Advertentie
sociaal / Nieuws

Wmo is 'black box'

Integraal werken volgens het adagium ‘een gezin-een plan-een regisseur’ komt in gemeenteland nog niet echt van de grond. Gemeenten worstelen met monitoring en verantwoording. Dat blijkt uit de vandaag verschenen Overall rapportage sociaal domein. Rondom de transitie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

18 mei 2016

Integraal werken volgens het adagium ‘een gezin-een plan-een regisseur’ komt in gemeenteland nog niet echt van de grond. Er zijn andere prioriteiten binnen het sociaal domein, waarbij zorgcontinuïteit op één staat. Gemeenten worstelen met verantwoording en monitoring. 

Eerste totaalbeeld

Dat blijkt uit de vandaag verschenen Overall rapportage sociaal domein. Rondom de transitie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Die is op verzoek van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken, coördinerend bewindspersoon voor de drie decentralisaties, opgesteld. In het vuistdikke rapport probeert het SCP de ontwikkelingen voor en na de decentralisaties zorg, jeugd en werk te schetsen en te signaleren waar pijnpunten zitten.


Een op de acht

Zo’n 2,1 miljoen mensen – ongeveer een op de acht Nederlanders − maakte vorig jaar gebruik van een individuele voorziening in het sociaal domein. De helft daarvan deed een beroep op de Wmo 2015, een derde op de Participatiewet en een zesde op de Jeugdwet. Via het gemeentefonds kregen gemeenten vorig jaar 17,7 miljard euro voor de uitvoering van deze taken. Dat komt neer op zo’n 8.400 euro per zorggebruiker. Gemeenten gaven 150 miljoen euro meer uit en kwamen ruim een half miljard te kort op werk en inkomen en noteerden een overschot van 360 miljoen euro op de Wmo en jeugdzorg, zo blijkt uit voorlopige cijfers.


Black box

Het SCP stelt geen uitspraken te kunnen doen over het gebruik van Wmo-voorzieningen in gemeenten, verschillen in gebruik tussen gemeenten en veranderingen daarin. ‘De verscheidenheid in inrichting, zorgarrangementen en beschikbaarheid van gegevens tussen gemeenten is groot, wat het schetsen van een landelijk beeld bemoeilijkt.’ De Wmo is dus eigenlijk een black box; het is onduidelijk wat er binnen de Wmo gebeurt met de 4,8 miljard euro die het rijk daarvoor aan gemeenten beschikbaar heeft gesteld. Het beroep op individuele (maatwerk)voorzieningen kan nog in beeld worden gebracht, maar er is geen zicht op het gebruik van algemene voorzieningen. Het SCP signaleert een trend in de verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen; vooral huishoudelijke hulp, in mindere mate dagbesteding en individuele begeleiding.


Toewijzing hulp

Rondom de Jeugdwet is het in de ogen van het SCP opvallend dat gemeenten weliswaar verantwoordelijk zijn voor het budget, maar dat zij nauwelijks een vinger in de pap hebben bij de toewijzing van hulp. Slechts in 12 procent van de jeugdhulptrajecten die in de eerste zes maanden van 2015 zijn gestart, is de gemeente daarvoor direct verantwoordelijk. In zo’n 67 procent van de gevallen verwijst de arts een jongere door en in 7 procent een rechter.


Beschut werk

De Participatiewet kwam vorig jaar moeizaam op gang, constateert het SCP. Het plaatsen van mensen met een beperking bij reguliere werkgevers gaat niet soepel en ook het inrichten van beschut werken blijft ver achter de rijksdoelstellingen. Zoals bekend gaat verantwoordelijk staatssecretaris Jetta Klijnsma (SZW) daar actie op ondernemen: gemeenten worden verplicht per 2017 beschut werkplekken aan te bieden, als uit onderzoek van de Inspectie SZW blijkt dat het aantal gerealiseerde beschut werkplekken bij de verwachtingen achterblijft.


