Advertentie
sociaal / Nieuws

Gemeenten traag met aanpassen beleid thuishulp

Veel gemeenten hebben hun huishoudelijke beleid nog niet in lijn met de Wmo 2015 gebracht. Niet iedere gemeente past het ‘gewraakte’ beleid in de tussentijd aan. Dat blijkt uit inventarisatie van Binnenlands Bestuur.

17 december 2016

Veel gemeenten hebben hun huishoudelijke beleid nog niet in lijn gebracht met de Wmo 2015. Diverse gemeenten worstelen met de vraag wat er aan het beleid moet worden veranderd. Niet iedere gemeente past daarbij het ‘gewraakte’ beleid in de tussentijd aan. Dat blijkt uit inventarisatie van Binnenlands Bestuur.

In strijd met de wet

In aanloop naar de Wmo 2015 bleek uit onderzoek van Binnenlands Bestuur dat een kwart van de gemeenten per 2015 ging stoppen met het regelen en betalen van eenvoudige schoonmaakhulp voor hun inwoners en dat ruim de helft van de gemeenten het huishoudelijke hulpbeleid anders ging inrichten; door versobering van het aantal uren of door te kiezen voor het resultaat ‘schoon en leefbaar’. Veel van deze gemeenten handelden daarmee in strijd met de Wmo 2015, zo bleek uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) medio mei. Die hoogste bestuursrechter stelde klip en klaar dat huishoudelijke hulp een prestatie is die onder de Wmo 2015 valt. Verder sloeg de CRvB piketpalen rondom het indiceren op een ‘schoon en leefbaar’ huis en het aanbieden van de ‘hh’ als algemene voorziening. Dit betekende dat veel gemeenten hun beleid in meer of mindere mate moe(s)ten repareren. Uit inventarisatie van Binnenlands Bestuur blijkt dat veel gemeenten daar ruim de tijd voor nemen. Zij lijken zich daarmee niet veel aan te trekken van de oproep van staatssecretaris Martin van Rijn (Wmo, PvdA), die begin juni gemeenten maande hun beleid zo snel mogelijk in lijn te brengen met de Wmo 2015. En ook, eventueel vooruitlopend op dat nieuwe beleid, alle inwoners direct van de benodigde hulp voorzien als zij daar recht op hebben.

Maatstaf

Een aantal gemeenten nam vrijwel direct na het vonnis van de CRvB meteen actie, zoals Hollands Kroon, Schagen, Amsterdam, Lisse, Hillegom en Noordwijkerhout. Veelal in afwachting van nieuw beleid kregen de inwoners met een indicatie voor huishoudelijke hulp de ‘oude’ uren terug. Amsterdam laat nu onderzoek doen naar een andere maatstaf, die in het gesprek met de cliënt richting moet geven aan de benodigde activiteiten en bijbehorende frequentie. Op basis van dat onderzoek wordt een beleidsvoorstel gemaakt en de beleidsregels aangepast. ‘Verwacht wordt dat dit begin van de zomer (2017) gereed is’, aldus een woordvoerder van de gemeente.

Objectief normenkader

Utrecht en Aa en Hunze – de twee gemeenten die als eersten voor de hoogste rechter moesten verschijnen – hebben hun beleid in oktober aangepast. Utrecht heeft op last van de CRvB een objectief normenkader laten maken. Daarin staat onder meer beschreven wat er in huis moet gebeuren voor de basismodule ‘schoon en veilig’ waarmee Utrecht rekent. Op basis van dat onderzoek besloot Utrecht de basismodule van aanvankelijk 78 uur per jaar op te hogen naar 105 uur per jaar. Aa en Hunze blijft de eenvoudige schoonmaakhulp als algemene voorziening aanbieden, maar heeft het beleid explicieter vastgelegd in een herziene verordening. Hierin is gezamenlijk opgetrokken met de gemeenten Assen en Tynaarlo.

Zoektocht

Veel gemeenten blijken behoorlijk de tijd te nemen om het beleid aan te passen. Zo passen zeven gemeenten in Noardwest-Fryslân vanaf januari hun huishoudelijke hulpbeleid aan. Vanaf het nieuwe jaar vervalt de regel dat inwoners de eerste drie uur zelf moeten regelen. In Amersfoort wordt de werkwijze voor de toekenning aangescherpt. De gemeente blijft kijken naar wat er nodig is om een ‘schoon huis’ te bereiken, maar gaat dat vanaf januari in de zogeheten ondersteuningsplannen concretiseren. De zes gemeenten in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zijn nog steeds bezig met de zoektocht om het beleid in lijn met de Wmo 2015 te krijgen. Dat moet uiterlijk in 2018 van kracht worden. Vanaf januari nemen Gorinchem, Giessenlanden, Molenwaard, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam en Zederik tijdelijke oplossingen, die per gemeente verschilt.

In pas met wet

Andere gemeenten geven aan dat er niets gewijzigd hoeft te worden. Zo stellen onder meer Emmen, Voorst, Montferland, Den Bosch, Rijkswijk, Lelystad, Oldambt, Haarlemmermeer en Wijk bij Duurstede dat hun beleid in de pas loopt met de Wmo 2015.

In de clinch

Katwijk ligt nog steeds met staatssecretaris Van Rijn in de clinch. Het college stelt dat haar vangnetregeling in lijn met de Wmo 2015 ligt, maar de staatssecretaris denkt daar anders over. De gemeente heeft de huishoudelijke hulp sinds 2015 als algemene voorziening ingericht, waarbij hulpbehoevende inwoners de rekening zelf moeten betalen. Alleen mensen die het niet kunnen betalen, kunnen een beroep doen op een vangnetregeling die op de bijzondere bijstand berust. Dat mag niet van Van Rijn. Het Katwijkse college is er nog steeds van overtuigd dat de gemeente ‘zorgvuldig handelt, maar is bereid andere mogelijkheden voor het financiële vangnet te onderzoeken’, zo meldde het college eind vorige maand aan de raad. Of het beleid ook op andere onderdelen moet worden aangepast, wordt nog bekeken, zo laat een woordvoerder weten. In het eerste kwartaal 2017 moet dat duidelijk zijn. Dan wordt ook de staatssecretaris geïnformeerd.  

Lees meer over de zoektocht van zes gemeenten in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden naar een 'rechter-proof' beleid in Binnenlands Bestuur nr 24 van deze week.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Trevor
Het is waanzin dat gemeentes dit zo doen. Het lijkt er voor mij op dat dat ze met kwade opzet de wet niet naleven en uitspraken van de rechter aan hun laars lappen. Hoog tijd voor zeer zware financiele sancties voor de gemeentes en persoonlijk aansprakelijk stellen van wethouders die uitspraken van rechters minachten. Want dit gaat allemaal over de rug van mensen die vaak sociaal zwakker zijn.
loek / v.m. jur.medew. gsd
@Trevor. De (on)logica zit ook in het gegeven dat afdelingen sociale zaken/GSD al vanaf 1965 de bijstand uitvoeren. De WVG ging nog wel omdat er geld voldoende was. Vanaf 2015 is er verkapt bijstandsbeleid op de Wmo. terecht stelt u dat dit niet juist is, de CRvB denkt in dezelfde lijn. Maar ga dat wethouders en beleidsambtenaren die niet willen wijken, eens wijs maken. De burger ontspaart. .
Advertentie