Advertentie
sociaal / Nieuws

Wethouders willen meer beleidsvrijheid bij bijstandsfraude

Er kan niet voldoende onderscheid gemaakt worden tussen mensen die grootschalig uitkeringsfraude plegen en mensen die – al dan niet per ongeluk - een kleine overtreding begaan.

17 mei 2015

Wethouders van sociale zaken willen meer beleidsvrijheid bij het opleggen van maatregelen aan bijstandsgerechtigden als het gaat om de aanpak van bijstandsfraude. Dat blijkt uit een enquête onder bijna 70 wethouders in opdracht van Binnenlands Bestuur en het televisieprogramma De Monitor.

Durven loslaten
Ruim 80 procent van de wethouders wil meer beleidsvrijheid, blijkt uit de enquête. Daar waar op andere terreinen van de decentralisaties gemeenten vrijheid krijgen een eigen beleid uit te stippelen, wordt op het gebied van fraudebestrijding het strenge Haagse beleid als knellend ervaren. ‘Het rijk moet meer durven loslaten’ en ‘met gedecentraliseerd beleid, met eigen financiële verantwoordelijkheid, moet het rijk niet sturen op beleidsmatige keuzes die gemeenten moeten maken’, schrijven wethouders in een toelichting. Een derde (35 procent) van de wethouders vindt dat ze wel degelijk genoeg ruimte heeft om maatwerk toe te passen. Eén wethouder waarschuwt in een reactie zelfs voor te veel vrijheid, omdat dan 'meer beleidsvrijheid landelijk te grote verschillen veroorzaakt',


Terugvorderen
Bijstandsgerechtigden kunnen een boete krijgen wanneer zij bijvoorbeeld frauderen of belangrijke informatie niet tijdig aan de sociale dienst doorgeven. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de uitkering wordt teruggevorderd wanneer een sociale dienst vaststelt dat iemand zijn uitkering onterecht heeft ontvangen of het recht op de uitkering niet meer vast kan stellen. Deze bedragen kunnen al snel in de tienduizenden euro’s lopen.


Kleintjes zwaar gestraft
Volgens 45 procent van de wethouders laat de wet Maatregelen WWB onvoldoende ruimte om maatwerk te leveren. Ook kan er niet voldoende onderscheid gemaakt worden tussen mensen die grootschalig uitkeringsfraude plegen en mensen die – al dan niet per ongeluk - een kleine overtreding begaan, vindt 40 procent van de respondenten. ‘De kleintjes worden relatief zwaar gestraft en we komen aan de echte fraudeurs niet toe.’, schrijft een wethouder. ‘Ophouden met op ieder slak zout te leggen en insteken op wetgeving om de grote vissen (die overigens meer in de belastingfraude en ontwijking zitten) te pakken’, aldus een ander.


Kosten-baten
De kosten van terugvorderen van zaken die aangemerkt worden als bijstandsfraude zijn in veel gevallen hoger dan de baten, weten wethouders. 56% van de respondenten geeft aan dat dit regelmatig het geval is. Zo kunnen mensen in de schulden raken of hun huis uit worden gezet als gevolg van een sanctie van de sociale dienst. ‘Het opleggen van dit beleid vergroot de toch al schrijnende situaties sterk’, aldus een wethouder. Ook moet ruim 60 procent van de gemeenten wel eens bedragen terugvorderen die de wethouders zelf niet in verhouding vinden met de overtreding die begaan is. Ruim 13 procent ziet dat vaak of regelmatig gebeuren, 47 procent soms. ‘Voor onzinnige vergrijpen zijn we verplicht sancties op te leggen die in geen verhouding staan tot de “nalatigheid” van de klant’, aldus een wethouder. De voornaamste reden waarom in deze gevallen geld wordt gevorderd is de wettelijke verplichting (48 procent). Bang voor kortingen op het bijstandsbudget is in 15 procent van de gevallen de reden.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Piet Westland / Geen
"Voor onzinnige vergrijpen zijn we verplicht sancties op te leggen die in geen verhouding staan tot de “nalatigheid” van de klant". Je gezond verstand gebruiken boven de bureaucratie lijkt mij voor de hand liggen.
Peter / sr. adviseur
Helemaal eens met de wethouders. Laat dit aan de gemeente over. Wellicht kan in voorkomende gevallen art. 3:4, tweede lid, Awb (onevenredige benadeling in relatie tot het besluit en de daar te dienen doelen) soulaas bieden. Daarnaast denk ik nog aan artikel 3:12 BW (redelijkheid en billijkheid) jo. artikel 3:15 BW (schakelbepaling op grond waarvan 3:12 BW ook van toepassing is buiten het vermogensrecht voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daar niet tegen verzet.
Advertentie