Advertentie
sociaal / Nieuws

Wmo en Jeugdwet schreeuwen om juridische finetuning

De Centrale Raad van Beroep heeft inmiddels twee ‘losse eindjes’ in de Wmo 2015 afgedicht. Het zal niet de laatste keer zijn, voorzien advocaten. Ook in de Jeugdwet zitten enkele hiaten die om richtinggevende uitspraken van de hoogste bestuursrechter schreeuwen.

27 februari 2017

De hoogste bestuursrechter heeft inmiddels twee ‘losse eindjes’ in de Wmo 2015 afgedicht. Het zal niet de laatste keer zijn, voorzien advocaten. Ook in de Jeugdwet zitten enkele hiaten die om richtinggevende uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) schreeuwen.

Inwonende mantelzorger

Rondom de huishoudelijke hulp en de inzet van uitwonende mantelzorgers heeft de hoogste bestuursrechter inmiddels richtinggevende uitspraken gedaan. Over de Wmo 2015 zullen zeker nog meer uitspraken van de hoogste bestuursrechter komen, verwachten advocaten Renske Imkamp en Matthijs Vermaat van Van der Woude de Graaf Advocaten. De advocaten voeren veel procedures namens burgers tegen gemeenten. ‘De volgende zal gaan over wat redelijkerwijs mag worden verwacht van inwonende mantelzorgers, wanneer is het terecht dat zij een vergoeding daarvoor krijgen en welke tarieven daarbij passen’, voorziet Vermaat. Resultaatsturing en het al dan niet toekennen van een persoonsgebonden budget (pgb) aan ouders, zodat zij hulp aan hun kind kunnen bieden, zijn bij de Jeugdwet de grote struikelblokken, weet Imkamp.

Bovengebruikelijke hulp

Nu een rechterlijk besluit is genomen over ‘afdwingbare mantelzorg’, staat de volgende kwestie voor de deur: gebruikelijke en bovengebruikelijke hulp. Dit speelt in zowel de Wmo 2015 als in de Jeugdwet, al kent de Jeugdwet de termen ‘gebruikelijk’ en ‘bovengebruikelijk’ niet. Het principe komt min of meer op hetzelfde neer. ‘Gebruikelijke hulp is hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van een huisgenoot’, stelt Vermaat. ‘Maar wat is algemeen aanvaard? Wat kun je in redelijkheid vragen van een huisgenoot?’

Geen luxe

‘In de wetgeschiedenis staat dat gemeenten hierover moeten nadenken en in beleid moeten vastleggen wat zij wel en niet maatschappelijk aanvaard vinden van wat gebruikelijke hulp is’, vult Imkamp aan. Maar dat is lastig. Want wat is ‘algemeen aanvaard’, en daarmee gebruikelijk? Om te voorkomen dat iedere gemeente een eigen norm gaat hanteren, stellen beide advocaten dat een richtinggevende uitspraak van de Centrale Raad geen overbodige luxe zou zijn. De Jeugdwet kent hetzelfde hiaat, al worden daar andere termen gebezigd. ‘De Jeugdwet kent de begrippen ‘eigen mogelijkheden’ en ‘probleemoplossend vermogen’. Als dat ontoereikend is, moet de gemeente in actie komen’, verduidelijkt Imkamp. Dat gebeurt lang niet in alle gevallen.

Bommetje
Een ander ‘bommetje’ onder de Jeugdwet is het resultaatgericht indiceren van jeugdhulp, stellen beide advocaten. Net zoals de CRvB in zijn uitspraak over huishoudelijke ondersteuning heeft gevonnist dat gemeenten het te bereiken resultaat concreet moeten formuleren, zal dit ook bij de op resultaat sturende gemeenten bij de Jeugdwet gaan gebeuren. Ook hier zal de rechter meer concreetheid gaan eisen, verwachten de twee advocaten. Een eerste uitspraak hierover wordt deze week verwacht.


Toereikend pgb

De hoogte van het pgb, oftewel de ‘tarieven’ die voor mensen gelden als ze de hulp zelf gaan verlenen, is een ‘hiaat waar het flink doorheen tocht’, stelt Vermaat. Dit speelt bij zowel de Wmo 2015 als bij de Jeugdwet en heeft al tot diverse rechtszaken geleid. ‘In de wet staat alleen dat het pgb ‘toereikend’ moet zijn, maar hoe bepaal je die toereikendheid?’ Wordt daarbij gekeken naar wat het zou kosten als een externe hulpverlener zou worden ‘ingevlogen’ of wordt met een minimum uurloon gewerkt. Ook wat dit punt betreft zou een uitspraak van de CRvB op zijn plaats zijn.


Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 4 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter de Pagter / Afdelingsbestuurder Abvakabo
Vanuit Haarlem voeren wij (het Wmo.team) ook honderden Wmo-procedures tegen gemeenten.



Wij berekenen op statistische gegevens van het SCP en CBS wat de afzonderlijke leden van een vergelijkbaar huishouden gemiddeld aan huishoudelijke en zorgtaken verricht . Daarmee leggen we de gebruikelijk hulp van de afzonderlijke leden van het huishouden op de afzonderlijke taken vast. Vervolgens bezien we de uitval op die taken van de huisgenoten op basis van hun aandoeningen, stoornissen en beperkingen. Dat vormt de start van het overleg met gemeente en uiteindelijk vormt dat ook de basis van de procedures.



De bovengebruikelijke hulp kan op basis van voorgaande berekeningen eenvoudig vastgesteld worden.
Nico van Duijn / Huisarts - gemeenteraadslid
"Schreeuwt om juridische finetuning..." Tja, dan geldt dus het principe Recht op Zorg, precies ee reden dat het hele WMO-zorgsysteem een bureaucratische ellende is geworden. Maatwerk staat in de nieuwe wet. En "fors bezuinigen" zegt de rijksoverheid. Wederom verkalkende juridische finetuning betekent geen maatwerk, maar strijd om rechten van individuen, en het betekent een open eind financiering. Dat staat dwars op de bedoeling van de nieuwe wet , volgens mij. Hoe slaagt Nederland er toch telkens weer in zijn eigen sociale infrastructuur te verprutsen. Jammer.
Advertentie