sociaal / Partnerbijdrage

Lastige keuzes bij inrichting sociale teams

Lastige keuzes bij inrichting sociale teams

25 november 2014

Een groot aantal gemeenten heeft onderzoek laten doen naar hun sociale teams. Iedereen blijkt vooral nog erg op zoek te zijn, de ontwikkeling van teams en teamleden is in volle gang. Te veel ontwikkeling tegelijkertijd kan echter leiden tot verwarring. Daarom willen we met onderstaande beschouwing eventuele keuzes tijdens het ontwikkelproces van sociale teams iets eenvoudiger maken.

Waarom sociale teams?

De decentralisaties zijn niet zozeer ingegeven door kwaliteitsproblemen. Het besluit komt met name voort uit de extreem hoge en continu groeiende zorguitgaven. De overheid meent dat gemeenten beter in staat zijn om kwalitatief voldoende zorg te bieden tegen lagere kosten. Gemeenten kunnen namelijk:  
  • Burger en lokale samenleving beter aanspreken op zelfoplossend vermogen en ondertussen de vinger aan de pols houden;
  • Medewerkers de ruimte geven om integraal te werken over meerdere leefdomeinen;
  • Medewerkers vragen om het gehele huishouden mee te nemen in het ondersteuningsaanbod;
  • Zorgen dat er regie is op ondersteuning bij een huishouden waar veel hulpverleners nodig zijn;
  • Gebruik maken van nabije voorzieningen in de wijk en kijken of iets in de praktijk ook echt werkt.
  Sociale teams sluiten prima aan bij deze ontwikkeling.   Inrichting sociaal team Het eerste ijkpunt voor een gemeente bij de inrichting van een sociaal team is of het team voldoet aan vooraf geformuleerde doelen en extra mogelijkheden. De betrokkenen moeten daarom allereerst aangeven of er voldoende kansen zijn voor kwaliteitsgarantie, kostenbesparingen en bijgestelde werkwijzen. Van dat keuzeproces is een mooi voorbeeld terug te vinden in de handreiking Sociale wijkteams in ontwikkeling, van vijf gemeenten die al een tijd werken met sociale teams.  Maar in de praktijk blijken de keuzes vaak toch wat een minder eenvoudig, omdat de decentralisaties nog moeten beginnen. Met name beleidsdoelen leiden tot heel veel andere afwegingen over inrichting, organisatie, werkprocessen, verantwoording en bevoegdheden.   Waardevolle lessen voor de toekomst Gelukkig hoeft niemand van scratch te beginnen. Er zijn voldoende gemeenten die al langer experimenteren met sociale teams. Daarbij zijn diverse maatschappelijke kosten-batenanalyses uitgevoerd. En daarover vervolgens weer een meta-analyse, om te zien hoe een sociaal team de extra mogelijkheden van gemeenten ook echt kan benutten en uiteindelijk voldoende kwaliteit kan leveren tegen lagere kosten. Dat levert enkele waardevolle lessen voor de toekomst op:  
  1. Investeer in kwaliteit van de teamleden
    Gemeenten moeten betrokken zijn bij de selectie van teams en investeren in goede medewerkers door middel van  scholing, intervisie en aandacht voor de positie van de teamleiders.
  2. Geef teamleden voldoende tijd om te leren en ontwikkelen
    Accepteer daarom een tijdelijk lagere caseload. 
  3. Stem beleid en praktijk op elkaar af
    De gemeente moet zorgen dat het sociale team de burgers goed kan ondersteunen. Kijk daarbij ook binnen de gemeente zelf naar eventuele drempels en regels die een integrale aanpak verhinderen. Een lastige voorwaarde, omdat hiervoor allerlei organisatieveranderingen en structuurwijzigingen nodig kunnen zijn, zoals: verwijzingen mandateren zodat een sociaal team snel kan handelen, Wmo-loket in het team plaatsen, afdelingen samenvoegen om integraal werken mogelijk te maken. 
  4. Verzilvering
    Zorg voor daadwerkelijke besparing op kosten. In dit kader krijgt ‘nieuw voor oud’ veel aandacht, dat wil zeggen niet meer betalen voor de ‘oude’ (welzijns)diensten ten gunste van het sociale team. Een andere kostenbesparing is om expliciet van sociale teams te verwachten dat ze samen met burgers in ondersteuningsvragen voorzien en minder doorverwijzen. De meta-analyse Goede hulp is veel waard is wat dit betreft interessant, omdat die op casusniveau kijkt naar de kostenbesparing bij een nieuwe werkwijze.
  5. Voorfinanciering
    Kies er nu bewust voor om extra geld uit te trekken voor sociale teams. Op korte termijn brengt dit extra kosten met zich mee, op lange termijn levert het voordelen op.
  Bovenstaande lessen komen uit de financieel georiënteerde Meta analyse MKBA’s sociale (wijk)teams, van LPBL.  Deze lijst kunnen wij vanuit andere literatuur en onze ervaringen met sociale teams nog verder aanvullen:   
  1. Zorg voor een balans in verantwoordelijkheid en bevoegdheden
    Als de verwachting hoog en de doorzettingsmacht klein is bij een sociaal team, zullen de resultaten minimaal zijn. 
  2. Zorg voor onafhankelijkheid ten opzichte van de tweedelijns organisaties
    Diverse gemeenten willen dat een sociaal team uiteindelijk samen met de burger onafhankelijk bepaalt naar welke instelling wordt doorverwezen.

Twee dimensies

En met bovenstaande opsomming hebben we meteen het tweede ijkpunt voor gemeenten te pakken: In hoeverre houden zij bij de inrichting en werkwijze rekening met deze lessen voor de toekomst? Ondanks alle aanbevelingen zien we toch veel verschillen in de inrichting van sociale teams. Dat maakt het voor andere gemeenten lastig om keuzes af te wegen op basis van de beschikbare praktijkvoorbeelden. Een recente studie van de Universiteit Twente deelt de sociale teams in de grote steden in op verschijningsvorm. Daarbij onderscheiden zij twee dimensies:  
  1. Hoe zwaar is de problematiek waar een team zich mee bezighoudt?
    Enerzijds teams die ingaan op alle ondersteuningsbehoeften van alle burgers, anderzijds teams die zich bezighouden met gezinnen met meervoudige en zware problemen, die al veel hulp ontvangen.
  2. Behandelt een sociaal team zelf ook de ondersteuningsbehoeften van burgers?
    Enerzijds teams die vooral doorverwijzen en indiceren, anderzijds teams die zoveel mogelijk zelf burgers helpen.
 

Inrichting en randvoorwaarden

Per type sociaal team ontstaan er dan andere keuzes over inrichting en randvoorwaarden. Zo zullen met name de teams die zich bezighouden met alle burgers en lichtere ondersteuningsvragen een serieus beroep doen op de eigen kracht van burgers. Bij teams die werken met gezinnen met meervoudige problemen zal dat minder het geval zijn.    Gemeenten kunnen determineren welk sociaal team het best bij hen past door zichzelf twee vragen te stellen.  
  1. Zijn er grote problemen met de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen en zijn de aantallen zo groot dat daarvoor het voorzieningennetwerk op de schop moet?
  2. Levert de nieuwe inregeling van diagnose en verwijzing voldoende besparingen op, of moet een team samen met de burger zelf ook lichte ondersteuningsbehoeften oplossen?
 

Meer weten?

Wilt u meer weten over de keuzes die gemeenten te wachten staan bij de inrichting van hun sociale team(s)? neem contact op met Of met de auteur van dit artikel,

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.