Zeeuwse bestuurders boos op Blokhuis

Een Kamerbrief van staatssecretaris Paul Blokhuis (jeugdzorg) is bij de dertien Zeeuwse wethouders jeugdzorg in het verkeerde keelgat geschoten. In die brief schrijft Blokhuis dat de Zeeuwse gemeenten veel te laat het contract met de Gecertificeerde Instelling (GI) Intervence hebben opgezegd. Dat is onjuist, stellen de wethouders.

Imagoschade

De Kamerbrief zet de Zeeuwse gemeenten in een ‘zeer negatief daglicht’ en brengt schade toe aan het imago van de gemeenten. De wethouders zijn dan ook ‘zeer ontstemd’, zo schrijven zij in een brief aan Paul Blokhuis, met een afschrift aan de ministers Hugo de Jonge (VWS, CDA) en Sander Dekker (rechtsbescherming, VVD), Kamerleden en de raadsleden van de dertien gemeenten. De brief is dinsdag verstuurd.   

Contractverlenging

Contracten voor gesloten jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering moeten zes maanden voor beëindiging van de contractdatum worden opgezegd. Bij Intervence is dat niet gebeurd, schrijft Blokhuis (ChristenUnie) in zijn brief aan de Kamer. Onzin, stellen de Zeeuwse wethouders. ‘In juni 2020 hebben de Zeeuwse gemeenten, conform het contract, contractverlenging aangeboden aan de vier GI’s die in Zeeland werkzaam zijn. Intervence heeft als enige GI geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het bestaande contract met een jaar te verlengen.’

Aanbod van tafel

Op dat moment deden de Zeeuwse gemeenten onderzoek naar mogelijke oplossingen voor de bedrijfsvoeringsproblemen van Intervence. Zolang dat onderzoek liep, wilde Intervence geen besluit nemen over het contract, schrijven de Zeeuwse wethouders. Eind november besloten de gemeenten het contract met Intervence niet te verlengen en haalden het aanbod van juni van tafel. De wethouders stellen daarmee dat daarmee het contract automatisch op 31 december 2020 eindigde.

Leerpunten

Tijdige opzegging is een van de zeven leerpunten die het kabinet heeft gedestilleerd uit de problemen die speelden bij jeugdzorginstellingen die de afgelopen jaren zijn ‘omgevallen’, zoals de Hoenderloo Groep en Jutz. Die zeven leerpunten zijn verwoord in de brief die Blokhuis recent aan de Kamer heeft gestuurd. Ook zijn faire tarieven van belang, benadrukt Blokhuis daarin. In reactie daarop stellen de Zeeuwse gemeenten dat zij faire tarieven aan de vier in Zeeland werkzame GI’s betalen. Drie van de vier GI’s komen daar mee uit, schrijven de wethouders, behalve Intervence. ‘Ook niet nadat de organisatie gedurende twee jaar van de Zeeuwse gemeenten een forse instandhoudingsbijdrage van 1,4 miljoen euro ontving om de bedrijfsvoering te kunnen verbeteren.’ De wethouders nemen het Blokhuis kwalijk dat hij geen navraag bij de Zeeuwse gemeenten heeft gedaan, voordat hij de gewraakte brief naar de Kamer stuurde. Als dat wel was gebeurd, had imagoschade kunnen worden voorkomen.

Overhoop

De Zeeuwse gemeenten en ‘Den Haag’ liggen al een tijdje met elkaar overhoop rondom Intervence. Nadat de gemeenten eind november lieten weten het contract met Intervence per januari te beëindigen, vroeg Intervence om ‘Haags’ ingrijpen. Een Kamerdebat volgde en de afspraak dat de Zeeuwse gemeenten een plan van aanpak moesten maken om de zorg zorgvuldig aan drie andere GI’s – de William Schrikker Stichting, Leger des Heils en Briedis – over te dragen. Dat plan is vorige week afgeschoten door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Jeugdautoriteit. Er moet een nieuw scenario worden onderzocht, waarbij één instelling (Jeugdbescherming West) de zorg die Intervence nu levert, overneemt.