Advertentie
sociaal / Nieuws

Meer ‘rijken’ doen beroep op huishoudelijke hulp

Het aantal mensen met een midden- en hoger inkomen dat gebruik maakt van de hulp bij het huishouden is relatief sterk gestegen. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers over 2019.

07 mei 2020
shutterstock-581364070.jpg

Het aantal mensen met een midden- en hoger inkomen dat gebruik maakt van hulp bij het huishouden is sterk gestegen. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers over 2019 naar het gebruik van Wmo-maatwerkvoorzieningen. Vorig jaar maakten ruim 1,1 miljoen mensen gebruik van een Wmo-maatwerkvoorziening; 5 procent meer dan in 2018. De grootste groei is te zien bij het aantal Wmo-cliënten met hulp bij het huishouden. Dat steeg met 12 procent.

Relatief sterke stijging

In 2018, toen er nog een inkomensafhankelijke bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen gold, maakten 3 cliënten op de 1.000 inwoners met een hoger inkomen gebruik van huishoudelijke hulp. Dat is gestegen tot 5 cliënten per 1.000 inwoners. Bij de middeninkomens gaat het om een toename van 39 tot 47 cliënten per 1.000 inwoners. Het CBS spreekt van een relatief sterke stijging; met 22 procent voor mensen met een middeninkomen en met ruim 53 procent voor mensen met een hoger inkomen.

Aanzuigende werking

Op basis van de cijfers is volgens het CBS niet te zeggen in welke mate de veranderde eigen bijdrage een rol speelt. Er is weliswaar een toename te zien bij de huishoudelijke hulp, maar bij andere typen voorzieningen zijn de verschillen minder groot. Sinds 2019 geldt een vaste, inkomensonafhankelijke eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorziening van 17,50 euro per vier weken. Inmiddels geldt voor zowel maatwerk- als algemene Wmo-voorzieningen een vaste eigen bijdrage van 19 euro per maand. Over de eerste helft van 2019 noteerde het CBS ook al een relatief sterke stijging van het gebruik van hulp bij het huishouden bij inkomens vanaf 40.000 euro of meer. Gemeenten hebben altijd gewaarschuwd voor de aanzuigende werking die de invoering van het Wmo-abonnementstarief met zich mee zou brengen, bij vooral de huishoudelijke hulp.

Opnieuw stijging

Het totaal aantal mensen dat een beroep doet op een Wmo-maatwerkvoorziening, is vorig jaar gestegen naar ruim 1,1 miljoen; 5 procent meer dan in 2018. Het gros daarvan (65 procent) maakt gebruik van hulpmiddelen en diensten zoals een rolstoel, een woningaanpassing of een vervoersdienst. Ruim een derde (38 procent) krijgt hulp in de huishouding. Iets meer dan een op de vier (27 procent) had ondersteuning thuis en vier procent maakte vorig jaar gebruik van verblijf en opvang, zo meldt het CBS op basis van gegevens van 320 van de 355 gemeenten. Mensen kunnen gebruik maken van verschillende voorzieningen tegelijkertijd.

Sinds 2016, het jaar waar vanaf het CBS de cijfers bijhoudt, is er elk jaar opnieuw sprake van een stijging van het aantal mensen dat een beroep op de Wmo doet. In 2019 was de grootste stijging te zien bij het aantal Wmo-cliënten met hulp bij het huishouden. Dat steeg met 12 procent. Het aantal cliënten met verblijf en opvang was 6 procent hoger, het aantal cliënten met hulpmiddelen en diensten was 3 procent hoger en het aantal cliënten met ondersteuning thuis steeg met 1 procent.

Afbeelding

Bron: CBS

Reacties: 9

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Toine Goossens
@Petra,



Interpretaties hebben alles met premissen te maken. Het is onbehoorlijk om op basis daarvan uitspraken te doen. Het is onbehoorlijk bestuur als gemeenten, zonder onderzoek te hebben verricht, aannames de wereld in te slingeren.
Petra
Ik doe geen uitspraak namens mijn gemeente, iedereen mag van mij gebruik maken van alle mogelijkheden.



Wat er ontbreekt in deze 'discussie': door uitbreiding van het mogelijk aantal deelnemers komt het (nu vaak al te lage) WMO-(en jeugd)budget bij gemeenten nog verder onder druk te staan.

Hoe gaan we dat oplossen? Ik weet dat dit een kwestie van keuzes is maar het staat bijna alle gemeenten nu al financieel tot aan de lippen (en daarboven) en een fatsoenlijke oplossing vanuit 'Den Haag' is niet in zicht.
F. Scheerder / manager Middelen
Ook in onze gemeente is als gevolg van de invoering van het abonnementstarief het beroep op Wmo-voorzieningen toegenomen. Dat was ook te voorzien. Alleen is de toename toch wat groter geweest dan waarmee het Rijk vooraf rekening heeft gehouden. Je kunt je afvragen of dit soort relatief goedkope voorzieningen voor iedereen even duur moet zijn. Dit is een politieke vraag en daarover kun je van mening verschillen, maar uiteindelijk zal deze toename wel betaald moeten worden uit schaarse publieke middelen. Het zou niet zo mogen zijn dat de invoering van het abonnementstarief dat door het Rijk is doorgevoerd ertoe leidt dat gemeenten hiervan financieel de dupe worden.
Cor / beleidsmedewerker
Wel eens afgevraagd waarom bepaalde mensen bemiddeld zijn? Zo dus. Nog een mooi voorbeeld, in volksbuurten wordt met collectes per woning meer opgehaald dan in villawijken. Wordt zoiets niet "rupsje nooit genoeg' genoemd?
Mark
En bedankt rijk. Nu moet er fors worden bezuinigd op de WMO en dat gaan de zwakkeren voelen
Toine Goossens
Een simpele reden kan zijn dat kinderen van mensen met een hoog inkomen vaker heel ver weg wonen, waardoor de ouders meer afhankelijk zijn van de WMO.

CBS en andere ambtelijke clubs moeten geen commentaar spuien, maar zoeken naar oorzakelijke verbanden en dat aan burgers en politiek duidelijk maken.



Politieke uitspraken doen zonder onderzoek is manipulatie.

Petra
@Toine:



U heeft, zoals mijn collega's WMO, kennelijk niet de breedgrijnzende mensen aan het loket gezien nu ze ook voor € 19/maand gebruik kunnen maken van huishoudelijke hulp i.p.v. alles zelf te betalen.



Ik heb deze waarneming van mijn collega's niet geïnterpreteerd als 'nu heb ik eindelijk ook hulp die mijn ver-weg-wonende kinderen mij niet kunnen geven'.
Frits
Begrijp ik goed dat de meeste reaguurders vinden dat als je als bemiddelde inwoner een leven lang (netto) belasting hebt betaald, je daarmee solidair hebt getoond aan de gehele maatschappij, géén beroep kunt doen op beschikbare voorzieningen? Is solidariteit volstrekte eenrichtingsverkeer?
H. Wiersma / gepens.
De midden- en hogere inkomensgroepen hebben net zoveel recht op huishoudelijke hulp tegen dezelfde uniforme voorwaarden. Zij betalen immers al evenredig veel meer loon- en inkomstenbelasting. Daarnaast kunnen zij zich in dezelfde positie bevinden als de lagere inkomensgroepen en ook sociale ondersteuning nodig hebben. Het is niet redelijk om tot in het oneindige te nivelleren.
Advertentie