Advertentie
carrière / Nieuws

Ambtenaren blijven jongste pensionado's

Twintig jaar geleden gingen ambtenaren nog gemiddeld met 60 jaar met pensioen. Inmiddels is die pensioenleeftijd gestegen tot 65,3 jaar.

17 april 2025
Oudere hardloper op het strand
Shutterstock

In 2024 gingen bijna 93.000 werknemers met pensioen, met een gemiddelde leeftijd van 66 jaar en 1 maand. Deze stijging is mede het gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. Opvallend is dat ambtenaren nog steeds het vroegst met pensioen gaan, gemiddeld op 65,3 jaar, gevolgd door werknemers in de zorg, bouw en onderwijs.

Burgemeester

Gemeente Huizen
Burgemeester

Staf Adviseur Bedrijfsvoering – portefeuille Financiën

Ministerie van Justitie en Veiligheid
Staf Adviseur Bedrijfsvoering – portefeuille Financiën

Verhoging AOW-leeftijd beïnvloedt pensioenbeslissingen

Sinds 2013 loopt de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers ongeveer gelijk met de AOW-leeftijd. In 2024 was 40 procent van de werknemers 67 jaar op het moment van pensionering, tegenover slechts 6 procent in 2023. Tegelijkertijd is het aandeel werknemers dat voor hun 62e met pensioen ging gedaald tot minder dan 5 procent, terwijl dit in 2004 nog bijna 75 procent was.

Gemiddelde pensioenleeftijd
CBS

Verschillen per sector

De pensioenleeftijd is in alle bedrijfstakken toegenomen. Werknemers in het openbaar bestuur gingen in 2024 het vroegst met pensioen, gemiddeld op 65,3 jaar. In de overige dienstverlening was de pensioenleeftijd het hoogst, met 68,1 jaar, gevolgd door de landbouw, bosbouw en visserij, en overige zakelijke diensten.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
De mogelijkheid voor ambtenaren om sneller met pensioen te gaan heeft te maken met hun verplichte pensioenregeling. Hiervoor dragen ambtenaren
-afhankelijk van het aantal dienstjaren in Overheidsdienst- in vergelijking met werknemers bij particuliere bedrijven ook meer premie af aan het ABP. Alleen dit gegeven schept voor ambtenaren de mogelijkheid om eerder met pensioen te gaan.
Koen Post
Volgens mij is het onderwijs nog altijd koploper in vervroegd stoppen met werken. Het wondermiddel is de vasstellingsovereenkomst die wordt gebruikt als onderwijzer en of werkgever geen trek meer hebben in elkaar of het werk. Zij krijgen dan met automatische toestemming van het UWV een werkloosheidsuitkering ev. aangevuld met bovenwettelijke aanvullingen en met een beperkte persoensioenopbouw. Nou die sollicitatieplicht kun je dus wel vergeten als iemand in de uitkering een sollicitatiebrief stuurt aan een school omdat hij/zij moet. Op deze wize verdwijnen duizenden onderwijzer onder de radar (zitten thuis met uitkering en gaan netjes met pensioen op de off. leeftijd maar zijn vaak al jaren thuis want ze komen niet voor in bovenstaand staatje waarin onderwijs helemaal geen koploper is maar de facto het wel is. Nergens wordt zoveel gebruik germaakt van de vasstellingsovereenkomst als verkapte fut als in onderwijs. In de eerste jaren kon het schoolbestuur de personele kostenrekening (wachtgeld) declareren bij O en W (sic) nou dat was spekkie voor bekkie voor onderwijsveld. Je kon nu de fut gewoon voortzetten (al was die verboden) met nul kosten school. Dat was dan ook een wel erg uitnodigend en daar werd dan ook met enthousiasme beroep op gedaan. O en W mocht dat samenspelletje tussen werkgever en onderwijzer betalen.Nadien is O en W wijzer (?) geworden en krijgen de scholen vaste verhoging zodat zij dit allemaal uit eigen budget moesten gaan betalen. Een omweg en omzeiling van regelgeving met medewrking van UWV. Op deze wijze zijn duizenden leraren lekker via achterdeur aan een zachte landing begonnen vaak al ver voor off. pensioen. Ja ja het onderwijs, laat ze maar begaan er is niemand zeker O en W niet die ze een strobreed in de weg legt. Dus staatje klopt niet want geitenpaadje is vergeten.
Advertentie