Weerbarstig

Als met een helicopterview naar de drie decentralisaties wordt gekeken, stelt het SCP dat het 3D-adagium – ‘een gezin-een plan-een regisseur’ – weliswaar met de mond wordt beleden (beleidsstukken), maar niet in de praktijk. Netjes gezegd: integrale en samenhangende dienstverlening blijkt in de praktijk weerbarstig en vooral lastig te zijn. Het behoort tot de ambities van gemeenten, maar zij zijn ook ‘kritisch over de noodzaak en de prioriteit van een integrale aanpak bij de uitvoering van de drie decentralisatiewetten’, noteert het SCP. Er zijn andere prioriteiten, waarbij zorgcontinuïteit op één staat.


Weinig stapeling

Daarnaast wordt gewerkt aan de integraliteit binnen de domeinen zelf en integraliteit met andere aanpalende domeinen zoals de schuldhulpverlening, de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw), het (passend) onderwijs en de arbeidsmarkt. De Participatiewet leent zich ook niet erg goed voor verbinding met de Wmo en Jeugdzorg, stellen gemeenten. Last but not least gaat het om relatief weinig inwoners die met twee of drie wetten tegelijkertijd te maken hebben, geven gemeenten aan. Slechts bij twaalf procent van de huishoudens komen combinaties van voorzieningen voor op twee of drie terreinen. ‘De stapeling van gebruik tussen domeinen blijkt minder omvangrijk te zijn dan bij aanvang van de decentralisaties werd gedacht’, aldus het SCP.


Monitoring

Gemeenten worstelen met verantwoording en monitoring, zo blijkt verder uit het onderzoek. ‘Gemeenten hebben de balans tussen wat men wil weten, moet weten en kan weten nog niet altijd gevonden.’ Er is grote behoefte aan sturing op maatschappelijke effecten, maar gemeenten weten nog niet goed hoe zij die effecten moeten meten. ‘De nieuwe balans in sturing en controle moet nog groeien.’ Het meten van effecten staat dan ook nog zo goed als in de kinderschoenen. ‘Hoewel individuele gemeenten stappen zetten wat betreft het instrumentarium om effecten te meten, beperkt het ontbreken van een systematische aanpak de mogelijkheden van elkaar te leren’, stellen de onderzoekers.


Versnippering

Op het registreren en informeren ligt een nadrukkelijke opgave, vindt het SCP. Niet alleen bij gemeenten, maar ook de betrokken departementen moeten de koppen bij elkaar steken. Het SCP waarschuwt voor versnippering van informatie; er moet eenheid komen zodat appels met appels kunnen worden vergeleken. ‘Voor een goed werkend monitoringssysteem, dat voor zowel gemeenten als het rijk bruikbaar is, is het van belang om de informatiebehoefte te blijven afstemmen en zoveel mogelijk te komen tot een eenduidige manier van monitoren.’

Afbeelding

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Toine Goossens / Bestuurder wet- en regelgeving, ervaringsdeskundige gedrag en moraal
Een ´black box´. Ik postte net bij: ´vier oorzaken WMO overschot´. wie daar verantwoordelijk voor zijn.



Het is hoog tijd dat uitvoeringsorganisaties vanuit een eigen projectanalyse, openbaar maken waar het allemaal fout zal gaan, zonder dat hun bazen dat openbaar maken kunnen belemmeren.



Met wollige woorden worden de gevolgen wel benoemd, maar alle verantwoordelijken blijven zitten op hun plaats.
Erik
Het bijzondere is dat een minister nog steeds meent verantwoording te moeten afleggen (middels o.a. dit rapport) aan de TK over taken die bij wet gedecentraliseerd zijn aan lagere overheden, waarmee de primaire verantwoordingscyclus bij gemeenten ligt. En waarbij Plasterk dus in de weg loopt. Ik heb het overigens nog niet gelezen, 409 pagina's (excl. bijlagen) bevordert de lust tot consumptie niet.



@Toine Goossens: u heeft gelijk, behalve dan dat de continue nadruk op verantwoording afleggen bepaald niet bijdraagt aan (de tijd voor) oplossingen.
Advertentie