Advertentie
sociaal / Nieuws

Tarieven huishoudelijke hulp gestegen

De afgelopen vijf jaar is sprake van een stijging van de tarieven met ruim vijftien procent voor eenvoudige hulp bij het huishouden. Bij de zwaardere vorm van hulp bij het huishouden (‘HH2’) zijn de tarieven de afgelopen vijf jaar met tien procent gestegen. Dat blijkt uit de tweede tussenevaluatie AMvB reële prijs Wmo 2015. Die evaluatie is in opdracht van het ministerie van VWS gemaakt door Bureau Berenschot.

21 februari 2020
shutterstock-581364070.jpg

De ‘race to the bottom’ in de tarieven voor hulp bij het huishouden lijkt ten einde. De tarieven voor huishoudelijke ondersteuning stijgen vanaf 2017. In 2019 stegen de tarieven meer dan in 2017 en 2018. Per saldo is in de afgelopen vijf jaar sprake van een stijging van de tarieven met ruim vijftien procent voor eenvoudige hulp bij het huishouden. Bij de zwaardere vorm van hulp bij het huishouden (‘HH2’) zijn de tarieven de afgelopen vijf jaar met tien procent gestegen. Gemeenten ‘knijpen’ wel in de toegang.

Tussenevaluatie

Bij individuele begeleiding met een relatief lage zorgzwaarte is in 2019 sprake van een substantiële stijging van de prijs, na dat er tot en met 2018 sprake was van een stabiele tot iets dalende prijstrend. De tarieven voor individuele begeleiding met een relatief hoge zorgzwaarte zijn na een lichte daling in 2016 nu min of meer op hetzelfde niveau als in 2015. Dat blijkt uit de tweede tussenevaluatie AMvB reële prijs Wmo 2015. Die evaluatie is in opdracht van het ministerie van VWS gemaakt door Bureau Berenschot en deze week naar de Tweede Kamer gestuurd.

Fluctuatie

Bij de dagbesteding is het tarief in de loop der jaren behoorlijk gefluctueerd. In de periode 2015-2017 was sprake van een lichte stijging van de tarieven, in 2018 daalde de tarieven licht waarna vorig jaar de tarieven weer iets stegen. Bij dagactiviteit ‘midden-zwaar’ is volgens Berenschot sprake van een relatief sterkere prijsstijging.

Prijsstijging

De verklaring voor de gestegen tarieven van de hulp bij het huishouden ligt volgens Berenschot onder meer in de nieuwe cao Verpleeg- & Verzorgingshuizen & Thuiszorg (VVT). Er kwam een nieuwe loonschaal voor medewerkers huishoudelijke hulp en er was sprake van een generieke loonsverhoging van vier procent. Ook de invoering van de AMvB reële prijs Wmo 2015 – waarin is vastgelegd dat gemeenten een reële kostprijs moeten betalen – lijkt te hebben bijgedragen aan de prijsstijging. Volgens gemeenten zou de prijs ook zonder de AMvB zijn gestegen, maar in mindere mate. Gemeenten stellen dat bij individuele begeleiding en dagbesteding met name de indexaties en cao-ontwikkelingen van invloed zijn geweest op de tarieftrends. Berenschot concludeert voorzichtig dat de AMvB vooral invloed heeft op de (gestegen) tarieven bij hulp bij het huishouden.

Volumeontwikkeling

Naast de prijsontwikkeling heeft Berenschot ook gekeken naar de volumeontwikkeling van Wmo-maatwerkvoorzieningen. Daarbij is alleen gekeken naar gemeenten die per uur geleverde zorg betalen (pxq-financiering), tot en met 2018. Bij hulp bij het huishouden is tussen 2015-2018 per saldo sprake van een daling van het volume, bij zowel de eenvoudige (‘HH1’) als de zwaardere vorm van hulp bij het huishouden. Vooral bij de eenvoudige hulp bij het huishouden was in 2016 sprake van een daling, maar steeg daarna weer licht. Bij de zwaardere vorm van hulp bij het huishouden ziet Berenschot een continue licht dalende trend in volume.

Vergrijzing

De daling van het volume in 2016 hangt volgens gemeenten samen met de fikse bezuiniging die het rijk in 2015 doorvoerde. Later kwam daar de invoering van de AMvB reële prijs en de daaraan gekoppelde tariefstijging bij, aldus de tussenevaluatie. De lichte stijging na 2016 wordt veroorzaakt door de vergrijzing en het feit dat ouderen langer thuis blijven wonen. Over 2019 wordt door gemeenten een forse stijging van het volume verwacht, als gevolg van de invoering van het inkomensonafhankelijke Wmo-abonnementstarief. De daling bij de zwaardere vorm van hulp bij het huishouden komt doordat gemeenten vaker eenvoudige hulp bij het huishouden toekennen in plaats van de (duurdere) zwaardere vorm. ‘Als gevolg van de bezuinigingen (die al ruim vóór 2016 zijn ingezet), zijn gemeenten strenger geworden met het indiceren van huishoudelijke hulp’, concludeert Berenschot. Hoewel niet genoemd door Berenschot als mogelijke oorzaak van de volumedaling, bieden veel gemeenten eenvoudige huishoudelijke hulp niet meer als maatwerkvoorziening aan, maar als algemene voorziening. De volumeontwikkeling daarvan is niet in de tussenevaluatie meegenomen.

Ambulantisering GGZ

Bij zowel individuele begeleiding als dagbesteding is het volume toegenomen. De stijgende zorgvraag voor individuele begeleiding is de belangrijkste oorzaak van de volumestijging, geven gemeenten aan. De ambulantisering van de GGZ en van beschermd wonen hebben tot die stijgende zorgvraag geleid. ‘Thuiswonende cliënten met psychische problematiek hebben een vorm van individuele begeleiding nodig’, aldus Berenschot. Door de decentralisatie komen mensen daarnaast eerder in beeld bij gemeenten. De volumestijging van dagbesteding wordt veroorzaakt door een (licht) stijgende zorgvraag. De invoering van de AmvB reële prijs lijkt vooralsnog geen effect te hebben op de volumeontwikkeling.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie