Advertentie
sociaal / Nieuws

Ministers moeten ingrijpen in jeugdzorg Zeeland

De dertien Zeeuwse gemeenten hebben het contract opgezegd met de jeugdbeschermingsorganisatie Intervence. Intervence vraagt de ministers Dekker (rechtsbescherming) en Blokhuis (jeugdzorg) om in te grijpen.

03 december 2020
sociaal-werk-gezin-jeugdhulp-jeugdzorg-bescherming.jpg

De dertien Zeeuwse gemeenten gaan niet verder met de jeugdbeschermingsorganisatie Intervence. Het contract met de regionale Gecertificeerde Instelling (GI) wordt per januari beëindigd. De gemeenten zeggen – gezien de aanhoudende financiële problemen bij Intervence – niet anders te kunnen. Intervence vraagt de ministers Dekker (rechtsbescherming) en Blokhuis (jeugdzorg) om in te grijpen.

Onacceptabel

‘Aan de gemaakte keuze van de wethouders (jeugd, red) zijn grote risico’s verbonden ten aanzien van de beschikbaarheid en kwaliteit van de zorg voor 700 kinderen en gezinnen die in zeer moeilijke omstandigheden leven’, zo schrijft de Stichting Intervence in haar woensdag verstuurde brandbrief. De stichting begeleidt en ondersteunt kinderen en gezinnen die te maken krijgen met jeugdbescherming of jeugdreclassering. De Zeeuwse kinderen moeten het na 1 januari doen zonder vaste gezinsmanager. ‘In onze beleving is dit onacceptabel en onaanvaardbaar en in strijd met alles waar wij als Gecertificeerde Instelling voor staan.’ De keuze die de gemeenten nu hebben gemaakt is ‘uitsluitend financieel gedreven’, aldus Intervence.

 

Belang jongeren

Het afgelopen jaar zijn drie scenario’s onderzocht: zelfstandig blijven, overname door een andere instelling of taken verdelen over andere zorginstellingen. Voor dit laatste hebben de Zeeuwse gemeenten nu gekozen. De landelijk opererende GI’s Leger des Heils, WSG en Briedis gaan de zorg overnemen. Zij zijn nu al actief in Zeeland. ‘Het belang van onze Zeeuwse jongeren en gezinnen staat bovenaan. Gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de instandhouding van een GI-functie in Zeeland, niet voor de instandhouding van een GI-organisatie’, stellen de gemeenten in een persbericht.

 

Zorgcontinuïteit geborgd

Uitgangspunt van gemeenten is dat de gezinsmanagers indien mogelijk hun huidige cliënten volgen. Zij zouden dat werk vanuit een van de nieuwe drie partijen kunnen doen. ‘Zo zorgen we er gezamenlijk voor dat de continuïteit van zorg en continuïteit van werkgelegenheid voor de uitvoerende medewerkers geborgd blijft’, zo stellen de gemeenten.

 

Ingrijpen

Intervence kijkt daar heel anders tegenaan. ‘De wethouders beseffen zich onvoldoende wat de gevolgen voor de kinderen en hun ouders zijn’, aldus de stichting in haar brandbrief. ‘De keuze die is gemaakt door de 13 Zeeuwse gemeenten baart ons grote zorgen. Wij verzoeken u (Dekker en Blokhuis, red) dringend om in te grijpen in deze zorgelijke situatie, vanwege de ernstige gevolgen voor onze 700 kinderen en gezinnen.’

 

Niet goedkoper

Ook Jeugdzorg Nederland maakt zich grote zorgen. Medio november heeft Jeugdzorg Nederland een brief aan de Zeeuwse jeugdwethouders gestuurd, in een poging hen op andere gedachten te brengen. Jongeren en gezinnen vallen door het wegvallen van een instelling tussen wal en schip, met alle gevolgen van dien, ‘omdat de financiële belangen belangrijker worden geacht dan continuïteit en kwaliteit van zorg’, zo waarschuwde Jeugdzorg Nederland. ‘Het leidt uiteindelijk nooit tot goedkopere jeugdzorg, wel tot spanningen, verslechterde thuissituaties en meer schrijnende verhalen.’  

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Ries
Moedige keuze van de Zeeuwse gemeenten! Het gaat hier niet om ‘bezuinigingsdrift’ of ‘marktwerkingsbehoefte’ van de gemeenten, maar om de respectloze wijze waarop traditionele GI’s omgaan met hun opdrachtgever. Gelukkig zijn er ook nieuwe organisaties die wel, tegen dezelfde tarieven, tenminste net zo goede hulp kunnen bieden - en wel bereid zijn om mee te werken aan de transformatieagenda van de gemeenten. Het is goed dat de jeugddino’s uitsterven.
Jaap Haasnoot
Het uitbestedingsmodel is een van de oorzaken van de problemen. Transparantie, bestuurbaarheid, beheersbaarheid, weglekken geld en het woud van instellingen waarmee zaken moet worden gedaan zijn problemen. De overheid moet niet uitbesteden maar zelf uitvoeren in een op enige afstand geplaatste regionale organisatie. Denk hierbij aan het model van de GGD. Deze opzet biedt betere succesvoorwaarden.

