Uitspraak bijstand EU-burgers in lijn met kabinet

Volgens minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bevestigen de recente uitspraken van het Centraal Raad van Beroep dat een beroep op bijstand door een EU-burger die onvoldoende middelen van bestaan heeft kan leiden tot beëindiging van het verblijfsrecht.

Oordeel Centrale Raad in lijn met kabinetsstandpunt
Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens Asscher verduidelijkt de Centrale Raad de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenten en de IND. De eerste zijn verantwoordelijk voor de beoordeling van het recht op bijstand en de laatste voor de toetsing of het beroep op bijstand gevolgen heeft voor het verblijfsrecht. ‘Dit oordeel van de Centrale Raad is dan ook in lijn met het standpunt van het kabinet.’

NIet automatisch land uit bij bijstandsaanvraag
In antwoord op eerder Kamervragen schreef de minister dat EU-burgers die langer dan drie maanden rechtmatig in Nederland willen verblijven moeten beschikken over voldoende middelen van bestaan om te voorkomen dat ze een beroep doen op bijstand. Maar de Richtlijn vrij verkeer van personen schrijft ook voor dat een EU-burger die hier langer verblijft niet automatisch het land moet verlaten als hij een beroep doet op bijstand.

Ook aan nationale toekenningsvoorwaarden voldoen
Asscher wijst erop dat een EU-burger pas recht heeft op bijstand als hij ook voldoet aan de nationale toekenningsvoorwaarden: de EU-burger moet een persoonlijke band van duurzame aard met ons land hebben. Enkel in Nederland verblijven is niet voldoende. Of een EU-burger hier na een beroep op bijstand mag blijven hangt af van een individuele belangenafweging. Als een gemeente twijfelt of het ontvangen van de bijstand gevolgen heeft voor het verblijfsrecht moet zij dit aan de IND voorleggen.

Gemeenten al voorgelicht over procedureafspraken met IND
Gemeenten zijn in 2009 door de toenmalige staatssecretaris voorgelicht over procedureafspraken met de IND waarmee deze dienst kan beoordelen of een bijstandsaanvraag gevolgen heeft voor het verblijfsrecht. De IND heeft beleidsregels aangescherpt op grond waarvan wordt beoordeeld of het beroep op bijstand door een niet-werkende EU-burger onredelijk is. Hoe korter het verblijf, des te meer onredelijk het beroep op bijstand.

Experimenten in gemeenten
Tot slot meldt Asscher dat met de gemeente Vaals binnen het project EU-arbeidsmigratie bij wijze van experiment afspraken zijn gemaakt over snellere informatie-uitwisseling. Ook met de gemeente Rotterdam is contact om het proces van bijstandsverlening en de gevolgen daarvan voor het verblijfsrecht verder te stroomlijnen. Hierover zal Asscher de Kamer nog voor de zomer nader informeren.