bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

De bedrijfsarts bedreigd

Bedrijfsartsen worden letterlijk door werknemers (fysiek) bedreigd.

16 september 2013

AfbeeldingMr. drs. M.L.M. (Mark) van de Laar

Bedrijfsartsen worden letterlijk door werknemers (fysiek) bedreigd. De laatste jaren zijn er meerdere uitspraken gedaan waarin bedreiging aan de orde is, zowel bij de overheid (CRvB 29 april 2010, ECLI:NL:CRVB:BM3708; Rechtbank Rotterdam 28 juli 2011, ECLI:NL:RBROT:BR3781; CRvB 11 april 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7037) als in de particuliere sector (Hof Arnhem 16 augustus 2011, ECLI:NL:GHARN:BR6991; Hoge Raad 15 maart 2013, ECLI:NL:HR:BY7848).

In de zaak waarover de Rechtbank Rotterdam op 28 juli 2011 oordeelde had de ambtenaar de bedrijfsarts gedreigd met de mededeling dat hij deze (en de leidinggevende) wel “aan een mes zou rijgen”. Het zal u niet verbazen dat dit gedrag geleid heeft tot het ontslag van de betreffende, bedreigende medewerker(s). Dergelijk gedrag wordt niet geaccepteerd.

Uit deze uitspraken blijkt al dat aan de positie van de bedrijfsarts de nodige risico’s zijn verbonden. Maar ook verder heeft de bedrijfsarts geen rustig bestaan, nu over zijn positie het nodige gaande is. Ik ga daar hierna nader op in. Maar eerst de vraag: wat doet de bedrijfsarts eigenlijk?

De bedrijfsarts heeft enkele wettelijke taken:
1. ziekteverzuimbegeleiding en arbeidsre-integratie;
2. (verplicht aan te bieden) periodiek arbeid gezondheidkundig onderzoek;
3. uitvoeren van aanstellingskeuringen.

Daarnaast houdt de bedrijfsarts zich bezig met alle aspecten van de relatie tussen arbeid en gezondheid. Om enkele voorbeelden te noemen: indien er binnen een organisatie sprake is van een alcoholbeleid, een beleid betreffende obesitas of een antidrugbeleid, is de bedrijfsarts – de specialist voor arbeid en gezondheid – daarbij betrokken.

Enkele zeer belangrijke taken dus, zeker waar werkgevers hun medewerkers duurzamer willen inzetten. Het is daarom van belang dat werkgever en bedrijfsarts elkaar goed verstaan. Daarbij kan het helpen om de positie van de bedrijfsarts nog eens goed te schetsen. Met welke dilemma’s heeft deze te maken? In welk speelveld opereert de bedrijfsarts? Welke knelpunten zijn er?

In 2011 is een rapport verschenen over de positie van de bedrijfsarts (AStri rapport van 29 juni 2011). Daaruit bleek onder andere dat de toegankelijkheid van de bedrijfsarts een knelpunt vormt. Dit heeft voornamelijk te maken met de onbekendheid van de bedrijfsarts bij de werknemers en de beperkte vertrouwensrelatie. Ook de onafhankelijkheid is een aandachtspunt. In december 2012 is het SER-rapport ‘Stelsel voor gezond en veilig werken’ verschenen. Uit dit onderzoek bleek onder meer dat preventie er bij de bedrijfsartsen bij inschiet, mede veroorzaakt door het verdwijnen van het arbeidsomstandighedenspreekuur. Naar aanleiding hiervan heeft de Minister actie ondernomen (brief d.d. 11 april 2013). Er zou een extern onderzoek komen om de bedrijfsgezondheidszorg op lange termijn te verbeteren.

Inmiddels heeft KPMG Plexus een verkenning verricht naar vijf toekomstscenario’s voor de organisatie van de bedrijfsgezondheidszorg. De Minister heeft met de brief van 10 juli 2013 de SER verzocht advies uit te brengen over deze scenario’s. Eén daarvan is het zogenaamde huisarts-specialist model, met meer kennis over de factor arbeid in de reguliere zorg en een klinisch arbeidsgeneeskundige. Dit model is gericht op tijdige signalering van (ernstige) arbeidsrelevante gezondheidsproblemen, en adequate behandeling in of verwijzing naar de curatieve zorg. Een verschuiving van taken dus.

Veel onderzoeken en plannen dus. Hoewel dit allemaal erg lang duurt, is het waarschijnlijk dat de positie van de bedrijfsarts in de toekomst zal gaan veranderen. Deze veranderingen zullen (moeten) leiden tot een grotere bekendheid met en betere toegankelijkheid en onafhankelijkheid van de bedrijfsgezondheidszorg. De bedrijfsarts zal ook meer betrokken worden bij preventie.

