'Ambtenaar moet vaker initiatief nemen'
Het werk van gemeenteambtenaren gaat ingrijpend veranderen. Werkgevers gaan niet alleen meer sturen op resultaten, ook verwachten ze meer initiatief (en zelfsturing) van de ambtenaar. Dat blijkt uit een kwalitatief onderzoek van JS Consultancy onder twaalf gemeentesecretarissen. Gemeentelijke werkgevers zullen hun medewerkers moeten leren om te gaan met verandering en onzekerheid.
Het werk van gemeenteambtenaren gaat ingrijpend veranderen. Werkgevers gaan niet alleen meer sturen op resultaten, ook verwachten ze meer initiatief (en zelfsturing) van de ambtenaar. Deze moet vooral om kunnen gaan met verandering en onzekerheid.
Zakelijkere relatie met de medewerker
Dat blijkt uit een kwalitatief onderzoek van JS Consultancy onder twaalf gemeentesecretarissen. Gemeenten willen met name toe naar een meer verzakelijkte relatie met de medewerker. De ambtenaar wordt meer ruimte gegeven en fouten maken mag, maar er komt wel een zogeheten aan- en afspreekcultuur. ‘Dat is lastig, want het zit niet in de genen’, aldus Martine Peper, senior organisatieadviseur HR en Ontwikkeling bij JS Consultancy.
Manager moet niet louter managen
Anders gezegd, er wordt in de stad- en gemeentehuizen gestreefd naar een professionelere manier van werken. Veel sterker moet er volgens de algemeen directeuren worden nagedacht over de doelstellingen van de gemeente op alle niveaus. Managers moeten niet louter managen, maar ook toegevoegde waarde hebben op het proces. Gemeentelijk beleid op het ene terrein wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan beleid op ander terrein. ‘Het organiseren van samenwerking wordt belangrijk’, aldus Peper.
Inhoudsgerichte manager werkt belemmerend
Afdelingen zijn straks zo ingericht dat ze op meerdere beleidsonderwerpen inzetbaar zijn. Algemeen geldt dat er behoefte is aan generalisten en procesmatige, integrale en op samenwerking gerichte denkers op managementniveau. Te zeer inhoudsgerichte managers worden daarbij als een belemmering voor de gewenste mobiliteit gezien. Op de niveaus daaronder opereren de vakspecialisten.
Bijna alle gemeenten zijn zich bewust van de noodzaak om te werken aan een ander profiel van de ambtenaar. Die ambtenaar beheerst niet alleen zijn vak qua kennis en kwaliteit, maar kan ook samenwerken en kennisdelen, is proactief, zelfsturend en ondernemend. ‘De ambtenaar moet ook gaan denken vanuit het perspectief van de toegevoegde waarde aan de hand van de vraag: heeft de burger hier wat aan?’, zegt Peper. ‘Die manier van denken – en niet regelgeving – wordt leidend.’
Flexibiliseren arbeidsvoorwaarden must
De gemeentelijk werkgevers geven in het onderzoek aan dat het zeer belangrijk is om de arbeidsvoorwaarden te flexibiliseren. Peper: ‘Concreet betekent dat dat de baangarantie op de schop moet. Baanzekerheid vervalt, er voor terug komt werkzekerheid. Daarbij hoort dat er in plaats van op basis van het aantal dienstjaren meer wordt beloond op basis van mobiliteit: wat heb je al gedaan? Welke initiatieven heb je al genomen?’
Leren omgaan met onzekerheid
Gemeenten worstelen vrijwel allemaal met strategische personeelsplanning en de zogeheten vlootschouw, instrumenten die dienen om inzicht te krijgen of ze de juiste mensen in dienst hebben met het oog op de (toekomstige) opgaven. Veel gemeenten blijken daar nog niet aan begonnen, met name omdat het gezien alle onzekerheden op het moment lastig is om echt de strategische opgave van een gemeente voor de komende jaren te benoemen. Alle gemeenten richten zich intussen wel op vormen van samenwerking in de regio. Peper: ‘Gekoppeld aan de mate van onzekerheid met betrekking tot alles wat er op hun afkomt (bezuinigingen, nieuwe taken op het gebied van jeugd, zorg en werk en herindelingen) is een terugkerende oproep: leer medewerkers om te gaan met verandering en onzekerheid.’
Nu sinds een aantal jaren bij de gemeente. Wat mij opvalt is de afrekencultuur vanuit de raad naar het college en vanuit het college dan naar de ambtenaren. Het college staat niet voor de ambtenaren. Dus fouten maken mag niet, zolang er geen cultuurverandering plaatsvindt in de raad en het college.