Jaao Haasnoot
Niek de Klerk / voorzitter cliëntenraad Intervence
Voor ons als cliëntenraad van Intervence komt het drama van de Nederlandse jeugdzorg nu wel heel dichtbij. De Zeeuws gemeenten draaien Intervence de nek om.

Natuurlijk hebben wij ook gemerkt dat Intervence het de laatste jaren moeilijk kreeg, we hoorden van financiële problemen en werden soms geconfronteerd met wisselingen van gezinsmanager door personeelsverloop. Niet leuk maar als je je er in verdiept wel begrijpelijk.



We leggen het uit:

Met de transitie van de provincie naar de gemeenten als verantwoordelijken voor de jeugdzorg heeft meteen een grote budgetkorting plaatsgevonden. Vanaf dat moment stonden de gemeenten eigenlijk al op achterstand. Tegelijkertijd zijn er veel andere kleine jeugdzorgaanbieders bijgekomen die door de gemeenten zijn gecontracteerd voor de makkelijke zorg. Dat betekent dat de zorgintensieve hulpvragen zich concentreerde bij de grotere jeugdzorg instellingen waaronder ook alle gedwongen zorg. Deze duidelijke verzwaring van het werk gecombineerd met jaar in jaar uit verder willen bezuinigen door de gemeenten zorgde er voor dat medewerkers soms voor ander werk kozen en nieuwe medewerkers moeilijk te krijgen waren.

Hoe maak je een sector kapot, nou zo dus.



Terug naar Zeeland, ik lees uit de mond van de wethouder ‘Het belang van onze Zeeuwse jongeren en gezinnen staat bovenaan’. Hoe durft u! Als dat waar was meneer Werkman, dan zou u tegen uw gemeenteraden zeggen ‘We hebben er geen geld voor en het is duur maar als wethouder heb ik de verantwoordelijkheid om goede zorg te bieden aan de meest kwetsbaren van onze gemeente’. Dan zou u met uw vuist op tafel slaan en zeggen, ‘gedwongen jeugdzorg is geen financieel dossier en zo ga ik het ook niet behandelen, ik wil doen wat nodig is en vraag uw steun daarbij’. Dat zou u zeggen tegen uw gemeenteraden meneer Werkman als u echt zou menen dat het belang van onze Zeeuwse jongeren en gezinnen bovenaan staat.



Het moge duidelijk zijn, de cliëntenraad van Intervence steunt Intervence in haar verzet en steunt en bedankt alle zeer betrokken en deskundige hulpverleners die bij Intervence werken onder uiterst lastige omstandigheden. Zij verdienen uw en onze steun!



Niek de Klerk,

voorzitter cliëntenraad Intervence
Joost
De schuld ligt niet bij de gemeentelijke overheden maar bij het Rijk die een goedkope bezuiniging wil bereiken door deze zorg bij de gemeenten over de schutting te gooien met een flinke korting. De gemeenten staan voor de keuze een flinke lastenverzwaring bij de burgers of alle voorzieningen tot het bot uit te kleden om deze noodzakelijke zorg overeind te houden.

Laat het Rijk deze taak snel terugnemen.
Ries Oonk
Ale begrip voor de spannende tijd waar de gezinnen en medewerkers bij Intervence mee te kampen hebben. Het is een moeilijke situatie, die vraagt op een structurele oplossing.



Maar ik wil wel inhaken op onderstaande reactie. Vaak wordt gesteld dat er nieuwe 'prijsvechters' bijkomen die de cliënten met lichtere problematiek afsnoepen van de grote instellingen zodat zij uitsluitend nog complexe casuïstiek overhouden. Die stelling is met geen enkel onderzoek onderbouwd. In praktijk zie je het eerder andersom: Veel jonge organisaties zijn dermate professioneel dat zij juist heel goed in staat zijn om zeer zware problematiek te verminderen. Deze organisaties bestaan ook vaak uit medewerkers die zijn geschoold bij de traditionele partijen en uit onvrede zijn vertrokken.



Het zou goed zijn wanneer het Rijk en de regio's de nieuwe partijen in het zonnetje zouden zetten, want daar liggen de kansen voor de toekomst.
Henri
Het is/was duidelijk dat bij de GI Intervence sprake was van niet echt efficiënte bedrijfsvoering en de organisatie alleen door een extra donatie van de gemeenten op de been kon worden gehouden. Dat terwijl andere organisaties deze dienstverlening, omdat zij wel hun interne organisatie op orde hebben, wel kunnen leveren zonder extra donatie. Het gaat om het contracteren van de dienstverlening en niet de dienstverlener.

In het kader van non-discriminatie en gelijke behandeling is het dus terecht dat de Zeeuwse gemeenten afscheid nemen van Intervence.

Ik kijk ook even met een schuin oog naar het faillissement van HMC begin dit jaar op het gebied van WMO Hulpmiddelen. HMC kwam in financiële problemen omdat ze het intern niet op orde hadden. Ook daar werd in eerste instantie gezegd dat HMC niet gemist kon worden omdat de cliënten de dupe zouden worden. Het tegendeel is gebleken. Na het faillissement hebben anderen de schouders eronder gezet en is de dienstverlening alleen maar beter geworden.
Advertentie