Advertentie
sociaal / Nieuws

Wijkteams jeugdhulp moeten op de schop

De sociale wijkteams moeten meer direct (jeugd)hulp gaan verlenen, in plaats van alleen indiceren en doorverwijzen. Dit is een van de enkele aanbevelingen uit de Eerste evaluatie Jeugdwet. die dinsdag aan minister Hugo de Jonge (VWS, CDA) is aangeboden.

30 januari 2018

De sociale wijkteams moeten meer direct (jeugd)hulp gaan verlenen, in plaats van alleen indiceren en doorverwijzen. Gemeenten moeten meer verbinding leggen tussen de jeugdhulp en andere domeinen, zoals schuldhulpverlening en het onderwijs. De diversiteit in contracten die gemeenten met jeugdhulpaanbieders afsluiten, moet worden teruggedrongen.

Herbezinning

Dit zijn enkele aanbevelingen uit de Eerste evaluatie Jeugdwet. Na de transitie nu de transformatie die dinsdag aan minister Hugo de Jonge (VWS, CDA) is aangeboden. De bevindingen en vooral de aanbevelingen van het onderzoek moeten gezien worden als agenda voor rijk en gemeenten, zo stelde projectleider van het onderzoek, Roland Friele van het Nivel bij de presentatie. Uit het onderzoek blijkt verder dat het voor bijna één op de drie ouders veel moeite heeft gekost om jeugdhulp te krijgen. Dat geldt vooral voor de meest kwetsbare gezinnen. De rechtsbescherming van cliënten bij jeugdhulp schiet tekort. Een herbezinning op enkele onderdelen van de Jeugdwet is wenselijk.

Cruciale rol

Hoewel niet wettelijk verplicht, hebben in vrijwel alle gemeenten de wijkteams een cruciale rol gekregen bij het realiseren van de doelen van de Jeugdwet: juiste hulp op maat, minder dure specialistische hulp, meer samenhang en meer ruimte voor de professionals. Uit de evaluatie blijkt dat er grote verschillen zijn in taak en samenstelling van de wijkteams. Er zijn teams die alleen doorverwijzen, teams die vooral uit specialisten bestaan en teams die breder zijn samengesteld. Over de expertise van de professionals in de wijkteams zijn zorgen, vooral bij complexere problemen. ‘De wijkteams zijn ook nog niet altijd op orde’, aldus Friele. De onderzoekers vragen zich af of het wel zo slim is om al die soorten en maten wijkteams te hebben. Daarom pleiten ze voor teams waar zowel generalisten en specialisten ‘volwaardige partner in de hulpverlening worden’, aldus Friele. De wijkteammedewerkers moeten direct hulp verlenen en niet alleen verwijzen en indiceren.


Verbinding

Gemeenten komen onvoldoende toe aan het leggen van verbinding tussen de jeugdhulp en andere domeinen, blijkt verder uit de evaluatie. Die verbinding was echter een van de belangrijkste overwegingen achter de decentralisatie, memoreren de onderzoekers. Gemeenten moeten werk maken van die verbinding met schuldhulpverlening, het onderwijs, De Wmo en huisvesting.

Kwaliteitsindicatoren

Gemeenten zien ‘veel positieve ontwikkelingen richting meer samenhangende jeugdhulp, vroeg-signalering en het versterken van het opvoedkundig klimaat. Tegelijkertijd geven ze ook aan dat de transformatie nog niet ‘af’ is en nog volop in ontwikkeling. Ze spreken vaak van een lerend systeem, waar elkaar leren kennen, elkaar vinden en elkaar vertrouwen tijd kost’, aldus het rapport. Gemeenten missen eenduidige informatie om te kunnen sturen en van elkaar te kunnen leren om de jeugdhulp te verbeteren. Daarbij wordt gedacht aan landelijke kwaliteitsindicatoren, maar ook aan informatie over de stand van zaken vóór de decentralisatie van jeugdhulp ‘om inzicht te krijgen in de richting van de ontwikkelingen’, aldus de tussenevaluatie. Gemeenten geven aan beter zicht te krijgen in de kosten van de jeugdhulp.

Toegang

Niet alle gemeenten hebben de toegang tot passende jeugdhulp op orde. Dit geldt ook voor de rechtspositiewaarborging ten aanzien van de behandeling van klachten, toegang tot een vertrouwenspersoon, informatievoorziening en cliëntbetrokkenheid. In kleinere gemeenten lijkt de toegang tot een onafhankelijke vertrouwenspersoon minder goed te lukken dan in grotere gemeenten.

