichtingen zijn neergelegd in de artikelen 132a tot en met 132c van Wet Appa (Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers) en het Besluit sollicitatieplicht Appa voor gewezen politieke ambtsdragers; ook wel het sollicitatiebesluit genoemd.

Worden deze artikelen bezien, dan lijken deze van toepassing voor de provincies. Artikel 130 Appa bepaalt echter dat daar waar ‘provincie’ staat, het begrip ‘gemeente’ moet worden gelezen. Voor gewezen politieke ambtsdragers binnen de sector provincie en de sector gemeente gelden derhalve dezelfde verplichtingen.

Wat houdt de sollicitatieplicht nu exact in?

Een gewezen wethouder is verplicht passend werk te zoeken én te aanvaarden. Niet wordt gesproken van een dienstbetrekking. Het kan dus ook gaan om werk als zelfstandige of het voortzetten van een politieke carrière elders. Wat onder passend werk wordt verstaan is gedefinieerd in artikel 132a lid 3 Wet Appa.

Naast de verplichting om ander werk te zoeken en te aanvaarden, is de gewezen wethouder verplicht zich te laten begeleiden door een door de gemeente aangewezen re-integratiebedrijf. Re-integratiebureau Het college is verplicht om voor de uitvoering van de sollicitatieplicht een overeenkomst te sluiten met een re-integratiebedrijf. Het Ministerie van BZK, IPO en de Unie van Waterschappen hebben deze dienst centraal ingekocht. De VNG niet. Iedere gemeente zal hier zelf zorg voor moeten dragen. Uitgangspunt is dat het re-integratiebedrijf werkt op basis van mandaat van het college.

 

Plan van aanpak

Het re-integratiebedrijf moet in overleg met de gewezen wethouder een plan van aanpak opstellen. Dit plan van aanpak bestaat uit verschillende onderdelen. De wijze van begeleiding, de vraag welke sollicitatieactiviteiten worden verricht, opleidingen en cursussen, een tijdspad en de wijze van evalueren worden in dit plan opgenomen. Wordt niet voldaan aan de opgelegde verplichtingen, dan kan een sanctie worden opgelegd. Een sanctie bestaat uit het gedeeltelijk of uiteindelijk geheel inhouden van een percentage van de Appa-uitkering.

De regelgeving lijkt op datgene wat is opgenomen in de Werkloosheidswet, maar ook op de rechtspositieregeling voor ambtenaren in gemeenteland. Daarin kent men sinds 2008 het zogenaamde ‘van werk naar werk’-traject, waarin afspraken worden gemaakt met ambtenaren die met ontslag worden bedreigd.

 

Kosten

De kosten voor de externe begeleiding komen volledig voor rekening van de gemeente. Uiteraard geldt dat de gemaakte kosten noodzakelijk en redelijk moeten zijn.

 

Outplacementbureau naar keuze

Naast begeleiding door een door de gemeente aangewezen bureau, kan de gewezen wethouder kiezen voor begeleiding door een outplacementbureau van eigen voorkeur. In dat geval draagt de gemeente tot maximaal 20% van de laatstgenoten bezoldiging bij aan de kosten (de bezoldiging bedraagt het jaarsalaris, het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering).

Het college hoeft niet akkoord te gaan met ieder voorstel van een gewezen wethouder. Artikel 3.2 van het sollicitatiebesluit somt een aantal formele eisen op. Daarnaast kan getoetst worden aan de redelijkheid van de prijs in relatie tot de kwaliteit. Is het college van oordeel dat een en ander niet in verhouding staat, dan kan het verzoek afgewezen worden.

 

Bezwaar gewezen wethouder

Anders dan tegen het ontslag, waartegen geen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, kan een gewezen wethouder tegen de afwijzing van zijn keuze voor een outplacementbureau bezwaar aantekenen. Een afwijzing is immers een besluit. Op grond van artikel 162 Wet Appa kan na bezwaar beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Dit geldt ook voor overige besluiten die in het kader van de uitvoering van de sollicitatieplicht en de begeleiding worden genomen.

 

Bijeenkomst 10 april 'Voorbij het ambt'

Door de invoering van de sollicitatieplicht en het sanctieregime lijkt de positie van de oud-wethouder gelijkgeschakeld te zijn met die van een gewezen ambtenaar. Hoewel er zeker sprake is van gelijkenissen, zijn de Wet Appa en de Werkloosheidswet echter verschillende regelingen die op onderdelen fundamenteel van elkaar verschillen. Die verschillen hebben te maken met het bijzondere karakter van het ambt van een politieke ambtsdrager. Want een verkiezingstijd is het begin van politieke carrières, maar ook het (plotseling) eindigen daarvan.

Over nieuwe mogelijkheden en kansen na de verkiezingstijd organiseert Capra samen met Gerd Leers van GP-staffing op 10 april 2014 in kasteel Maurick in Vught voor burgemeesters en (gewezen) wethouders een bijeenkomst. Graag nodigen wij u daarvoor uit.

Lees hier meer

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.