Tot dat moment zal de bedrijfsarts het moeten doen met het huidige systeem. En daarin ligt de bedrijfsarts nog al eens onder vuur. Er zijn diverse belanghebbenden die, op zich terecht, hoge eisen stellen aan de bedrijfsarts. Dit kan leiden tot diverse juridische acties. Ik geef enkele voorbeelden:

- De bedrijfsarts kan onderwerp worden van een tuchtprocedure. De Wet BIG, en het daarbij behorende tuchtrecht, is namelijk (ook) op de bedrijfsarts van toepassing. De bedrijfsarts kan bijvoorbeeld worden geconfronteerd met een maatregel. Om een voorbeeld uit de jurisprudentie te geven: een waarschuwing kan worden opgelegd, indien de bedrijfsarts adviezen verstrekt van arbeidsrechtelijke aard. Dat is nu eenmaal niet zijn terrein. Daarin moet de bedrijfsarts terughoudend zijn (en omgekeerd ook).

- In sommige tuchtprocedures wordt de bedrijfsarts overigens verweten de vertrouwelijkheid te hebben geschonden. Vertrouwelijkheid/privacy is überhaupt een issue dat de nodige aandacht heeft. Enerzijds willen patiënten dat de vertrouwelijkheid gewaarborgd blijft; aan de andere kant wil de politiek dat er soepeler wordt omgegaan met het beroepsgeheim (bijvoorbeeld bij het melden van uitkeringsfraude). Hoe moet de bedrijfsarts hierin laveren?

- Voorts kan de bedrijfsarts geconfronteerd worden met een deskundigenoordeel van de verzekeringsarts van het UWV. De verzekeringsarts kan immers – desgevraagd - een oordeel geven over de vraag of er sprake is van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. Een soort hoger beroep/second opinion tegen het oordeel van de bedrijfsarts. Hoewel dat niet altijd het geval is, heeft een deskundigenoordeel van UWV vaak voorrang boven het oordeel van de bedrijfsarts.

- Maar ook zijn collega de huisarts zal de bedrijfsarts op zijn weg kunnen vinden. Beiden hebben weliswaar verschillende taken: de huisarts is behandelaar en de bedrijfsarts controlearts. Maar deze taken lopen in de praktijk wel eens door elkaar.

- Verder noem ik in dit verband nog de klant van de bedrijfsarts: dat is niet de individuele medewerker maar de organisatie waar deze laatste voor werkt. De gemeenten, bedrijven en alle andere organisaties dus die (verplicht) een bedrijfsarts inschakelen. Deze klant kan de bedrijfsarts en/of de arbodienst aansprakelijk stellen voor schade vanwege onjuiste adviezen. Bijvoorbeeld als een dergelijk advies leidt tot een loonsanctie van UWV, maar die bij een juist advies voorkomen had kunnen worden.

Van diverse kanten zal de bedrijfsarts dus druk kunnen ervaren. Dat geldt niet in de laatste plaats ook vanuit zijn eigen werkgever, de arbodienst. Deze is immers vaak een commerciële organisatie, zodat er ook (commerciële) doelen (‘targets’) gesteld worden aan het personeel, de bedrijfsartsen. Doel zal dan vaak zijn het werven en behoud van klanten, dat wil zeggen werkgevers: wie betaalt, bepaalt?

De bedrijfsarts is dus niet enkel letterlijk fysiek bedreigd, maar ook op andere terreinen verkeert de bedrijfsarts op dit moment in lastig vaarwater. Soms terecht, waar het werk van de bedrijfsarts beter kan. Maar de druk mag niet leiden tot verkramptheid. Werknemer en werkgever hebben immers allebei een groot belang bij een zorgvuldig en goed advies van de bedrijfsarts. Het is daarom ook te betreuren dat er een groeiend tekort dreigt aan bedrijfsartsen, zoals de voorzitter van de NVAB in juli 2013 nog signaleerde.


Het belang van goede bedrijfsgezondheidszorg is evident. De bedrijfsarts speelt ook een cruciale rol bij diverse rechtspositionele besluiten die de werkgever moet nemen. In het ambtenarenrecht zijn hier zeer duidelijk voorbeelden van te geven: bij disciplinaire maatregelen (gedrag toerekenbaar?), ontslag wegens disfunctioneren (medische reden?), ontslag op grond van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, maatregelen in het kader van arbeidsongeschiktheid (sancties) etc. De medische adviezen zullen goed moeten zijn. De werkgever zal overigens nimmer zonder meer op de adviezen van de bedrijfsarts af mogen gaan. Een kritische blik zal er altijd moeten zijn.

Wij houden de ontwikkelingen voor u bij. Om de vinger aan de pols te houden, houden wij op 26 september aanstaande – in ’s Gravenhage (van 16.00 tot 17.15 uur) en Maastricht (van 09.30 tot 10.45 uur) -netwerkbijeenkomsten over dit onderwerp. De bijeenkomsten gaan over de rechten en plichten van de ambtenaar bij ziekte. Daarbij zal in het bijzonder worden ingegaan op de rol van de bedrijfsarts. Hoe kan de samenwerking met de bedrijfsarts verbeterd worden? Bij deze bijeenkomst, waarna gelegenheid is om na te praten, zal daarom ook een bedrijfsarts aanwezig zijn.

U bent van harte uitgenodigd om bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn. Uw inbreng daarbij stellen wij ook zeer op prijs.

U kunt u hier inschrijven voor de netwerkbijeenkomsten.

Jacobien Frederix-Gianotten, Capra ‘s Gravenhage
Mark van de Laar, Capra Maastricht

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.