Krappe budget

Het gros van de gemeenten geeft aan dat de Jeugdwet hen in staat stelt om meer in te zetten op preventie en het versterken van de eigen kracht van de jongere. Zoals ook uit deze evaluatie blijkt, is het krappe budget een belemmering om preventief beleid te ontwikkelen en te bekostigen. ‘Tegelijkertijd lijkt preventie en vroeg-signalering ook een vindplaats voor meer behoefte aan specialistische jeugdhulp. Het lijkt nog te vroeg om een uitspraak te doen ten aanzien van de veronderstelde gevolgen van preventie op het gebruik van specialistische jeugdhulp’, aldus de onderzoekers. Een op de vier gemeenten ervaart sturing op kwaliteit door middel van bekostiging en verantwoording als positief. ‘Ze staan redelijk neutraal tegenover de mogelijkheden om via contracten en de verantwoordingssystematiek de kwaliteit van zorg, die zij in het algemeen als positief ervaren, te kunnen verbeteren’, aldus de evaluatie.

Rechtsbescherming

De rechtsbescherming voor cliënten in de jeugdhulp schiet tekort. Verschillende rechtswaarborgen voor betrokkenen bij jeugdhulp worden in de praktijk nog niet uitgevoerd zoals bedoeld. Het gaat dan onder meer over het instellen van bezwaar en beroep tegen het al dan niet toewijzen van jeugdhulp. Ook worden beschikkingen niet altijd door gemeenten afgegeven, terwijl dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wel moet. Daarnaast zijn de motivering en zorgvuldigheid van de besluiten en de deskundigheid van degenen die de besluiten nemen, niet altijd op orde. Aanbestedingsregels en de spanning tussen gegevensuitwisseling en het recht op privacy bemoeilijken de samenwerking en de samenhang in de jeugdhulp.

Transformatie

Een van de hoofdconclusies van de tussenevaluatie is dat dat de beoogde transformatie naar een effectiever jeugdstelsel nog niet is gerealiseerd. ‘Het fundament ligt er, maar het gebouw moet worden echt worden neergezet’, aldus Friele. Er zijn extra inspanningen nodig om de ambities van de Jeugdwet te realiseren. In een eerste reactie stelde minister De Jonge, met de tussenevaluatie in de hand, samen met gemeenten de opdracht voor de komende kabinets- en raadsperiode te willen gaan bepalen. ‘Er is een hoop werk aan de winkel. De evaluatie is een opdracht aan de minister, de gemeenten en het zorgveld. Ik ga daar graag mee aan de slag.’

Stappen zetten

Er moet rust, rust en regelmaat komen in de wijkteams, stelde De Jonge verder, ‘ook in de vormgeving’. Hij vindt ook dat de ruimte die de Jeugdwet biedt nog onvoldoende wordt benut. Er is volgens hem ‘een wereld te winnen’ als gemeenten meer domeinoverschrijdend gaan werken. Ook de professionals moeten meer ruimte krijgen. De Enschedese wethouder Eelco Eerenberg liet namens gemeentekoepel VNG weten de evaluatie een ‘aanmoediging’ te vinden om veel stappen te zetten. ‘Drie zaken uit deze evaluatie neemt de VNG in het bijzonder ter harte: beter betrekken van ouders en kinderen, ruimte voor professionals en administratieve lasten. Zaken die we als gemeenten snel en adequaat willen verbeteren. Daarvoor gaan we op basis van de evaluatie met gemeenten aan de slag’, aldus Eerenberg.

Tweede Kamer

De evaluatie is op verzoek van de Tweede Kamer gemaakt. ZonMw heeft het onderzoek begeleid, dat is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van zeven organisaties: het Nivel, het Nederlands Jeugdinstituut, de Universiteit Leiden, Stichting Alexander, het Sociaal- en Cultureel Planbureau en twee academische werkplaatsen verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen en de Tilburg University. De evaluatie is gebaseerd op bestaand onderzoek en enquêtes onder gemeenten, zorgaanbieders en ouders.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Erik
Dank voor de samenvatting. Dit rapport is met 637 pagina's nl. onleesbaar.
Willemijn
Wat de Jonge doet is fantastisch je moet dit wel goed onder controle houden met die wijkteams en die jeugdzorg en dat verplichte is wat de jeugdzorg voornamelijk zelf wil natuurlijk ook financieel gezien er moet een manier gevonden worden dat jongeren zelf aan de slag gaan en leren zonder te veel afhankelijkheid en zonder de makkelijke mogelijkheid van de teams om een stoornis aangemeten te krijgen die lang niet altijd terecht is.
H. Wiersma / gepens.
minister De Jonge kan wel heel veel willen maar moet dan wel tegelijkertijd met financiële middelen over de brug komen. Overigens begint het er zo langzamerhand meer op te lijken dat vooral ouders zelf hulp nodig hebben bij het opvoeden van hun kinderen.
Advertentie